© BELGA

Kompaan van Dutroux wil vervroegd vrijkomen: “Door foutje zal hij geen cent meer moeten betalen”

Michel Lelièvre, die een gevangenisstraf van 25 jaar uitzit voor zijn aandeel in de zaak-Dutroux wil vrijkomen onder elektronisch toezicht. Dat zou al in september het geval zijn. Jean Lambrecks, vader van Eefje, schreef recent nog een brief naar Lelièvre met twaalf concrete vragen over de nacht waarin zijn dochter aan de kust verdween.

Nancy VANDEBROEK

Lelièvre zit al 22 jaar in de gevangenis. Hij kreeg eerder dit jaar al verschillende keren penitentiair verlof als voorbereiding op zijn vrijlating. Hij vraagt nu om vrij te komen met een enkelband. De directie van de gevangenis van Ittre heeft volgens zijn advocate daarvoor al een positief advies gegeven. “We zullen zien wat de strafuitvoeringsrechtbank zegt, want die beslist, maar alle lichten staan op groen,” zei ze zaterdag in de kranten van Sudpresse. “In plaats van hem in 2021 vrij te laten, op het einde van zijn straf, wil hij liever vroeger vrijkomen onder de strikte voorwaarden van een enkelband, in het belang van de samenleving. Mijn cliënt vraagt zelf om die omkadering”, aldus de advocate.

Lelièvre werd op 13 augustus 1996 samen met Dutroux en Martin gearresteerd in Sars-la-Buissière. Op 22 juni 2004 veroordeelde het Hof van Assisen van Aarlen hem tot 25 jaar opsluiting voor zijn aandeel in de ontvoering van An en Eefje en Sabine en Laetitia.

“Wachten op antwoorden”

Jean Lambrecks: “Het was Lelièvre die destijds vage bekentenissen aflegde. Zijn verklaringen dwongen Dutroux ook om meer uitleg te geven. De positieve wending van het onderzoek was helaas van korte duur. Na enkele dagen klapte Lelièvre volledig dicht en op de antwoorden op zo vele cruciale vragen wachten wij nog altijd.”

An en Eefje verdwenen in de nacht van 22 op 23 augustus 1995 in de buurt van het station van Oostende. Wat er nadien met hen gebeurde, blijft een raadsel. Lambrecks: “Het vooronderzoek leverde niets op en het assisenproces maakte ons ook niets wijzer. In september 1998 had procureur Bourlet nochtans een prangende brief gericht aan onderzoeksrechter Langlois. Daarin legde hij uit welke ernstige aanwijzingen dringend onderzocht moesten worden. Hij eindigde de brief zelfs met de opmerking dat zonder verder onderzoek de waarheid nooit aan het licht zou komen. Langlois klasseerde de acht vellen zonder gevolg waardoor we tot op de dag van vandaag nog altijd in het duister tasten.”

Aangetekende brief

In zijn strijd om de waarheid te kennen, schreef vader Lambrecks enkele maanden geleden nog een aangetekende brief naar zowel Lelièvre als naar zijn advocaat. “Daarin stelde ik twaalf concrete vragen over wat er aan de kust gebeurde op 22 en 23 augustus 1995. Ze zijn gebaseerd op gegevens uit het strafdossier en het gaat dus zeker niet om gissingen of veronderstellingen van mijzelf. Een van de vragen is wanneer Lelièvre mijn dochter voor het eerst heeft gezien? Tot op vandaag vond niemand het nodig om te antwoorden. Iedereen is blijkbaar enkel begaan met de toekomst van Lelièvre die intussen kennelijk onderdak, een job en een opleiding heeft.”

“En over de schadeclaims van de burgerlijke partijen moet Lelièvre zich geen zorgen maken, want hij zal door een foutje van de advocaten van de burgerlijke partijen geen cent meer moeten betalen.”