Direct naar artikelinhoud
Pukkelpop

J. Bernardt op Pukkelpop: droog als een ochtend zonder koffie

Jinte Deprez, in z'n eentje laat hij zich J. Bernardt noemen, op Pukkelpop.Beeld Damon De Backer

"Loom, zoals ook Kendrick Lamar loom kan zijn": het is een citaat uit de Humo-bespreking van Running Days, de plaat waarop Balthazars Jinte Deprez al zijn kinderen verzameld heeft. Zou het toeval zijn dat Deprez zaterdag op Pukkelpop op hetzelfde podium stond als dat van King Kendrick? Waarschijnlijk. Maar het maakte het er niet minder toepasselijk op.

Niet dat het een scheiding was, maar toen Balthazar tijdelijk uit elkaar brak in een stel soloprojecten is er toch een onuitgesproken verdeling van de inboedel gebeurd tussen de twee frontmannen. Maarten Devoldere mocht de drummer meenemen naar zijn Warhaus, alsook de rouwranden die aan Balthazar zaten, de onbetrouwbaarheid en de linkmichel-muziekjes. Jinte Deprez, in z'n eentje laat hij zich J. Bernardt noemen – de 'J' staat voor 'Jay' – maakte dan weer aanspraak op de groepszonnebril, de rubberen benen en de collectie danspassen, en ten slotte eiste hij al op wat een stekker had: het elektronisch minimalisme dat vooral eerste plaat Applause voorgebracht had.

Jinte Deprez na J. Bernardt nog altijd omschrijven als 'de gitarist van Balthazar': er zouden celstraffen op moeten staan

Wanneer hij op het podium staat als steunbeer van Balthazar is dat zelden zonder gitaar, maar op Pukkelpop zocht Deprez – bleek dat hij het was die vrijdag de verloren verkleedkoffer van Max Colombie achterover gedrukt had – zijn snaren pas op als het echt niet anders kon. Eén minuutje, misschien twee: net lang genoeg om wat akkoorden in een looppedaal te proppen, en dan weer weg te zetten. En toch kreeg je nooit het gevoel dat er zich op die momenten een pijnlijke amputatie aan het voltrekken was. Jinte Deprez na J. Bernardt nog altijd omschrijven als 'de gitarist van Balthazar': er zouden celstraffen op moeten staan, en gedwongen bedevaarten naar Zichen-Zussen-Bolder.

Deprez in Max Colombie-achige outfit.Beeld Damon De Backer

Er was 'Calm Down', dat opgetrokken was uit dat soort loomheid hierboven beschreven: droog als een ochtend zonder koffie, wat de kater in je kop nog iets venijniger deed klauwen. 'My Own Game' deed veel met weinig, bouwde met twee of drie legoblokjes een heel kasteel – mét ophaalbrug – en het voorlopig nog plaatloze 'The Remedy' was een swingende schemerlamp. 'Wicked Streets herkende u natuurlijk ook, al is het maar omdat het na die eerste luisterbeurt nog altijd weigert om weer te vertrekken uit je hersenpan. Maar huur betalen? Ho maar!

Op papier zou J. Bernardt op het hoofdpodium een eitje worden. Maar de realiteit kan weleens tegenvallen

Zulke nummers, zulk vakmanschap, zulk verstand: op papier zou J. Bernardt op het hoofdpodium een eitje worden. Goeie muziek, gespeeld voor gemiddeld meer mensen. Maar de realiteit, zo zuchten onze bijslaapjes ook steevast de ochtend nadien, kan weleens tegenvallen. Zo werd er op een bepaald moment een keytar het podium opgehaald – de Donald Trump onder de muziekinstrumenten, want je moet al behoorlijk wat lef hebben om er met gestreken gezicht mee te dwepen. Maar op het moment suprême weigerde het ding dienst, en bediener Adriaan 'Pomrad' van de Velde kon niet anders dan stilletjes door het podiumhout en de grond eronder zakken.

Wanneer hij op het podium staat als steunbeer van Balthazar is dat zelden zonder gitaar, maar op Pukkelpop zocht Deprez zijn snaren pas op als het echt niet anders kon.Beeld Damon De Backer

En dan was er nog de timing (ook al een probleem, volgens diezelfde bijslaapjes): Deprez maakte dan wel handig gebruik van de catwalk die zich voor hem uitstrekte, maar: die lag er wel voor Bazart, de groep die na J. Bernardt geprogrammeerd stond. Geen klein detail, want dat vertaalde zich in een publiek dat voor een groot deel bestond uit lieden die wel snel naar de hel wilden, maar daarvoor eerst wel even het optreden van J. Bernardt zouden uitzitten. "Hij spreekt niet echt West-Vlaams, hè?", zei er eentje naast ons. Ja kijk, zo is het ook nooit goed. En dan zeggen dat u voor Willy Sommers wel lief was.

J. Bernardt was zonder twijfel goed, maar verdiende meer. Te weten: iets meer nacht in de lucht, en een podium dat iets minder in verwachting was van Bazart en Kendrick Lamar. Of zoals wij onze bijslaapjes weleens toesussen: "Niets mis met een goeie tent op zijn tijd". Op Pukkelpop zijn er genoeg – nu er J. Bernardt nog in neerpoten en we zijn er.