Anje (33, volledige naam bekend bij redactie) werkt nu anderhalf jaar als communicatiemedewerker. Een baan die vanwege haar autisme niet snel bij haar verwacht wordt. "Bij het solliciteren naar deze functie hoorde ik dat ik communicatief niet vaardig genoeg zou zijn", vertelt ze. "Terwijl dit de goede plek is voor mij. Ik doe nu vooral werk achter de schermen."
Hiervoor deed Anje iets heel anders. Ze studeerde af als planoloog en begon daarna meteen met werken. Maar na twee jaar viel ze om. "Het voelde als falen", vertelt ze. "Mijn batterij was zoals bij een burn-out leeg en mijn auto eromheen was ook kapot. Ik kon niet meer lopen of praten."
Tijdens die periode werd bekend dat ze autisme heeft. Toen ze weer aan het werk ging bij een tweedehandswinkel, kreeg ze te maken met vooroordelen. "Mensen overschatten mij", legt ze uit. "Ik geef altijd aan dat ze rekening moeten houden met mijn autisme. Maar zolang het goed gaat, denken ze dat ik normaal ben en zeggen ze dat 'ik niet zo'n erg geval ben'. Wanneer het dan een keer fout gaat, worden ze boos en krijg ik te horen wat ik verkeerd doe."
Uiteindelijk werd Anje's contract bij de winkel niet verlengd. "Ik kreeg te horen dat ik terug naar de werkende wereld niet meer aankon", zegt ze. Met haar huidige functie bewijst ze het tegendeel. "Ik heb vooral begrip nodig tijdens mijn werk. Soms komen mijn behoeftes niet collegiaal over, maar dat heeft niets met anderen te maken."
Zo moet Anje soms alleen in een hoekje gaan werken met een koptelefoon op. "Ik kan spontaan en vrolijk zijn, maar ik heb een max", zegt ze. "En als ik moe ben, gaat mijn taalvaardigheid achteruit. Collega's schrikken dan en durven me geen werk te geven. Maar ik kan mijn eigen grenzen aangeven. Ik ben geen zielig meisje dat geholpen hoeft te worden."
'Doe nou niet zo autistisch'
"Doe nou niet zo autistisch", is een zin die Marcel (41, volledige naam bekend bij redactie) bij zijn collega's wel eens voorbij hoorde komen. De vooroordelen over autisme zijn de reden waarom hij niet altijd vertelt dat hij deze diagnose heeft.
"Ik wil dat mensen eerst de kans krijgen om mij als persoon te leren kennen voordat ze van het label horen", vertelt Marcel. "Mensen denken dat je sociaal gesloten of niet communicatief vaardig bent. Ik kan gewoon normaal leven, maar soms is het extra uitdagend."
Marcel kreeg de diagnose toen hij eind twintig was. Hij voelde zich altijd een buitenbeentje, maar trok pas aan de bel toen hij slaapproblemen kreeg. "Ik ging 's avonds in bed alle sociale interacties van de dag na. Bijvoorbeeld of ik iets wel of niet had moeten zeggen."
Marcel werkt al jaren in de IT-sector. In zijn toenmalige functie had hij continu te maken met nieuwe opdrachtgevers. Ook werkte hij tijdens zijn studententijd als dj. "Er wordt gezegd dat mensen met autisme dit soort werk niet kunnen doen. Af en toe is onwetendheid een zegen, omdat je het niet weet handel je er niet naar."
Als het nodig is, vraagt Marcel wel om hulp bij zijn werkgever. Hij is een aantal jaar geleden in een burn-out beland, mede doordat zijn toenmalige werkgever geen rustige werkplek voor hem regelde. "Ik moest in een grote kantoortuin werken en dat was door het geluid en de interacties te belastend. Ik zal nooit die echte sociale vlinder zijn, maar ik zet altijd mijn beste beentje voor."
(Tekst gaat verder onder de foto)
'Zal nooit een vetpot worden'
Ronald Spijkerman (34) is net als Marcel in de IT-sector beland, maar dat was een lange weg voor hem. Al sinds de basisschool weet hij dat hij autisme heeft. "Ik zat op het speciaal onderwijs en kreeg altijd te horen dat het later geen vetpot zou worden of dat ik nooit een bepaald niveau zou halen."
Ronald wilde graag doorstromen naar de havo, maar zijn school zei dat hij dat niet kon. Ook zijn ouders lieten zich door dat advies leiden. "Dat was destijds wel een teleurstelling. Je bent dan vrij onzeker over je toekomst. Maar ik wist zelf dat ik meer kon."
Na het vmbo ging Ronald aan de slag als orderpicker. Na een paar jaar kwam hij bij arbeidsorganisatie UVW terecht en kreeg hij de kans om een IT-opleiding te doen voor mensen met autisme. "Gelukkig zag een medewerker dat ik ook meer in mijn mars had. Ik ben heel blij dat er dit soort instituten zijn."
Bij zijn huidige baan kan Ronald een dag in de week thuiswerken en dat helpt hem. "Dat doe ik woensdag, anders raak ik overprikkeld. Ik vind het fijn om naar kantoor te gaan, maar ik moet mijzelf beschermen."
Ronald is trots dat hij het verder heeft geschopt dan hem eerst verteld werd. "Mijn ouders zijn ook heel trots dat ik dit gehaald heb. Ik zou weleens terug naar school willen gaan en laten zien hoever ik ben gekomen", vertelt hij lachend.
NUjij: Uitgelichte reacties