© An Nelissen

Alleen stad Genk heeft meer zittenblijvers dan Antwerpen

Antwerpen heeft in het middelbaar onderwijs het op één na hoogste aantal zittenblijvers van alle Vlaamse steden. 7,3% van de Antwerpse leerlingen doet het jaar over. Vooral niet-Belgen trekken het cijfer omhoog. In Gent dubbelt maar 4,8% van de leerlingen.

Christof Willocx

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) heeft voor elke gemeente cijfers gepubliceerd van het aantal zittenblijvers. Van alle centrumsteden in Vlaanderen is Genk de stad met het hoogste percentage dat zijn jaar moet overdoen. 7,4% van de leerlingen in Genk zat in februari 2018 in hetzelfde jaar als in februari 2017. Antwerpen staat met 7,3% op plaats twee.

LEES OOK. Niel heeft hoogste percentage zittenblijvers van provincie, Kempense scholen scoren het best

Het Antwerpse cijfer wordt naar boven getrokken door niet-Belgen. 9,9% van de niet-Belgen blijft zitten. Bij de Belgen is dat 6,8%. Waarom moeten veel Antwerpse jongeren hun jaar overdoen? “Omdat Antwerpen wordt geconfronteerd met een grootstedelijke problematiek. Wij hebben meer anderstalige nieuwkomers”, zegt schepen van Onderwijs Jinnih Beels (sp.a).

De nieuwe schepen wil meer inzetten op kleuters en ze wil ook een spijbelbeleid ontwikkelen. Hoe de maatregelen er concreet zullen uitzien, maakt ze later bekend.

© RR

Karin Heremans, algemeen directeur van het GO! Koninklijk Atheneum in Antwerpen, verwijst naar de vele Antwerpse jongeren die thuis geen Nederlands spreken en in kansarmoede leven. “Onderzoek toont aan dat 33% van de leerlingen in het middelbaar onderwijs in Antwerpen een jaar lager zit dan zou moeten. 13% heeft twee jaar achterstand en 4% drie jaar.”

“Jongeren van wie de moeder geen diploma secundair onderwijs heeft, beginnen vijf tot zeven keer meer met een jaar achterstand aan het middelbaar. Van die groep verlaten tien keer meer leerlingen de middelbare school zonder diploma. Daarom is het belangrijk dat kinderen zo vroeg mogelijk naar school gaan. De leerplicht moet worden vervroegd van 6 naar 3 jaar.”

Deze remedies worden al toegepast

Heremans benadrukt dat er in Antwerpse scholen nu al veel initiatieven worden genomen om kwetsbare jongeren te helpen. “In het Atheneum is er een schakelklas tussen het zesde leerjaar en het eerste middelbaar. Die klas is bedoeld voor kinderen die hun getuigschrift van de lagere school niet hebben gehaald omdat ze onvoldoende Nederlands spreken, maar volgens ons toch potentieel hebben om in het secundair terecht te komen. In de schakelklas ligt de focus op wiskunde en Nederlands. Sommige leerlingen mogen daardoor in december al naar het eerste middelbaar.”

“Er is ook een maatklas tussen het tweede en derde middelbaar voor anderstalige nieuwkomers die hun diploma van het tweede middelbaar niet hebben gehaald”, zegt Heremans. “Zij krijgen in die klas liefst tien uur Nederlands per week, vijf uur wiskunde en een opleiding op maat waarin ze enkele vakken kunnen volgen uit de studierichting die ze in het derde middelbaar willen doen. Sommige leerlingen kunnen na die maatklas ineens naar het vierde middelbaar.”