Direct naar artikelinhoud

Bert Wagendorp over de astma van Froome: periodieke verontwaardiging over doping hoort bij de sport

De wielrenner Chris Froome heeft een paar pufjes salbutamol tegen de inspanningsastma te veel genomen, en nu is hij een dopingzondaar. Er hangt hem een schorsing boven het hoofd en tevens de hoon van het volk. Vier keer de Tour gewonnen, misschien met pufjes. Eigenlijk moeten achter zijn naam, net als bij Lance Armstrong, ook kruisjes komen te staan.

Sport is de grootste tak binnen de entertainmentindustrie. Ze hangt van corruptie aan elkaar. Dictatoriale regimes misbruiken haar om zichzelf in een fraai daglicht te stellen en gooien miljarden over de balk om megalomane sportprojecten binnen te halen. Als daarvoor moet worden omgekocht, dan wordt er omgekocht. Dat is niet zo moeilijk, want de grote internationale sportorganisaties worden in veel gevallen geleid door sportmaffiosi.

In het zogenoemde 'matchfixing', uitslagen voorkoken, gaat volgens Transparency International jaarlijks 500 miljard dollar om. Sport is een hoer die zich graag laat nemen door de nationalisten van vlag, volkslied en vaderland vooruit. Het Blut und Boden is tussen de krijtlijnen nooit ver weg. In de medaillespiegel zien we onszelf en onze superioriteit. Sport is een geldpers, een marketingmachine, een propagandavehikel. Sport is een collectieve drug, een antidepressivum van zweet en kramp.

Er is dus nogal wat aan de hand, in de sport en met de sport. In plaats van de pagina's te vullen met wedstrijdverslagen, zou de sportredactie van de Volkskrant de kolommen ook gemakkelijk kunnen vullen met misstanden. Soms gebeurt dat ook, maar niet te vaak. Want daar zitten sportliefhebbers, tot wie ik ook mezelf reken, niet op te wachten. Wij hoeven niet te weten of Messi weleens een pufje neemt, hoe Ronaldo aan die spiermassa's is gekomen en hoe tennissers ogenschijnlijk onvermoeibaar de wereld rondreizen en toch de bal blijven raken.

Sport is een hoer die zich graag laat nemen door de nationalisten van vlag, volkslied en vaderland vooruit
Chris Froome.Beeld epa

Sport is, nu we de illusie die de religie ons voorhield zijn kwijtgeraakt, de eerste onder de illusoire systemen geworden. We weten dat het een corrupte bende is, dat de eretribunes worden bevolkt door oplichters, dat atleten soms iets doen wat niet mag en dat de uitslag mogelijk al voor de wedstrijd bekend was. Maar we houden onszelf voor dat dat niet altíjd het geval is - wat gelukkig ook zo is. We willen ons niet ook van de laatste illusies laten beroven. Sport is leuk, vooral met oogkleppen op. Waar vind je nog het sprookje van wederopstanding? In de sport.

Ooit was sport een spel, omgeven met de morele waarden van het spel, kort samengevat met 'fair play'. Nu is sport puur entertainment geworden, televisie-amusement. De sporters zijn acteurs, duivelskunstenaars, stand-up-balgoochelaars en raskomedianten met het applaus aan hun kont. Tot Froome een pufje neemt en diepe verontwaardiging bezit neemt van alle sportparticipanten - collega-atleten, liefhebbers, sportjournalisten. Het is een vreemde, plotseling opduikende verontwaardiging. Het is alsof iemand al jaren boven de beerput hangt, opeens een scheetje ruikt en roept: het stinkt hier!

Waar vind je nog het sprookje van wederopstanding? In de sport

Er is even geen plaats meer voor relativering of redelijkheid; bijvoorbeeld dat het volstrekt belachelijk is dat Froomes pufjes überhaupt op de dopinglijst staan.

Is het een restje verlangen naar het reine spel dat sport naar verluidt ooit was? Is het een vage herinnering aan 'fair play'? Nee, helaas. Het pufje van Froome is deel van het entertainment, de periodieke verontwaardiging hoort bij de sportrituelen. De bloedserieuze discussie over het pufje is onderhoudend en grappig: sportamusement.