Saliha van bruidswinkel Samira (links) en een straatbeeld van de Carnotstraat (rechts) © Joris Herregods

BUURTREPORTAGE. Oudste winkel Carnotstraat trekt weg: “Chique winkelboulevard is grandeur verloren na heraanleg”

Bruidswinkel Le Chapeau verhuist deze zomer van de Carnotstraat naar de Frankrijklei. De andere handelaars vinden het jammer, want de chique winkel met trouwjurken op de hoek met de Bisschopstraat gaf de straat grandeur. Komt het nog goed met de eens zo bekende meubelboulevard van Antwerpen en wat is precies het probleem? We vroegen het de winkeliers en bewoners zelf.

An Van de Voorde

Dieter Van Looveren (60) is getrouwd met Dominique en het waren haar grootouders die in 1929 hoedenwinkel Le Chapeau openden in de Carnotstraat. De hoedenwinkel is later een bruidsmodewinkel geworden, maar dat is zeker niet het enige dat is veranderd in de loop der jaren.

© Joris Herregods

“Dit was vroeger een chique straat”, knikt Van Looveren. “En deze blokken”, zegt hij terwijl hij naar boven wijst. “Die zien er nu misschien niet uit, maar ze worden wel vermeld in een naslagwerk over waardevol erfgoed. Ze zijn van een architect, gebouwd in de jaren dertig. Alleen hebben ze in de jaren zestig aluminium ramen gekregen, wat afbreuk doet aan hun uitstraling.”

Le Chapeau heeft een tweede filiaal op de Frankrijklei en het is naar daar dat de bruidswinkel binnenkort verhuist. “Gaat Le Chapeau weg? Dat begrijp ik wel, het is een chique winkel. Te chique voor deze straat”, knikt Saliha. Zij werkt ook in een bruidswinkel: Ziana Samira, een beetje verderop. “We zijn gespecialiseerd in traditionele Marokkaanse trouwfeesten, maar verkopen ook westerse jurken. De winkel is niet van mij, maar van Samira. Zij is visagiste en verzorgt ook de make-up van de bruiden op de dag zelf.”

Saliha woont in Borgerhout en werkt graag in de Carnotstraat. “Een van de voordelen is dat het hier zo druk is, je ziet veel mensen passeren. Het grote nadeel is dat er te weinig parkeerplaatsen zijn.”

Ongeduldige politie

© Joris Herregods

Dat gebrek aan parkeerplaatsen stoort ook Yussuf Durans van de gelijknamige meubelwinkel Durans Meubelen. Hij opende zijn zaak zes jaar geleden. “Waarom? Omwille van de goede oude tijd. De straat had vroeger uitstraling als meubelboulevard. Maar toen heeft de stad ze heraangelegd en die renovatie heeft te lang geduurd. Van 2009 tot 2011. Toen ze weer werd geopend was het hier helemaal dood, veel winkels zijn toen verdwenen. En hoewel het nu weer een beetje de goede kant opgaat, is het nog altijd niet wat het moet zijn. Hoe zeg ik dat? De room is eraf. En er is geen parkeerruimte. Vroeger was er aan de overkant een parking (die van Firoel, red.), maar die is weg, er wordt nu gebouwd. Klanten die hier vanuit andere wijken of zelfs andere steden komen winkelen, klagen daarover. Ik kan ze moeilijk met hun pas aangekochte salon te voet de straat opsturen. Dus dan zetten ze hun auto voor de deur, maar daar heeft de politie geen geduld mee. Ze schrijven gemakkelijk boetes uit.”

De hele wereld

Karin Vermeersch, die drie dagen per week in apotheek Thaey aan de overkant van de straat werkt, vindt dat het autoverkeer nog mag afnemen in de Carnotstraat. “Als ik het voor het zeggen had, maakte ik het hier gezelliger. Nu staat er stadinwaarts altijd file.” Vermeersch woont in Wilrijk en werkt afwisselend in een apotheker in de Abdijstraat en in de Carnotstraat. “Ik vind het fantastisch om hier te mogen werken. Ik zie hier elke dag de hele wereld passeren, vooral als het mooi weer is flaneren ze door de straat in traditionele gewaden. Die Afrikanen, prachtig toch? Ik word daar instant vrolijk van. Vroeger heb ik lange tijd op de Statielei in Mortsel gewerkt. Elke dag stonden er dan oude mensen te klagen in de winkel over, tja, over peanuts. Als de mensen hier zagen, is het tenminste omdat ze echte problemen hebben, ze hebben geen geld of zo.”

De geschiedenis van de Carnotstraat gaat ver terug, maar van de oorspronkelijke huizen staan er nog maar weinig overeind. “Dat komt omdat de straat in de vorige eeuw breder is gemaakt. Om dat te kunnen doen, heeft de stad 103 woningen onteigend”, weet Dieter Van Looveren van Le Chapeau. “In de plaats kwamen grote blokken.”

© rr

In de stad Aalst

© Joris Herregods

Aan de kant van de Koningin Elisabethzaal staan nog wel een paar 19de-eeuwse huisjes overeind. Het pand waarin café In de stad Aalst is gevestigd, is er daar één van. “Ik heb er geen idee van hoe lang het café al bestaat, maar het gaat zeker terug tot de jaren 1800”, knikt Nancy Van Gevy, die achter de toog staat en volgende week trouwt met Dusty.

“Dit was vroeger een halteplaats voor wie met paard en kar naar Aalst wilde rijden. Vandaar ook de naam van het café”, pikt Marc Schrauwen (65) in. “Hoe lang ze over die rit naar Aalst deden, weet ik niet. Ik ben nog nooit met de postkoets naar daar gereden.”

Marc woont op de Luchtbal, Mario Van Leemput (45) is van de Luchtbal. “Maar tegenwoordig woon ik in de Van Geertstraat, hier om de hoek. Waarom? Omdat het nog betaalbaar is, deze buurt. Meer naar het centrum zijn de huurprijzen onbetaalbaar.” Mario kwam als 18-jarige wel vaak naar de Carnotstraat. “Om uit te gaan, hier waren toen veel bars. Nu is er alleen nog dit café en voor de rest veel kebabzaken. Ik ga hier wel graag naar de Poolse supermarkt in de straat, omdat die dezelfde producten verkoopt, maar dan veel goedkoper. Wat op een ander 6 euro kost, kost bij de Polen 1 euro – om maar wat te zeggen.”

Jacky (64) woont tegenwoordig in Hemiksem, maar heeft eind jaren zeventig wel in de buurt van de Carnotstraat gewoond. “Ik heb mijn vriend hier leren kennen en bij hem gaan wonen. Nu is mijn vriend dood, en kom ik hier terug. Maar hier is niks zoals het was. Alleen In de stad Aalst wel. Als ze dit afbreken, is het gedaan met de straat.”

© Joris Herregods

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER