Co-ouderschap is succesvolle trend, al kiezen meeste kinderen nog voor wonen bij de moeder
Steeds meer kinderen wonen niet in een gezin met twee eigen ouders. In 20 jaar tijd is het aantal van deze kinderen met ongeveer 200.000 gestegen tot 600.000, zo blijkt uit de meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS), uit 2015. Het CBS verwacht dat deze trend aanhoudt.
Het onderzoek richt zich op kinderen onder de 17 jaar. Van de kinderen die niet bij beide eigen ouders wonen, maakte ruim de helft een scheiding van hun ouders mee. Steeds meer kinderen wonen al vanaf de geboorte met slechts één ouder.
Het CBS volgde, samen met de Universiteit Utrecht, een aantal gescheiden ouders die kozen voor het co-ouderschap. Daarbij bleek dat de regeling in 80 procent van de gevallen na twee jaar nog standhield. Bij een co-ouderschap wonen de kinderen van gescheiden ouders net zo vaak bij de moeder als bij de vader. Toch zijn de verhoudingen nog altijd scheef: 70 procent van de kinderen gaat bij de moeder wonen na een scheiding, 3 procent bij de vader.
Het onderzoek met de universiteit begon in 2010. Toen kwam naar voren dat ruim een kwart van de gescheiden ouders kiest voor het co-ouderschap. Ouders die hiervoor kiezen zijn relatief goed uit elkaar gegaan en hoger opgeleid dan ouders die niet kiezen om co-ouder te zijn.