zaterdag 15 december 2018 - Sport
camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

Ben Hermans (rechts) met zijn Israëlische luitenant Guy Niv (links). “Ik probéér hem onder mijn hoede te nemen, want die jongen is té gemotiveerd”, aldus Hermans. Noa Arnon

wielrennen Op stage met Israel Cycling Academy

BEN HERMANS evalueert zijn eerste jaar als kopman én blikt vooruit

“Ik ben een stille leider”

Eén jaar na het avontuurlijke kennismakingskamp in Jeruzalem voelt Ben Hermans zich als een vis in het water bij Israel Cycling Academy. Twijfels omtrent zijn vertrek bij BMC maakten plaats voor overtuiging. Het fikse prijskaartje dat aan hem bungelde, hindert hem niet langer. En daarnaast manifesteert Hermans zich meer en meer als dé leider van de dertigkoppige selectie. Het voorbije seizoen was meer dan degelijk met een eindzege in Oostenrijk, de dichtste ereplaats in Utah en een verdiende WK-selectie. In 2019 jaagt de 32-jarige Diepenbekenaar nieuwe successen na. Waar mogen we hem zoal op het voorplan verwachten?

Van onze verslaggever Rob RODIERS in L’Alfàs del Pi

“Daar kan ik momenteel geen zinnig antwoord op geven, simpelweg omdat we nog niet zeker weten in welke wedstrijden we welkom zijn”, haalt Hermans de schouders op. “De ploeg rekent nog op heel wat wildcards. Zelfs van de Ronde van Algarve zijn we nog niet zeker, en dat is toch al vroeg in het seizoen. Ik weet dat ik mijn jaar start in de Challenge Mallorca en vervolgens naar de Ronde van Valencia trek. Verder is het nog koffiedik kijken. Oké, we maken kans op deelname aan Tirreno-Adriatico, de Ardense klassiekers, Giro en Californië. Maar er is nog niks zeker. Vandaar dat ik nog geen hoofddoelen kan stellen.”

Lijkt me geen ideale situatie voor een topsporter?

“(Knikt) Normaal kan je tot half mei al je doelen aanduiden waardoor je weet waarvoor je al die opofferingen doet. Er is focus, je bouwt op... Nu kan ik alleen maar trainen om in vorm te zijn voor die eerste koersen. Maar ach, zo trainde ik ook in mijn periode bij BMC. Ik wilde zo snel mogelijk in vorm zijn om te tonen dat ik de rol van kopman kon overnemen indien de leider zelf niet thuis gaf.”

Sinds vorig jaar ben je zelf de leider van een team. Een rol waarin je moest groeien?

“Toch wel. Ik wist aanvankelijk niet goed wanneer of hoe ik iets moest zeggen tegen de groep. Ik ben eerder een stille leider. Tijdens de meeting in de bus zeg ik niet veel. Misschien moet ik daarin groeien? Meer in mezelf geloven ook. Vaak verscheen ik met uitstekende benen aan de start, maar zeggen dat ik zeker bij de eerste tien zou rijden? Nee, hoor! Dat zit ook niet in de aard van een Belg, denk ik. Greg (Van Avermaet, nvdr.) was ook zo. Lance (Armstrong, nvdr.) idem. Maar bij hen had je wel het gevoel: ze zijn gefocust en ze zitten goed in hun vel. Andere Amerikaanse oud-ploegmaats, zoals Levi Leipheimer en Chris Horner, hadden dan weer minder problemen om overtuigend uit de hoek te komen in de ploegbus (grinnikt).”

 

Terwijl iedereen naar de Tour keek, stoof jij naar de eindzege in de Ronde van Oostenrijk. Bijwijlen in echt hondenweer. Niet evident voor een ‘mooiweerrenner’ als jij.

“Klopt, op weg naar de Grossglockner dacht ik even dat ik de ronde aan het verliezen was. De ploeg verwachtte zich niet aan zulk slecht weer en van deftige regenkledij was geen sprake. Op een bepaald moment moest ik een afdaling in zonder jasje. Onderkoeld bereikte ik het dal. Onze freelance ploegleider, een Italiaan, sprak gelukkig tijdig zijn connecties aan en pikte wat warme thee voor me op bij de volgwagen van Bardiani. Zo niet had ik die ronde nooit gewonnen. Ik rilde zodanig dat ik die thee over me heen gegoten heb, alsof ik een warme douche nam. Van zulke kleine details kan het soms afhangen...”

Stephen Roche had in Eddy Schepers een trouwe luitenant, Armstrong had Hincapie. Jij hebt Guy Niv, een Israëli die zich naar verluidt helemaal aan jou spiegelt.

“(Knikt) Ik probéér hem onder mijn hoede te nemen, want die jongen is té gemotiveerd. Guy afremmen is onmogelijk. Dus laat ik hem maar begaan in al zijn jeugdige onstuimigheid (lacht).”

Herken je de jonge Ben Hermans in hem?

“Sowieso. Ik heb mezelf dikwijls voorbij gefietst. Nu ja, beter zo dan iemand die klaagt en zaagt. Hij heeft niet de grote motor van de grote kampioenen, maar hij is goed in wat hij moet doen. Dat is zo lang mogelijk overleven en me bijstaan met kledij en eten. Hij ziet dingen die ik nodig heb vooraleer ik het zelf zie. Geloof me, zulke ploegmaats zijn dun gezaaid.”

Ik wist dat ik het op deze stage wat kalmer aan moest doen door een verkhoudheid. Maar eens op de fiets kon ik me niet bedwingen. Op dat vlak zal ik niet snel volwassen worden Ben HERMANS

 

Woensdagavond zat het trainingskamp in Spanje erop, maar jij keert pas zondag huiswaarts.
Als kopman moet ik nog meer in mezelf leren geloven. Vaak verscheen ik met uitstekende benen aan de start, maar zeggen dat ik zeker bij de eerste tien zou rijden? Nee, hoor! Ben HERMANS

“Klopt, en maar goed ook. Ik ben met een kleine verkoudheid naar hier afgereisd. Daardoor heb ik het enkele dagen kalm aan moeten doen. Het is te zeggen, ik wist dat ik het kalm aan moest doen, maar eens op de fiets kon ik me niet bedwingen en ging ik over mijn limieten. Een beginnersfout. Op dat vlak zal ik niet snel volwassen worden (grijnst). Vervolgens heb ik enkele dagen zitten aanmodderen met slechte benen, terwijl ik de rest intervallekes zag doen. Plezant is anders. Gelukkig zijn er genoeg voorbeelden van collega’s die in december noodgedwongen gas moesten terugnemen en in de lente toch alles kapot reden. Greg bijvoorbeeld. Zo heel belangrijk is het niet wat je in december doet. Maar ik werk nu eenmaal graag en zit graag in een positieve flow.”

Keer je in januari terug?

“Zolang wacht ik zelfs niet. Tussen Kerstmis en Nieuwjaar kom ik naar Calpé voor een nieuwe, tiendaagse stage. Nieuwjaar pik ik dus in Spanje mee. Vervolgens keer ik een weekje naar huis om de eerste verjaardag van mijn dochtertje Julie mee te maken. Dat wil ik voor geen geld ter wereld missen. Mijn voorbereiding eindigt met een stage op Mallorca vooraleer ik daar mijn eerste wedstrijdkilometers rijd.”

Wat wil je in 2019 anders aanpakken?

“Ik zou iets meer rust willen inbouwen en iets meer pieken. Het voorbije seizoen had ik 86 koersdagen op de teller staan. Door iets meer te doseren wil ik komend najaar - in Emilia en Lombardije - frisser aan de start verschijnen. Hopelijk kan ik mijn seizoen dan wel met een uitroepteken afsluiten.”

Lees meer

Aangeboden door onze partners

Nieuwe Video's

Nog meer nieuws