© EPA-EFE

Oostenrijkse bond vangt bot bij Edegemse topskiër: “Frieten verbinden mij met België”

Vorige zondag stond in de wereldbekerwedstrijd in het Finse Levi een Belg aan de start. En wat voor een. Sam Maes (20), die al sinds zijn tweede in Oostenrijk woont, is de nummer één van de wereld bij de juniores in slalom en reuzenslalom. De Oostenrijkse skibond deed er alles aan om het supertalent te overtuigen om zich te laten naturaliseren tot Oostenrijker, maar Maes blijft ons land trouw. “Wat me met België verbindt? Frieten, koffiekoeken en preparé.”

Lieven Van Imschoot

Sam Maes werd twintig jaar ­geleden ge­boren in Edegem, maar veel herinneringen heeft hij niet aan zijn geboortedorp. Toen hij twee was, verhuisden zijn ­ouders naar het Oostenrijkse Zell am See, om er een hotel te beginnen. Daar is hij opgegroeid.

Maes zat er vier jaar op de ­gewone Volksschule en koos daarna voor het Sportgymnasium, waar hij zijn studies kon combineren met tien tot twaalf uur sport per week.

“Ik vond alle sporten leuk”, vertelt hij. “Voetbal, turnen, zwemmen, golf, tennis...”

En ­skiën, natuurlijk. In de ­Kindercup, een competitie van plaatselijke skiclubs waaraan ­normaal gezien alleen Oosten­rijkers deelnemen, was hij steevast bij de besten. In 2008 werd hij zelfs Oostenrijks kampioen bij de Kinder, de categorie tot tien jaar. En ­later bij de Schüler (tot vijftien jaar) haalde hij achtereenvolgens zilver en brons op het Oostenrijks kampioenschap.

Maar toen kwam de skifederatie er toe­vallig achter dat Maes ­eigenlijk een Belg was – en dat hij dus eigenlijk niet aan die ­kam­pioenschappen had mogen deelnemen. Ze stelde Maes voor het blok.

“Ik heb toen de Oostenrijkse ­nationaliteit aangenomen, omdat ik anders maar aan ­enkele wedstrijden zou mogen deelnemen. Als Oostenrijker mocht ik aan ­allemaal meedoen.”

Het werd het begin van jaren van getouwtrek tussen de twee ­landen.

Skiën was trouwens niet de ­enige sport waarin Maes uitblonk. Tot zijn zestiende was hij ook een talentvol golfer.

“Ik was bij de beste golfers van Oostenrijk. Maar terwijl ik in de zomer golfde, ­deden mijn ski­concurrenten fysieke trainingen, waardoor ze in de winter een stapje voor hadden op mij. En ik wilde in het skiën niet vierde of zesde eindigen, ik wilde de beste zijn.”

Vanaf die tijd koos Maes ­resoluut voor het ­skiën en verhuisde hij van het Sportgymnasium naar een van de drie specifieke ­Skigymnasiums van het land.

Vlekkeloos Nederlands

Maes vertelt het allemaal in ­vlekkeloos ­Nederlands, met een Antwerpse tongval die zijn ­afkomst verraadt. Al kan hij soms niet op het juiste woord komen. In het dagelijkse leven spreekt Maes immers Pinzgauerisch, een ­Oostenrijks dialect waar geen touw aan vast te knopen valt.

“Ik ben maar twee of drie keer per jaar een paar dagen in België, om familie te ­bezoeken of ­sponsorcontracten te tekenen. Ik vertoef liever hier in Oostenrijk tussen de bergen, waar ik ben ­opgegroeid. Al vind ik het wel leuk om af en toe naar Antwerpen of de Belgische kust te gaan. Wat me vooral met België verbindt, is het eten. Frieten, ­koffiekoeken van bij een Belgische bakker, een boterham met preparé... dat smaakt me ongelooflijk. En de zee vind ik ook tof, dat hebben we niet in Oostenrijk. Voor mij zijn Oostenrijk en België eigenlijk ­allebei mijn thuis. Ik zou in prin­cipe wel in de zomer in België kunnen komen wonen, maar dat is niet evident. Altijd al die kilometers op en af, dat is niet ­optimaal voor een topsporter. Waar ik na mijn carrière wil gaan wonen? Daar heb ik zelfs nog niet over nagedacht.”

Een kind van twee landen dus, maar dat is voor Oostenrijk een probleem: het land staat geen dubbele nationaliteit toe. Maes, die op dat moment op inter­nationale wedstrijden alweer ­enkele jaren onder Belgische vlag skiet, geeft op zijn achttiende zijn Oostenrijkse nationaliteit opnieuw op.

Intussen is het twee jaar later, en staat Maes aan de start bij de ­zogeheten FIS-wedstrijden, internationale skiwedstrijden op het hoogste niveau. En dat steekt toch een beetje bij de Oostenrijkers, die ons/hun 20-jarige toptalent liever in een rood-wit pak zouden zien aantreden.

“De Oostenrijkse skibond informeerde al of ik interesse had om opnieuw voor Oostenrijk uit te ­komen”, zegt Maes. “De kwestie is zelfs op het bureau van de president van de Oostenrijkse ski­federatie beland, een man met veel macht. Hij wilde me via een spoedprocedure binnen de vier weken opnieuw Oostenrijker ­maken, zodat ik mijn eerste ­wereldbekerwedstrijd voor ­Oostenrijk zou kunnen skiën. Maar dat was geen optie voor mij, want het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité, red.) had me al enkele jaren ­financieel gesteund. Had het dat niet gedaan, dan zou ik wellicht voor Oostenrijk gekozen hebben. Ik zou mijn carrière niet ­laten schieten hebben om per se voor België te kunnen skiën, hoor.”

Favoriet op WK

In februari krijgt hij zijn voor­lopig belangrijkste sportieve uitdaging in zijn jonge ­carrière voor de kiezen: het WK voor ­juniores in Italië. Vooral in de slalom en de reuzenslalom wil hij er scoren, want in die disciplines is hij sinds deze zomer de ­nummer één op de wereldranglijst in zijn leeftijds­categorie. “Ik ben nu bij de ­oudsten in mijn categorie, dus heb ik ook de grootste kans op een medaille.”

Opvallend: het woord goud spreekt Maes niet uit.

“Ja, dat is natuurlijk mijn doel, maar de omstandigheden en de piste spelen ook een rol. Wie weet steekt er tijdens het WK net ­iemand anders boven uit. Er zijn nóg heel goede skiërs.”

Olympische medaille

Maes zal trouwens ook aan de start staan op het WK voor de elite in Zweden, maar daar zijn de ­ambities vooralsnog beperkt.

“Ik ga er voor een plaats in de top dertig. Mijn grote doel zijn de Olympische Spelen van 2022 in Peking. Daar hoop ik op een ­medaille.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER