Kerk, help samengesteld gezin
Een kerk die haar tijd verstaat, weet hoe kwetsbaar huwelijksgeluk is. Ook dat van kerkleden. We zien daarom steeds meer kerken ‘aan de voorkant’ investeren in jonge gemeenteleden. Bijvoorbeeld door een thema als relatievorming door het programma van de jeugdvereniging heen te weven. Of door huwelijkscursussen aan te bieden aan toekomstige echtparen.
Als het dan toch breekt in een huwelijk, zien we in dat stadium de kerk ook een volwassener rol nemen. Ze schuift langzaam op van waarschuwen, schuld-puzzelen en de oproep ‘volhouden’ naar realisme, hulpverwijzing, praktisch pastoraat en de aansporing tot bemiddeling. De kerk lijkt de verlegenheid steeds meer voorbij.
Dat is anders als het gaat om de vraag wat de kerk aan moet met samengestelde gezinnen. Ex-partners zijn vaak op zoek naar een nieuwe relatie. Als dat lukt en de nieuwe partners hebben allebei kinderen, moet er gewerkt worden aan een nieuw gezin, dat is samengesteld uit de beide gezinshistories.
afstemmingsproblemen
Volgens onderzoek is circa tien procent van het totaal aantal gezinnen met thuiswonende kinderen onder de achttien jaar, samengesteld. Zo’n gezin is extra kwetsbaar. Allereerst zijn er heel praktische, logistieke afstemmingsproblemen die het gewoon ingewikkeld maken om een samengesteld gezin te runnen. De kinderen moeten op gezette tijden leven in het gezin van de andere ouder. Ze leven in twee werkelijkheden, waarbij ze de verschillen voelen in gezinsklimaat en opvoedingsstijl. Dat gaat gepaard met spanning en autoriteitsproblemen. Met een grote ambitie om het goed te doen, werpt de stiefouder zich vaak op als nieuwe moeder of vader. Maar omdat het kind al twee ouders heeft en aan hen loyaal is, botst dat.
Problemen met de kinderen zetten niet zelden ook de nieuwe partnerrelatie onder druk. En als er uit die nieuwe relatie kinderen geboren worden – soms gevoed door de gedachte dat deze de benodigde ‘verbinders’ zullen zijn -, wordt het vaak nog ingewikkelder.
Kortom: het kost veel tijd om een harmonieus samengesteld gezin te worden, gemiddeld wel vier tot zeven jaar. En de kans dat het misgaat, is ongeveer zestig procent.
In onze familierechtpraktijk melden zich dan ook steeds vaker mensen die voor de tweede keer moeten scheiden. Zo’n tweede scheiding is vaak nog bitterder dan de eerste.
Wat kan de kerk doen?
Als een gezin gebroken is door een scheiding, en duidelijk wordt dat een van de twee ex-partners verder wil met een nieuwe relatie, doet de kerk er goed aan met hen af te spreken en een plan te maken. Met als doel bewustwording te stimuleren, professionele begeleiding te garanderen en pastoraal om dit waagstuk heen te gaan staan.
Via die weg kan de kerk dan ook daarna in vrijmoedigheid de nieuwe relatie in een kerkdienst bevestigen en daarover een zegen vragen.
In de voorbereidingstijd wordt afgesproken hoe het voornemen van de nieuwe relatie in de gemeente wordt neergelegd. En dat de nieuwe partners instemmen met de begeleiding van een extern team: een pastorale coach en een relatiecoach praten op gezette tijden samen met het stel dat wil trouwen, en nemen met hen het mijnenveld van het samengestelde gezin door.
Wij doen de aanbeveling dat het nieuwe stel zich via een convenant verbindt tot periodieke evaluaties met dit begeleidingsteam in de eerste jaren van hun huwelijk, om zo steun te ontvangen voor wat ze aan moeilijkheden gaan tegenkomen. Dit convenant kan zich ontwikkelen als aanvulling op de juridische en kerkelijke trouwbeloften.
Of hulp op deze manier doeltreffend is, staat of valt met de fijngevoeligheid en professionaliteit waarmee deze wordt aangeboden en uitgevoerd, en met goede schriftelijke afspraken, omgeven door gebed en aanmoediging van familie, vrienden en kerk.
Het is aan te bevelen de begeleiding extern te organiseren. Afgezien van professionele waarborgen, blijft de kerk daarmee ook heilzaam buiten al het wel en wee van het samengestelde gezin. De kerk moedigt aan en is procesbewaker.
Niet-vrijblijvende, oordeelsvrije en goed geregelde hulp bij de aanloop naar een huwelijk en als het mis gaat, komt in de kerk steeds beter op gang. Maar die is ook nodig als vader of moeder opnieuw beginnen. Met minder moeten we het in de kerk niet willen doen. <