“Wanneer kinderen te horen krijgen dat de goedheilige man eigenlijk de buurman, oom of leerkracht verkleed als de sint is, kunnen ze best een ochtendje van slag zijn. Maar het moet niet meteen problematisch worden”, steekt kinder- en jeugdpsycholoog Marga Akkerman tegen RTL Nieuws van wal.

“Ouders moeten zich niet schuldig voelen omdat ze zogezegd gelogen hebben. Het begrip leugen speelt namelijk een heel andere rol voor een drie-, vier- of vijfjarige dan voor ons. Een kind beschouwt iets wat zich afspeelt in die fantasiewereld niet als een leugen, hoogstens als een spel”, voegt hoogleraar in de psychologie Willem Koops toe.

Meespelen in het fantasiespel

“Vaak kan je aan het soort vragen dat je kind stelt, horen of hij of zij klaar is om de waarheid over de sint te horen. Zodra het voor het kind niet meer geloofwaardig is, kun je eerlijk vertellen dat je een spelletje hebt gespeeld. Kinderen zien dat niet als liegen. Het is wel belangrijk om het kind meteen te betrekken in ‘het complot’. Laat ze meespelen in dat fantasiespel. Op die manier wordt er meteen een positieve draai aan gegeven.”

Volgens de experts is het beste moment om de waarheid te vertellen over de sint in de zomermaanden. “Vertel het hele verhaal over het ontstaan en de mythe van sinterklaas op vakantie met mooi weer. Dan is het ver weg en geef je kinderen niet het gevoel dat je ze wegrukt uit die mooie illusie. Vermijd om de waarheid te vertellen net in de weken voor 6 december. Kinderen worden dan vaak helemaal gek gemaakt rondom het thema. Je kan het niet maken om dan de waarheid te vertellen. Hebben ze toch kritische vragen, draai de vraag dan om. Vraag hen zelf hoe ze denken dat het paard van sinterklaas op het dak is terechtgekomen en benadruk dat de sint overal een slimme oplossing voor kan bedenken.”