Online toepassing brengt zittenblijvers per gemeente in kaart

© Photo News

Zijn er meer of minder jongens dan meisjes met schoolse voorsprong? Hoe evolueert het aantal zittenblijvers de afgelopen tien jaar in jouw gemeente? Is er een verband tussen de geboortemaand en schoolse vordering? Gemeentebesturen, schoolbesturen en het brede publiek vinden de antwoorden op die vragen voortaan met twee nieuwe online toepassingen ‘zittenblijven’ en ‘schoolse vorderingen’. Die werden toegevoegd aan de digitale applicatie Dataloep die in 2016 werd gelanceerd om onderwijsgegevens op een gebruiksvriendelijke manier te delen.

Voor Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) is het delen van data een absolute prioriteit, stelt ze maandag in een mededeling. Het sterkt scholen en gemeenten in het voeren van een onderbouwd en kwaliteitsvol onderwijsbeleid waar de leerling meer dan ooit centraal staat.

“Met de nieuwe Dataloep-toepassingen delen we voortaan rechtstreeks een schat aan gegevens. Gemeentebesturen, lokale overlegplatformen, centra voor leerlingenbegeleiding maar ook het brede publiek kunnen op een moderne, gebruiksvriendelijke manier data raadplegen over het zittenblijven en de schoolse vorderingen van leerlingen in elke gemeente. Die rijke statistieken zijn nuttig voor het (boven)lokaal beleid en voor de kwaliteitszorg van scholen. Denk maar aan een beleid op maat van je gemeente om vroegtijdig schoolverlaten tegen te gaan of spijbelen tegen te gaan”, aldus Crevits.

Een zittenblijver is een leerling die twee schooljaren na elkaar in hetzelfde leerjaar zit. De schoolse vordering geeft aan of een leerling voorsprong heeft, op leeftijd zit of achterstand heeft opgelopen in de schoolloopbaan. Die gegevens worden gecombineerd met leerlingenkenmerken zoals opleidingsniveau van de moeder, schooltoelage, buurtkenmerken en thuistaal.

Een opmerkelijke vaststelling uit de gegevens is dat de kans om te blijven zitten in het eerste leerjaar van het lager onderwijs samenhangt met de geboortemaand. Leerlingen geboren in de maanden juni tot en met december hebben aanzienlijk hogere kans op zittenblijven. Hoe later op het jaar geboren, hoe hoger de kans op zittenblijven. Het effect neemt af met stijging van het leerjaar. Die samenhang is vooral uitgesproken in het eerste en tweede leerjaar. Vanaf het derde leerjaar in het lager onderwijs beginnen de verschillen tussen de geboortemaanden uit te vlakken.

Voorts valt op dat de overgang naar de tweede graad en de derde graad secundair onderwijs meer zittenblijvers kent. Dit valt samen met de scharniermomenten in de onderwijsloopbaan. Het zijn momenten waarop studiekeuzebeslissingen worden genomen.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen