Autoverzekering kan goedkoper worden

© fvv

In 2017 hebben in België minder dan 6 automobilisten op de 100 een schadegeval moeten aanmelden bij hun verzekeraar, een laagterecord. De premies zouden daardoor in de toekomst omlaag kunnen.

wle

‘De schadefrequentie is voor het eerst onder de kaap van de 6 procent gedaald, een mijlpaal’, zegt Hans De Cuyper, voorzitter van sectorvereniging Assuralia en topman van AG Insurance. De daling is te danken aan investeringen in verkeersveiligheid en betere verkeersinfrastructuur, en aan steeds meer en betere veiligheidssystemen in de auto’s.

In totaal ging het om een kleine 343.000 schadegevallen op zowat 5,7 miljoen wagens. De gemiddelde verzekeringspremie burgerlijke aansprakelijkheid (BA) voor een auto is vorig jaar lichtjes afgenomen van 323 euro naar 318 euro. De gemiddelde kosten van een schadegeval bedroegen 3.513 euro, of lichtjes meer dan in de voorgaande jaren.

Zware ongevallen

Minder goed nieuws is er over de zware ongevallen. De verzekeraars telden vorig jaar 782 schadegevallen van meer dan 125.000 euro, waar dat er in 2016 nog 779 waren. Voor die zware schadegevallen bedroegen de gemiddelde kosten voor de verzekeraars 422.657 euro. In totaal kostten ze de verzekeraars 330,5 miljoen euro. Dat betekent dat 0,23 procent van de ongevallen verantwoordelijk was voor 27,44 procent van de totale schadelast.

‘Om deze schadelast te dekken, zijn een miljoen verzekerden nodig’, aldus De Cuyper. ‘Dat maakt dat er een zwaar element van solidariteit in de BA motorvoertuigen vervat zit.’

Lagere premies

De Cuyper denkt dat de premies voor verzekeringen BA motorvoertuigen in de toekomst verder kunnen dalen, als de zelfrijdende auto er komt en het aantal ongevallen blijft afnemen. ‘Maar dat we morgen in een wereld met 0 ongevallen zullen leven, dat denk ik niet. Want nieuwe vormen van mobiliteit brengen ook nieuwe risico’s met zich mee.’

De verzekeraars zagen het premie-inkomen (ten opzichte van het voorgaande jaar) in 2017 in ‘Niet-Leven’ stijgen met 2,2 procent tot 12,047 miljard euro, en in ‘Leven’ afnemen met 1,1 procent tot 15,065 miljard euro. Het totale premie-inkomen steeg daarmee met 0,3 procent tot 27,112 miljard euro.