Thomas Buffel: "Het vuur is zeker niet gedoofd"

Zo lang mogelijk genieten op dat veld. Dat is wat Thomas Buffel (37) nog verlangt. "Praat maar met mensen die intussen gestopt zijn. Sonck, De Vlieger, De Bilde, allemaal zeggen ze hetzelfde: 'Als je stopt, is het ook effectief gedaan.' Je kunt dan wel terugkijken op een carrière, maar je kunt het niet meer beleven. Zolang het fysiek lukt, wil ik doorgaan."

Stoppen op je hoogtepunt, hoor je weleens. De bekerfinale kan zo'n hoogtepunt zijn.

Buffel: "Ja. Maar ik zou die beleving missen. Als ik dan die reactie zie bij Chiellini of bij Buffon na hun overwinning met Juventus tegen Tottenham, dat is prachtig. Dat vuur is er bij mij ook nog, dat is zeker niet uitgedoofd. Maar ik ben ook realist. Op mijn leeftijd bekijk je het eerder van maand tot maand dan van jaar tot jaar."

Heeft dat ook te maken met de positie? Verdedigend ingestelde spelers kunnen vaak langer doorgaan, maar een flankaanvaller van 37, dat zie je niet zo vaak.

"Ik ben nooit een flankaanvaller geweest die alleen maar op zijn eerste meters teerde. Zeker na mijn knieoperaties heb ik een ander spel ontwikkeld. Als het moet, kan ik weleens over mijn man gaan, maar mijn spel is gebaseerd op intuïtie, de laatste pass geven, een voorzet trappen of op het juiste moment op de juiste plaats staan om af te werken. Dat is op mijn 37ste niet anders dan op mijn 30ste. Ik merk ook dat de pure snelheid wat minder is, maar mijn volume is verbeterd met de jaren. Uit de testen blijkt dat ik tussen de 12 en de 14 kilometer per wedstrijd afleg."

Wil je de Timmy Simons van Genk worden?

"Neen, ik heb geen target gezet. Voor mij is het belangrijk om niveau te blijven halen en een meerwaarde te zijn als ik speel."

De goesting om door te gaan is er duidelijk nog wel.

(glimlacht) "Afhankelijk van hoe leuk de trainingen zijn natuurlijk. Ik kom uit een moeilijke privésituatie, maar ik zit weer beter in mijn vel. Dat maakt dat ik graag op het trainingsveld sta. Ik besef ook dat als ik de deur dichttrek, het dan echt gedaan is. Het helpt dat ik me nog steeds jong van geest voel, ik ga goed met die jonge gasten om. Als er een geintje moet uitgehaald worden, sta ik nog steeds op de eerste rij."

Noemen ze je nog niet 'opa Buffel'?

"De Afrikanen noemen bij 'big baba', dat is een ouder lid van de familie. Dat vertellen ze mij toch (lacht)."

Kan je coach, Philippe Clement, een rol spelen in je beslissing om door te gaan?

"We zullen bespreken welke perspectieven hij nog voor mij ziet, dat heb ik bij het begin van dit seizoen ook met Albert Stuivenberg gedaan. Ik moet wel altijd het gevoel hebben dat, als ik aan een seizoen begin, ik ook speelkansen zal krijgen. Starten aan een seizoen om altijd op de bank te zitten, dat zal ik nooit doen. Dan kan ik evengoed trainer worden."

Clement heeft Genk weer op de kaart gezet, akkoord?

"We hebben het allemaal samen afgedwongen. Er wordt meer nagedacht op het veld, er is een betere communicatie en er is meer passie. De resultaten hielpen natuurlijk wel. Als we die eerste wedstrijd na Nieuwjaar tegen KV Oostende hadden verloren, dan waren we nooit in play-off 1 geraakt."

Ook niet door Standard? Jullie technisch directeur Dimitri de Condé noemt ze de favoriet voor de bekerfinale.

"Het ligt heel dicht bij elkaar. Standard heeft met Carcela, Mpoku en Edmilson jongens die een match met één flits kunnen beslissen. Bij ons kan Pozuelo met één pass alles openbreken, Ndongala heeft een actie in de voeten en Karelis kan uit het niets een doelpunt maken. We strijden met gelijke wapens en details zullen de wedstrijd openbreken. Daarna zal de mentaliteit de doorslag geven. Wie kan de voorsprong vasthouden of wie kan terugvechten?"

Je weet wat het is om een beker te winnen met Genk. Je was erbij in 2013.

"Ja. Tegen mijn vrienden van Cercle Brugge, wat het voor mij extra leuk maakte. Het was een finale die we niet mochten verliezen, dus er zat toch spanning op. Aan het begin van een carrière denk je altijd dat er nog tijd genoeg is om een prijs te pakken, maar dat is niet zo. Een gemiste kans komt nooit meer terug. Dat probeer ik die jongens van 20 of 21 bij ons ook mee te geven. Pak die kans nu!"