Direct naar artikelinhoud
NieuwsGrote Prijs van Catalonië

Motorcoureur Jorge Lorenzo werpt zich met dubbele zegen op als 'grote man' van Ducati

In korte tijd kan veel veranderen. Motorcoureur Jorge Lorenzo sprak de woorden zelf uit na zijn zege in de MotoGP-klasse bij de Grote Prijs van Catalonië. Nog niet zo lang geleden was Lorenzo afgeschreven door zijn werkgever Ducati. Hij mocht van de Italianen onderhandelen met de fabrieksstal van concurrent Honda. Ducati was klaar met de Spanjaard.

Jorge Lorenzo op zijn Ducati.Beeld Reuters

Twee weken geleden won Lorenzo vervolgens de GP van Italië, op het circuit van Mugello. Het leek een oprisping. In werkelijkheid was het de aankondiging van de nieuwe verhoudingen in de zwaarste motorklasse. Zondag won Lorenzo, 31, alweer een GP. Over twee weken in Assen, bij de DutchTT, is hij plots de te kloppen coureur.

De wereldkampioen van 2010, 2012 en 2015, die bij Ducati zes keer zoveel salaris ontvangt als vaste kracht Andrea Dovizioso, klaagde dit seizoen steen en been over zijn machine. Niet over het vermogen (260 pk) of de wegligging, maar over het tankontwerp. Ducati had die voor de 2018-versie van de Desmosedici korter gemaakt, waardoor de armen meer werk moesten verrichten.

De arbeid wrong Lorenzo uit. Naarmate de race vorderde, kreeg hij moeite met zijn remacties, verloor hij het zicht op de wedstrijd, kon hij geen plan bedenken om te winnen.

In de eerste vijf WK-races van dit jaar veroverde Lorenzo slechts 16 punten. Na race 5 werd het tankontwerp veranderd en het vermogen van de machine ‘soepeler’ gemaakt. Toen die twee wensen van Lorenzo waren vervuld, was hij plotseling weer de racer die als een metronoom zijn rondes aflegde.

Zaterdag pakte hij op het circuit van Barcelona de eerste polepositie voor Ducati sinds jaren. Zondag was hij oppermachtig in de race. Wereldkampioen Marc Marquez kon tot halverwege aan het achterwiel van zijn landgenoot blijven, maar daarna moest hij 4 seconden toegeven op de leider in de race. Marquez kon er niet mee zitten: hij leidt het WK na zeven races, met liefst 49 punten voorsprong op de nu plots gevaarlijke nummer zeven in het klassement, Lorenzo, die 66 punten bezit.

Lorenzo zal zondag 1 juli ook als de grote favoriet voor de TT-zege worden gezien. Hij won pas één keer de MotoGP in Assen; in 2010. Hij reed negen jaar voor het fabrieksteam Yamaha, maar werd op het Circuit van Drenthe vaak geplaagd door pech. In 2011 en 2012 ging hij al in de eerste ronde onderuit door toedoen van andere coureurs, Simoncelli en Bautista.

In 2013 brak hij de schouder bij een huiveringwekkende val in de training en hield daar een zekere angst voor het Nederlandse circuit aan over. Bij regen houdt hij in. Vorig jaar werd Lorenzo, in zijn eerste jaar voor Ducati, slechts vijftiende op een half nat Assen. Het was een uitslag die niet bij zijn reputatie past.

Hijzelf sprak, in de dagen dat hij zijn contract met Honda afrondde, van zijn verbetenheid. Hij vergeleek de dubbele zege op de Ducati met die uit zijn 125cc-jaren met Derbi. Ook op die machine leek hij niet te kunnen winnen. Lorenzo hield vol (‘ik wilde winnen’) en slaagde. Zoals hij nu plots de grote (vertrekkende) man van Ducati is geworden.