Postuum excuus voor Brinkman
Den Haag
Ruud Lubbers die in februari overleed, schrijft dat postuum in zijn memoires Persoonlijke herinneringen.Twaalf jaar was hij minister-president, tussen 1982 en 1994. Hij noteert: ‘Ach, ik was moe. Opgebrand. Het was tijd om op te stappen.’
Lubbers had zelf Brinkman aangewezen als de man die na hem het CDA en indien mogelijk de regering zou moeten gaan leiden. Brinkman was fractievoorzitter en stelde zich als kroonprins niet deemoedig op in de coulissen, maar beklom op tal van plaatsen in het land het toneel om openlijk het derde kabinet van Lubbers, een coalitie tussen CDA en PvdA, te bekritiseren. De kroonprins tartte de koning.
De veenbrand werd een uitslaande fik toen Brinkman in 1992 in een rede op Texel over het kabinet-Lubbers de berucht geworden zinsnede sprak: ‘Het speelkwartier is over.’
Lubbers nam wraak aan de vooravond van de verkiezingen van mei 1994. Op een spreekbeurt in Kerkdriel zei hij onverhoeds: ‘Ik persoonlijk ga eens stemmen op nummer 3 van het CDA, dat is Ernst Hirsch Ballin.’
Hij passeerde openlijk lijsttrekker Brinkman. De vader doodde de uitverkoren zoon. Het CDA verloor twintig zetels, PvdA en VVD vonden elkaar in Paars.
Lubbers schrijft in zijn nagelaten boek: ‘Ik was de controle kwijt en ik wilde haar ergens teruggrijpen, voor de zaak waar ik in geloofde, voor wat ik als het goede beschouwde. Terwijl ik los had moeten laten… (…) Chiquer was geweest als ik zo had gedacht en gehandeld: Elco is de eerste man, stem op hem en laat het los. En ik zit dan ook weer zo in elkaar dat ik vind dat ik voor mijn standpunt moet uitkomen. Maar achteraf was dat fout.’ <