Direct naar artikelinhoud
Column

Dit is geen tijd voor zelfhaat, wel voor gezonde zelfrelativering

Mark Elchardus.Beeld Bob Van Mol

Mark Elchardus is emeritus professor sociologie aan de VUB en opiniemaker bij De Morgen. Zijn bijdrage verschijnt op zaterdag.

"Te veel Amerikanen hebben afgezien omdat hun fabrieken sloten", herhaalde Trump keer op keer tijdens zijn campagne. Maar streven naar een meer bevredigende wereldorde ziet hij niet zitten. De VS verlieten al een vijftal internationale organisaties. Voorts wil hij de Europeanen met fikse invoerheffingen om de oren slaan. Het wereldbeeld van onze elite wordt danig dooreengeschud. Laten we daarom even een buitenstaander aan het woord laten, Kishore Mahbubani, hoogleraar uit Singapore die het inmiddels klassieke De eeuw van Azië schreef. Van hem ligt sinds kort een dun boekje in de winkel, met als titel een retorische vraag: Is het Westen de weg kwijt? De kluts kwijt ware preciezer geweest.

De wereld waarin onze kijk op maatschappij-inrichting universeel kon heten, is voorbij

In 1913 tekenden Europa en de VS samen naar schatting voor 79 procent van het bbp, de totale economische productie, van de wereld. In 1980 nog voor 52 procent, vandaag voor amper 33 procent. Volgens het Internationaal Monetair Fonds zal dat in 2050 nog slechts 25 procent zijn. Voor de niet-westerse wereld feestelijk nieuws, voor het Westen een uitnodiging tot Copernicaanse perspectiefwissel: de wereld draait niet langer om ons.

Mahbubani stelt het ondersheid tussen 'the West and the Rest' centraal. Hij wijst op de spectaculaire vooruitgang die de 'Rest' boekte: drastische daling van de kindersterfte, miljarden uit de armoede getild, spectaculaire groei van de middenklasse, een tot voor kort onmogelijk geachte expansie van het onderwijs, terugdringen van corruptie, verbetering van bestuur… "Die enorme verbetering van het menselijke lot", besluit Mahbubani, "is te danken aan westerse praktijken en ideeën die naar andere samenlevingen doorsijpelden."

Ondertussen op het westelijk front: de aanmaning dat we die praktijken en ideeën niet mogen omschrijven als westerse cultuur, dat wij ons vooral, ja uitsluitend, tot de wereld hebben verhouden als kolonialen en uitbuiters, dat we gebukt moeten gaan onder schuldgevoelens, onszelf moeten haten en ons schamen voor 'culturele toe-eigening'. Tegenstanders van deze toe-eigening – de overname van elementen van een bepaalde cultuur door een andere cultuur – nemen het AA Gent kwalijk dat de club een indiaan als mascotte heeft. Ze zijn boos omdat de Israëlische winnares van het Eurosongfestival, Netta Barzilai, een Japanse kimono droeg of omdat Amerikanen de van oorsprong Indische yoga beoefenen. Het is tekenend dat zo'n houding in het Westen opduikt, terwijl een Aziatisch intellectueel als Mahbubani culturele toe-eigening juist beschouwt als de oorzaak van een van de grootste sprongen voorwaarts die de mensheid ooit maakte: het breder verspreiden in de wereld van logisch redeneren, wetenschap als kenniswijze, respect voor empirische evidentie, rationeel bestuur…

Het opeisen van een exclusief recht op producten van de eigen cultuur is een kinderachtige vorm van kritiek op het Westen, eenzijdig beschouwd als de grote plunderaar. Hoe verkrampt ook, die houding getuigt van de nieuwe gevoeligheid voor grenzen en eigenheid. Daarin staat ze diametraal tegenover de hardnekkige arrogantie waarmee wij onze opvattingen over recht, politiek en menselijke verhoudingen 'universeel' blijven noemen, alsof we nog een koloniale wereldmacht zijn. 

Het dringt bij sommigen moeilijk door dat dé mensheid grotendeels fictie is, dat er verschillende culturen en beschavingen bestaan, die sterk bepalen wat mensen in feite zijn. Als de dragers van die culturen het geluk hebben van anderen te leren zonder hun eigenheid te verliezen, vormen zij sterke staten met eigen maatschappijprojecten en, mits doorzettingsvermogen en discipline, ook de organisatorische en financiële capaciteit om ze te ontplooien. De Chinezen deden en doen dat zo succesrijk dat hun voorbeeld en invloed nu grote delen van de wereld voortstuwt. Wij hebben in Europa een wondermooi maatschappijproject: democratie, rechtstaat, verzorgingsstaat, seculiere staat, wetenschap als grondslag van kennis. Maar de rest van de wereld is sterk genoeg om tegen ons te zeggen: "Mooi, doe zo voort, maar wij gaan onze eigen weg."

De wereld waarin onze kijk op maatschappij-inrichting universeel kon heten, is voorbij. De wereld waarin culturele verschillen konden worden verwaarloosd, omdat iedereen uiteindelijk toch een soort westerse liberale individualist zou worden, bestaat niet meer. Mahbubani pleit voor gepaste bescheidenheid: "Het Westen hoeft andere landen niet te redden, de les te lezen over hun regeringsvorm of een hoogstaand moreel voorbeeld te geven." De ondertitel van zijn boekje luidt: 'Een provocatie.'

Eén bedenking toch. Bestaat hét Westen nog? De belangen van Europa en de VS sporen al lang niet meer. Dat belet niet dat we ook vanuit Europa de nieuwe globale deugden kunnen beoefenen: trots op ons prachtig maatschappijproject, een scherper bewustzijn van zijn kwetsbaarheid, koele berekening en inzet in de verdediging ervan, harder werken om het te behouden, een bescheidener opstelling in de wereld, de bereidheid om van anderen te leren, respect voor hun eigenheid.