Direct naar artikelinhoud
column

Wij zijn een volk van treuzelaars, leugenaars, wegkijkers en flauweriken geworden

Wij zijn een volk van treuzelaars, leugenaars, wegkijkers en flauweriken geworden
Beeld Bob Van Mol

Op zijn berg in de Oostkantons schrijft Marnix Peeters over vrijheid, vogels en zijn vrouw.

Wij waren nog maar pas in Colombo aangekomen, toen na geweld van boeddhistische extremisten de noodtoestand in Sri Lanka werd afgekondigd.

Dat hoor je nu zelden, zei mijn vrouw lachend, boeddhistische extremisten. Het zal ons weer overkomen.

Alle sociale media waren geblokkeerd, zodat wij de smurrie van de dag pas ’s anderendaags in de digitale kranten konden lezen.

Wij zouden moeten zeggen: m’n rug op, het heet Rijpe Negerin en daarmee uit

De eerste organisatie die zegt: m’n rug op, krijgt van mij een belangrijke prijs, zei mijn vrouw, nadat ze de artikels over rapper Damso had gelezen. Als ik woordvoerster van de Voetbalbond was, zou ik een pers­conferentie organiseren, de krant van die dag erbij nemen, en die samen met de aanwezige journalisten eens rustig doornemen. Ik zou zeggen: beste aanwezigen, een op de drie Brusselse jeugdcriminelen is recidivist. Elke dag – elke dág – komen zesentwintig Brusselse tieners in aanraking met het gerecht, en zeven van hen hebben al eerder feiten gepleegd. Pascal Smet laat weten dat er vooruitgang wordt geboekt. In januari was er overleg, en dit jaar nog moet de Brusselse Ordonnantie klaar zijn.

Dat belooft, zei ik.

Voorts leren we dat een op de acht Brusselse vrouwen de straat niet op gaat zonder wapen, zegt mijn vrouw. Negen op de tien zijn al seksueel geïntimideerd. De helft heeft al fysiek geweld meegemaakt. Wacht, hier nog een kortje op een achteraf­bladzijde: 8.600 meisjes in België staan op het punt genitaal verminkt te worden. Dat zijn er vier keer meer dan tien jaar geleden.

Vreselijk, zei ik.

Als we nu eens allemaal tegelijk naar Zuhal Demir bellen, zou ik de perslui suggereren, zei mijn vrouw, en in één moeite naar assistent-lul Alexander De Croo, en vragen of ze dáárover eens een paar meningen zouden willen formuleren, in plaats van over Damso te lullen. Het vragen­uurtje in de Kamer dient niet om de bevolking uit te lachen. En we gaan aan Dominique Leroy vragen hoe het opschiet met Proximus. En of publiekelijk goedkope standpunten innemen over non-items tot haar job description behoort. En we kijken allemaal samen, als journalisten, meteen ook even in ons eigen hart, en we vragen ons af of we onze job wel naar behoren doen door zo massaal aanwezig te zijn op een pers­conferentie die nergens over gaat.

Wij zijn een volk van treuzelaars, leugenaars, wegkijkers en flauweriken geworden. Wij kijken alleen nog maar naar woorden, nooit meer naar daden. Wij trappen in élke val, wij buigen voor elke afleiding, wij lopen achter de schamelste wortel aan. Wij verontschuldigen ons blauw, terwijl wij zouden moeten zeggen: m’n rug op, het heet Rijpe Negerin en daarmee uit, als het u niet aanstaat: in Het Vanille­bloempje hier verderop hebben ze een machtige dame blanche. De eerste kranten­redactie die zegt: wij schrijven geen stukken meer over prut, krijgt van mij ook een belangrijke prijs. Er is niks fout met even nadenken en dan te beslissen: nee, dit slaat nergens op, dit laten we zo.

Wij trappen in élke val, wij buigen voor elke afleiding, wij lopen achter de schamelste wortel aan

Daarna gingen wij zwemmen in de Laccadiven­zee.