© Jeroen Hanselaer

Thomas Vanderveken op zoek naar een nieuwe droom: "Dertig minuten was ik pianist, en dat was het dan"

Dat Thomas Vanderveken (37) nooit verlegen zit om werk: niet alleen nodigt hij weer praatgasten uit voor ‘Alleen Elvis Blijft Bestaan’, Vanderveken werkt momenteel aan twee nieuwe programma’s. En toch is er een leegte in zijn leven, sinds hij een jaar geleden met ‘Thomas Speelt Het Hard’ zijn droom van concertpianist te worden even tastbaar kon maken. De sympathieke presentator sukkelt dan ook tussen twee gedachten: het gevoel van thuiskomen bij ‘Alleen Elvis’, en de hunker naar een nieuw doel. “Ik mis het pianospelen, ik mis urenlang op je eentje beter worden. Ik ben op zoek naar een nieuwe droom.”

Joey Bougard

Hij lacht als we opwerpen dat hij zich dit najaar weer heeft laten vangen. Nochtans had Thomas Vanderveken (37) zo gezworen om het rustiger aan te doen, na de hectiek van vorig jaar. Maar terwijl hij nu elke weekdag zijn interviews voor het alweer achtste seizoen van ‘Alleen Elvis Blijft Bestaan’ zorgvuldig voorbereidt, lopen ondertussen ook opnames voor liefst twee programma’s. ‘Weg Van Het Meesterwerk’, waarin hij dieper ingaat op de geschiedenis en betekenis van schilderijen van de Vlaamse Meesters: “Onlangs stond ik twee uur voor openingstijd in het Metropolitan Museum in New York voor ‘De Korenoogst’ van Pieter Breugel. En dat schilderij was van mij alleen. Een cadeautje, noem ik zoiets.” En dan is er nog ‘Factcheckers’ op Eén, waarin ‘Voor Hetzelfde Geld’-trio Thomas, Jan Van Looveren en Britt Van Marsenille wat orde probeert te scheppen in een wereld van desinformatie en fake news. “Ik werk inderdaad weer te hard nu. Maar ik zal maar niet klagen.”

Vorig jaar rond deze tijd zat Vanderveken immers iets meer te stressen, een dikke maand voor hij een pianoconcerto van Edvard Grieg live moest spelen voor het Canvas-programma ‘Thomas Speelt Het Hard’. Een ervaring die duidelijk zijn sporen heeft nagelaten. En dus gaat ons gesprek onvermijdelijk over die dertig minuten waarin zijn jongensdroom uitkwam. En de gapende leegte die nu achterblijft, want die krijgt Thomas zelfs met al dat werk maar moeilijk gevuld.

Maar eerst over het programma dat hem nog acht weken opslorpt: ‘Alleen Elvis Blijft Bestaan’, waarin Vanderveken 90 minuten lang aan de hand van beeldfragmenten een interessant gesprek probeert te voeren met net zo interessante gasten. Vorige zaterdag mocht hij De Mens-frontman Frank Vanderlinden verwelkomen aan zijn tafel, dit weekend is het de beurt aan columniste en opiniemaakster Mia Doornaert.

Hoe ziet jouw ‘Elvis’-week eruit in aanloop naar de opnames?

“Ik weet al enkele maanden wie de gasten zijn, dus ik ben al een geruime tijd films en fragmenten aan het bekijken, boeken aan het lezen, en elk artikel dat over hen verschijnt aan het bijhouden. Aan het fourageren, als het ware. Nu zit daar plots een structuur in, en begint het maniakale gedeelte: in het weekend en maandag lees ik het lijvig dossier dat we over die persoon gemaakt hebben. Dinsdag praten we daar een hele lang over met de ploeg, woensdag bekijk ik alles nog eens, en is er zowaar een halve draaidag over voor iets anders. Donderdag gaan we er nog eens helemaal door, vrijdag is het repetitie en ’s avonds opname. Da’s een week toeleven naar die gast, alsof je in een koker zit.”

Pak je dat dan ook mee naar huis?

“Uiteraard. Véronique (Leysen, Thomas’ verloofde, red.) wil ook wel eens iets anders zien dan kunstige zwart-witfilms van de gast. (lacht) Maar die tien weken volle overgave zijn nodig. Ik wil die gast opeten. Ons motto is: overprepare, then go with the flow. Ik moet alles gezien, gelezen, meegemaakt hebben over degene die tegenover me gaat zitten. Om dan te zeggen: alles overboord, we gaan in het moment. Dat is voor mij de enige manier om ‘Alleen Elvis’ te maken: er wordt in dit programma eigenlijk negentig minuten lang gepraat. Op zich is dit geen televisieprogramma. Het is anti-tv. Dat weet ik ook: ‘Elvis’ hoeft voor mij ook geen miljoen kijkers te halen. Maar om er toch een beetje tv van te maken, moet het wel grondig voorbereid zijn. Zodat er iets kan gebeuren op het moment zelf. Dus moet ik constant klaarzitten op het puntje van mijn stoel, om op het juiste moment te prikken. Anders wordt het toch maar een praatbarak. En ik heb het gevoel dat we dat overstijgen: we vertellen steeds iets wat je nergens anders hoort op tv.”

Zijn er figuren bij deze tien namen waar je trots op bent dat je ze zo ver hebt gekregen?

“Ja, maar het is zo dat ‘Alleen Elvis’ niet het programma is waar veel mensen nee op zeggen. Als we iemand vragen, is het niet alleen omdat we die persoon willen, maar ook omdat we ervan uitgaan dat het iets is voor de gast zelf. We mikken wel hoog, dus er zijn vaak mensen bij die, als we in januari bellen, zeggen: ‘Deze keer niet, want mijn najaar zit nu al volgepland.’ Zo moeten we soms twee of drie keer terugkomen, zoals bij spoorbaas Sophie Dutordoir dit jaar. Want ook de voorbereiding slorpt wat tijd en denkwerk op. Dat zij er dit jaar bij is, daar was ik ook blij mee.”

“We hebben maar tien vakjes elk seizoen, en die vullen we met het weegschaaltje. Het evenwicht moet bewaard blijven: we willen geen drie acteurs of muzikanten of ondernemers in een reeks, het moet een weerspiegeling zijn. Dat ik op het einde van de aflevering steeds een gast voor de week erop kan aankondigen uit een totaal andere wereld dan de vorige, blijf ik geestig vinden.”

Dan kom je misschien ook in werelden terecht die totaal niet de jouwe zijn.

“Ik mag hopen dat ik de journalistieke reflex heb om voor het andere open te staan. Het is in het vak van interviewer net essentieel om open te staan voor eender wat, en liefst voor het andere. Als je dat niet doet, ben je een slechte interviewer, punt. Als ik alleen maar mensen zou interviewen die clichés uitbraken, dat is de hel. Het allerergste! Ik vind mezelf soms al verschrikkelijk in interviews. Dan geef ik een antwoord, en floep ik er ineens een platitude uit over mijn kind waarvan ik achteraf denk: ‘Waarom zeg ik nu wat iedereen altijd maar zegt!?’ Het is een zegen als interviewer om gasten tegenover je te hebben die anders zijn.”

Heb je niettemin ooit het gevoel gehad dat je nergens geraakte?

“Nergens is nog nooit gebeurd. Het goeie is dat je die fragmenten hebt: als het eens minder lekker loopt, heb je altijd een volgende afrit. En als het in ‘Alleen Elvis’ moeilijk gaat – het loopt stroef, het is zoeken naar de juiste woorden –, zegt dat iets over de gast. Dat is toch vaak de reden waarom mensen kijken: ze willen een blik achter de schermen bij die figuur. Soms zit het net in het feit dat die mens zich niet blootgeeft, en waarom die dat niet doet.”

Iemand die nooit in zijn kaarten liet kijken, was Bart De Pauw. Zei het feit dat hij zo prikkelbaar was ook iets over hem?

“Zo herinner ik het me niet, al was er inderdaad een zekere prikkelbaarheid van hem tegenover showbizzjournalisten en recensenten. Waarop ik zei: ‘Allez, de grote Bart De Pauw. Hoe komt het dat jij in godsnaam nog wakker ligt over wat een recensent schrijft over jouw programma?’ Ik heb daar last van, maar ik heb dan ook geen geniale dingen gemaakt waar heel Vlaanderen over spreekt. Hij wel, en toch liet hij zich daar wat door meeslepen. Maar om nu daarin een vooruitblik te zien op wat er daarna is losgebarsten, lijkt me wat vergaand.”

Het is gemakkelijk om die link te leggen omdat je een maand later Hilde Van Mieghem te gast had.

“Dat is zo. Zij heeft toen uitgebreid verteld over haar ervaringen met mannen die te veel macht en roem hebben, en hoe die daar misbruik van maken. Maar zij heeft natuurlijk nooit sms’en gekregen van Bart De Pauw.”

“Hilde is mee door die aflevering vorig jaar het gezicht geworden van de #metoo-beweging in Vlaanderen. Ik durf zeggen tegen wil en dank. Vooral tegen dank. Terwijl ik me tot vandaag afvraag wat ze voor sommige mensen in godsnaam heeft misdaan. Dat haar relaas zo’n reacties uitlokt, zegt alleen maar hoe moeilijk het is om erover te praten. Dat zij dat alleen aankan, daarvoor kan ik enkel mijn hoed afnemen. Maar het toeval dat Bart De Pauw en Hilde Van Mieghem in één seizoen zitten, dat is bijna iets profetisch. Dat gebéurt gewoon.”

Is dat dan een triomf, als er pakweg maandag een quote uit ‘Alleen Elvis’ in de kranten staat?

“Nee, want dat impliceert dat het programma altijd nieuwswaarde zou moeten hebben. Vaak draait het om een inzicht, een verwoording waardoor bij mij de lamp gaat branden. Neem nu Petra De Sutter: die heeft mij in ‘Alleen Elvis’ geleerd dat er zoiets bestaat als kinderen die geboren worden in het verkeerde geslacht, en dat je als kind kan denken: ‘Ik wil die piemel helemaal niet! Ik wil met die pop spelen.’ Tot daarvoor had ik nooit echt begrepen hoe dat in elkaar zat. Of natuurkundige Thomas Hertog – de toenmalige beste vriend van Stephen Hawking – die me deed inzien dat wetenschap en spiritualiteit geen aparte dingen zijn, en dat hoe dieper je in de wetenschap gaat hoe spiritueler je kunt worden. Omdat de mechaniek achter ons universum zo ongelofelijk is. (droog) Zo zorg ik voor mezelf voor leuke vrijdagavonden.”

Het draait niet enkel om jouw persoonlijke ontwikkeling.

(lachje) “Tuurlijk niet. En aan de reacties op het programma te zien, heeft iedere kijker wel een moment gehad waarop hij of zij een inzicht had, of geraakt wordt door het persoonlijke verhaal. Toen Griet Op De Beeck vertelde over haar ups and downs, of Houthalense wiskundige Ingrid Daubechies – de uitvinder van de internetafbeelding – die vertelt dat haar brein zo straf is dat als het geen doel heeft, ze echt donkere gedachten krijgt. Dat snap ik ook zelf. Ons brein heeft best een doel voor ogen, anders schiet het alle kanten uit.”

Mag ik dat jouw missie noemen: mensen een voortschrijdend inzicht bezorgen?

“Het is eerder mijn persoonlijke levenshouding. Ik heb een immense angst voor verstarring: denken dat mijn mening de juiste is en daarom niet meer openstaan voor veranderen van mening. Terwijl ik me kan voorstellen dat mensen je dan net een windhaan vinden als je veel van mening verandert. Maar mensen die sorry kunnen zeggen en van mening kunnen veranderen, daar heb ik het grootste respect voor. Dat zijn de mooiste menselijke kwaliteiten die er zijn.”

“Maar zo simpel is het: ik krijg zelf graag nieuwe inzichten, en vervolgens maak ik programma’s die dat uitdragen. Maar ik ben geen missionaris, ik ben geen tv-maker om mensen van mening te doen veranderen. Laat mensen die inzichten zelf maar hebben. Neem nu ‘Thomas Speelt Het Hard’: in eerste instantie wou ik vooral een tof programma over klassieke muziek maken, en had ik een droom die ik wou waarmaken. Dus maakte ik er een programma over. Als mensen me vervolgens mailen dat ze klassieke muziek eerst bagger vonden en nu naar concerto’s gaan, denk ik: ‘Hoera, maar dat was niet mijn doel.’”

Omdat je er zelf over begint: net voor het concert vorig jaar zei je dat je achteraf een maand niks ging doen. Is dat ook gebeurd?

“Ja, want ik ben ziek geworden twee dagen erna. (lachje) Ik moest nog een paar dingen doen, drie dagen erna lag ik in de lappenmand en heb ik min of meer heel december, Kerstmis incluis, ziek in bed gelegen met allerhande virusjes: verkoudheid, griep, buikgriep, het hele assortiment. Het was de weerslag van die inspanning. Ik woog negen kilo minder op de dag van mijn concert dan het jaar ervoor.”

Dat kwam dan ook door de stress?

“Ik zat echt in een tunnel. Die laatste maanden moest het gebeuren, en ik liep de hele tijd achter op schema. Dan moet je alles opzijschuiven, inclusief je eigen nachtrust. En dat heeft zich een beetje gewroken, al was er achteraf alle ruimte om te crashen.”

Kijk je daar dan niet op terug met de gedachte: ‘Thomas, wat heb je toch in godsnaam gedaan?’

“Nee, dat was een magisch moment. Ik droomde er echt van als jonge gast dat ik op een podium een concerto kon spelen samen met een orkest. En ik ben niet getalenteerd genoeg om er een carrière in uit te bouwen, dus was dit de enige manier om me een weg naar dat podium te banen. Ik heb die gepakt, en dat was fantastisch. Die opoffering was daar, maar no pain no gain. Het was een moment op de tijdlijn van mijn leven dat je met een grote rode pijl kan aanduiden: er is de geboorte van mijn zoon Otto, de verloving met mijn lief, en nu dat concert.”

“Alleen blijf ik vandaag een beetje verweesd achter. Ik ben dertig minuten in mijn leven een pianist geweest. En dat is weer voorbij. Heel gek is dat. Ik mis dat. Ik mis pianospelen, ik mis uren per dag aan dat analoge instrument zitten en solitair werken, beter worden. Dat is er niet meer bij: ik ben terug in een wereld beland van praktische zaken, afspraken, callsheets.”

En vluchtigheid.

“Toch een beetje. Dat pianospelen was een jaar bouwen aan dertig minuten, het tegenovergestelde van hoe onze maatschappij in elkaar zit. Wij zijn steeds maar bezig met opleveren, terwijl dit heel tegen de tijd was. Al moet ik zeggen dat een week ‘Alleen Elvis’ in zekere zin hetzelfde effect heeft. Monomanie in kleine portie, zeg maar.”

“Af en toe speel ik nog piano, hoor. We hebben hem uit dat dure kot dat we ervoor hebben laten bouwen – het is nu bureauruimte voor mij en Véronique – gehaald en terug in de living geplaatst. Ons achttien maanden oude zoontje Otto tokkelt er bijvoorbeeld heel graag op.”

Jouw verloofde Véronique Leysen heeft dan weer nieuwe plannen met haar succesvolle koffiebar Maurice. Zijn jullie onrustige zielen?

“Ik vind het toch leuk om voortdurend nieuwe prikkels te krijgen. Op dat vlak is het denk ik geen toeval dat ik op mijn 21ste niet klaar was om mijn hele leven achter een klavier te spenderen. Véronique is dan weer de stereotiepe ondernemer: ze moet dingen uit de grond stampen en eens het goed loopt, gaat ze op zoek naar het volgende. En ze is geobsedeerd door het maken van mooie dingen. Elk half jaar heeft ze een kledingcollectie voor haar merk Maurice, en die ontwerpen uittekenen is haar lang leven. Hetzelfde met die koffiebar: het ontwerpen en uitdenken van de mooiste koffiebar van het land met de lekkerste kaart, daar werd ze vrolijk van. Dat is niet alleen andere dingen willen. Het is creëren, artistiek bezig zijn. Ik ben ook het liefst bezig met het bedenken van een nieuw tv-programma. Dat is zo intensief, en kan echt alle richtingen uit. Heel tof is dat.”

Hanne Decoutere volgt voor ‘Hanne Danst’ jouw voorbeeld: ze is volop bezig balletdanseres te worden. Is ze jou om advies komen vragen?

“Zeker weten. Ze is advies komen vragen voor ze eraan begon, en ze heeft tussendoor ook nog wel eens gebeld. Het is keizwaar, hé. Ze heeft het echt moeilijk. (stil) Hanne is kapot. En zoiets weegt op je relatie. Ik heb wat betreft geluk gehad met Véronique, die het begreep. Net als de partner van Hanne. Maar je bent er thuis niet, hé. Het is maanden aan een stuk alleen maar dat ene ding. Dat zijn geen tv-programma’s meer, maar halve levensmissies. Dat programma is echt door mij gegaan, het heeft sporen nagelaten.”

Al heb je het nu definitief verteerd?

“Ja. Maar ik ben echt wel op zoek naar een nieuwe droom.”

Een motor, misschien?

“Dat is voor op je 42ste, dus ik heb nog een paar jaar tijd. Pas op, 37 is al een gevaarlijke leeftijd, maar 42 toch net iets meer. (lacht) Tegen dan moet ik het antwoord hebben. Of de midlifecrisis lonkt.”

‘Alleen Elvis Blijft Bestaan’, Canvas, zaterdag, 21.40 uur

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer