© BELGA

Wouter Vandenhaute vindt zijn werk nog niet af: “Kracht van de Ronde van Vlaanderen gebruiken om de Tour mee op te liften”

De eerste tien jaar zijn bijna achter de rug. In Vlaanderen is niets nog wat het was. Maar is het huiswerk nu af? Wouter Vandenhaute: “Mijn plan van twaalf jaar geleden blijft actueler dan ooit. Het blijft heel moeilijk om sommige mensen echt te doen nadenken over de toekomst van onze sport.”

Als je terugblikt, schrik je dan van de mate waarin alles is omgegooid?

“Ik heb er nooit op die manier over gedacht. Het is één grote puzzel geweest. Vandaag lijkt dat logisch, maar het was vooral voortschrijdend inzicht. Had jij mij in 2009 gezegd dat het er zo zou uitzien in 2018, ik zou het zelf niet geweten hebben. Ook nu nog. Plots komt er heel veel samen. Maar dat is ook een kwestie van actie en reactie. De keuze voor Antwerpen als nieuwe startplaats voor de Ronde heeft getriggerd dat we met de Scheldeprijs naar Terneuzen zijn gegaan. Omdat Dwars door Vlaanderen WorldTour werd, konden we naar de woensdag voor de Ronde. Waardoor we voor Dwars door Vlaanderen heel bewust op zoek zijn gegaan naar andere hellingen dan die van de Ronde. Enzovoort. Plots passen al die stukjes in mekaar.”

© pma

Iedereen is het erover eens dat de Vlaamse wedstrijden erop vooruit zijn gegaan vergeleken met tien jaar geleden.

“Dat is altijd het opzet geweest. De kracht van de Ronde van Vlaanderen gebruiken om de andere wedstrijden mee op te liften. Ik geloof daar heel erg in. De grootste bepaalt wat er gebeurt. Ofwel probeert die de anderen mee groot te maken, ofwel wil hij ze vooral klein houden. Dat is het fundamentele verschil tussen Flanders Classics en Tourorganisator ASO. Daar vinden ze dat de Tour de grootste, de belangrijkste en eigenlijk de enige wedstrijd ter wereld moet zijn. Dat is jammer, want ik ben ervan overtuigd dat ook de Tour daar beter van zal worden. Het zou nog altijd dezelfde wedstrijd zijn: drie weken, in Frankrijk, in juli. Maar terwijl dat nu het hoogtepunt van een kleine sport is, zou het dan het orgelpunt van een grote sport zijn.”

Eén van de redenen waarom je met Flanders Classics gestart bent, was omdat je internationaal meer gehoord zou worden. Is dat gelukt?

“Dat plan van toen is vandaag actueler dan ooit. Nog altijd leeft de koers met het organisatiemodel van de jaren 60 van de vorige eeuw. Er is zo weinig echte vernieuwing. We hebben nog altijd drie grote rondes, nog altijd Parijs-Nice, Tirreno-Adriatico, Romandië… Heel dat oude Europese circuit is onveranderd. Er zijn alleen een boel wedstrijden bijgekomen. Met als enig resultaat dat een kat haar jongen er niet meer in terugvindt.”

De WorldTour heeft geen oplossing geboden?

“Wat is dat: de WorldTour? Dat is geen vlaggenschip. Dat is hooguit een vlag, waar iedereen onder vaart. Maar waar die vlag naartoe gaat? Waar staat de WorldTour voor? Dat weet niemand. Het gevolg is dat je binnen die WorldTour vandaag een ASO-circuit hebt, naast een RCS-circuit, naast een Flanders Classics-circuit. Met nauwelijks raakvlakken tussen al die circuits. Het logische, sportief-financiële concept waar ik twaalf jaar geleden al voor pleitte, is er nog steeds niet.”

“Twee spelers zijn winstgevend: ASO en RCS. Je ziet overal wedstrijden verschijnen die goed zijn voor de commerce van die twee, maar sportief niets bijbrengen. Voor de rest heb je nog altijd heel veel kleine organisatoren die vanuit hun eigen fierheid alles doen om hun wedstrijd in leven te houden. Dat is verdienstelijk, maar daar bouw je je sport op lange termijn niet mee uit. Er is nauwelijks stabiliteit.”

“Neem de ploegen. BMC heeft met Porte en Van Avermaet één van de beste ronderenners en één van de besten in het klassieke werk in huis. Maar hun ploeg kan niet eens zeggen of ze volgend seizoen nog bestaan. Of Quick Step, een ploeg met een gigantische traditie en track record. Maar het kost Lefevere wel bloed, zweet en tranen om vorige zomer te kunnen aankondigen dat hij in het peloton blijft. Daar kan je toch niet vrolijk van worden?”

© © Jan De Meuleneir/ PHOTONEWS

Misschien moet Flanders Classics internationaler worden. Bondsvoorzitter Tom Van Damme oppert om, zoals ASO in Oman doet of RCS in Abu Dhabi, ook wedstrijden in het buitenland te gaan ondersteunen.

“Er zijn al zoveel wedstrijden. Dat heeft geen zin. Flanders Classics is vandaag een gezond bedrijf. We kunnen in onze wedstrijden investeren, we kunnen ze laten evolueren en we maken winst. Door onze challengersrol, ambitie en dynamiek zijn we erin geslaagd om ons in de wielerwereld als organisator nummer drie te profileren. Maar binnen dat grotere geheel blijven wij een kleine speler en stellen we weinig voor. De nummers één en twee halen we nooit in. Niet economisch, niet qua slagkracht.”

Dat klinkt pessimistisch.

“Ik stel slechts vast dat de conservatieve krachten heel groot blijven. Het blijft heel moeilijk om sommigen echt te doen nadenken over de toekomst van onze sport.”