De StandaardInterview Helena Cazaerck

Helena Cazaerck (Maria Iskariot), van Oekraïne naar het podium van Humo’s Rock Rally: “Voor het moreel is het belangrijk dat het orkest blijft spelen”

Helena Cazaerck (m.) met bandleden Amanda Barbosa, Loeke Vanhoutteghem en Sybe Versluys: “Het mooie van echte vriendschap is: het verschil in de ander zien, maar dat niet willen aanpassen.”

Met haar punkband Maria Iskariot mikt Helena Cazaerck op winst in Humo’s Rock Rally. De filosofe en journaliste, die in 2022 en 2023 naar Oekraïne trok, gaat in haar nummers op zoek naar het ‘goede’ leven, al is dat niet zonder risico’s.

Nick De Leu

Op het podium drijft Helena Cazaerck haar duivels uit. In haar Nederlandstalige punksongs sneert ze haar teksten over snelle gitaarakkoorden – daarmee is ze een van de opvallendste kanshebbers in de finale van Humo’s Rock Rally, die dit weekend plaatsvindt. Toch vond ze voor haar band, Maria Iskariot, inspiratie in de christelijke leer.

“Ik bracht mijn jeugd door in een katholieke middelbare school, waar we elke dag moesten bidden”, legt de 29-jarige zangeres en gitariste uit wanneer we haar thuis ontmoeten, aan de vooravond van het rockconcours. “En als we niet moesten bidden, moest ik wel de Bijbel overschrijven. Dat heeft indruk gemaakt: er staan erg mooie verhalen in dat boek, die goed samenvatten hoe mensen functioneren. En ik denk dat het ook heeft bijgedragen tot mijn fascinatie voor wat het betekent om een goed mens te zijn.”

Dat Cazaerck denkt dat “een goed mens zijn” geen evidente zaak is, leidde tot de keuze voor die opvallende bandnaam. “Maria is de vleesgeworden heiligheid, die niets verkeerd kan doen. Terwijl Judas Iskariot natuurlijk de ultieme verrader is. Ik kan me erg goed vinden in die tegenstrijdigheid, omdat ik het gevoel heb dat in het streven naar het goede het kwade steevast op de loer ligt.”

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Die zoektocht naar het goede leven verkende Cazaerck al tijdens een opleiding filosofie, en als journaliste op zoek naar menselijke verhalen in een door oorlog geteisterd Oekraïne. Nu vertaalt ze haar conclusies onder meer in ‘Zachter bestaan’, een van de zes frisse gitaarsongs op Maria Iskariots debuut-ep En/en. Daarin pleit de muzikante voor een kneedbare omgang met harde principes: “De rots in de branding blijkt een doodlopend spoor”, stelt ze vast in dat nummer. Tijdens een onbevangen gesprek schetst ze dat, met een praline in de ene hand en een kop thee in de andere, nog wat scherper.

“De obsessie met een goed leven leiden, leidt vaak tot een soort van fascisme.”

Excuseer?

“Het is een mechanisme dat steeds terugkeert in de maatschappij. Wie zijn eigen beeld van wat goed is met de harde hand wil opleggen aan de rest van de wereld kan daarmee ook veel leed veroorzaken. Daarvan moeten we ons bewust zijn, vind ik. Het is telkens weer balanceren tussen twee uitersten: enerzijds is er het verlangen om de wereld te veranderen en te verbeteren. Tegelijk moet er het besef zijn dat verandering pijn kan doen voor wie niet meewil.”

Met andere woorden: in elke revolutie moet de vraag worden gesteld hoeveel potten er onderweg gebroken mogen worden.

“Zoiets, ja. De bekeringsdrang van de katholieke kerk is een goed historisch voorbeeld van hoeveel schade dat heilige vuur kan aanrichten als er niet omgekeken wordt naar anderen. Maar ook de Sovjet-Unie, die de goedbedoelde ideeën van het communisme hardhandig wou installeren, is een voorbeeld. Het lijkt onvermijdelijk: mensen die streven naar een oprechte, waarachtige verandering in de wereld, gaan zich na verloop van tijd groeperen en dringen hun wereldbeeld op aan anderen.”

Hoe pas je die vaststelling toe op je ­eigen leven?

“Ik wou zo veel mogelijk vermijden dat ik schade zou berokkenen aan anderen door mijn eigen ‘goede leven’ na te streven. Op een bepaald moment kwam ik tot de conclusie: ik moet volledig zelfvoorzienend worden. Dus heb ik een huisje gebouwd, in een bos in de Denderstreek. Er waren geen aansluitingen op nutsnetwerken, het draaide op regen­water, zonnepanelen en een generator.”

Werd je daar dan gelukkig van?

“Goh. Er was een probleem met de filter voor mijn regenwater: telkens wanneer ik een bad nam, was het water bruin en stonk het. Bovendien werd ik heel eenzaam in dat huisje. En in de winter moest ik een houtvuur stoken: erg ecologisch was dat ook weer niet.”

“Dan kom je langzaamaan op een punt dat je anderen begint te verwijten dat ze niet zijn zoals jij. Je ziet hoe je vrienden wél nog vliegen, of niet veganistisch eten, en niet zo veel offers maken als jij. Daar word je gewoon bitter van. En dan word je met al je regels gewoon een fascist tegenover jezelf. Dat maakt de wereld voor niemand beter.”

Welk gevolg koppelde je daaraan?

“Ik stelde vast dat het misschien toch niets voor mij was, heb die rigiditeit voor een groot deel losgelaten, en nu woon ik hier, in een antikraakwoning in De Pinte. En neen, dat huisje verlaten voelde voor mij niet als opgeven. Het was deel van een voortdurende zoektocht.”

Cava in de oorlogszone

Het lijkt de filosofe in Cazaerck ten voeten uit: ze ontwikkelt een redenering, voert die nauwgezet uit, maar laat die even vlot vallen wanneer ze tot de conclusie komt op een dwaalspoor te zitten. De kunst zit hem in het verkennen.

Zo pakte ze het ook aan toen ze in het najaar van 2022 en in de zomer van 2023 als journaliste naar de Oekraïense hoofdstad Kiev trok. Voor De Standaard bracht ze in een dagboek verslag uit van haar indrukken over wat de oorlog doet met de doorsnee-Oekraïner.

“Veel media focusten toen op de tragedie van de oorlog. Ik snap dat: het is belangrijk om het menselijke lijden in beeld te brengen. Maar op den duur had ik alleen nog loopgraven, modder en ontbering voor ogen. Ik dacht: dat kan niet het enige zijn dat er te vertellen valt.”

Wat trof je aan?

“Toen ik de eerste keer in Kiev kwam, was de sfeer inderdaad grimmig. Er was geen elektriciteit en het was koud. Maar in de zomer waren er festivals en liepen de terrassen vol. Het lijkt vreemd dat er plekken zijn waar mensen samenkomen om te dansen, plezier te maken en cava te drinken in een club, terwijl er in datzelfde land een oorlog woedt. Maar als je daar bent, snap je ook dat plezier maken iets bevrijdends heeft. Het creëert een moment van afleiding in een intense stresssituatie.”

Je dook er in de culturele scene van Kiev, die ook in moeilijke omstandigheden blijft bruisen.

“Voor het moreel is het belangrijk dat het orkest blijft spelen. En die mensen zijn ook zoveel meer dan alleen slachtoffers. In Dnipro ontmoette ik Tetiana, die tussen de raketinslagen gefocust bleef op een toekomst als muzikante via het streamingplatform Twitch. In Zaporizja trok ik dan weer rond met Jana, een fotografe die kunstfoto’s maakte van een verwoeste dam. Ze gaan allemaal op hun eigen manier om met die oorlog. Dat vind ik net zo mooi aan kunst maken: dat je zelfs de vreselijkste dingen een betekenis kunt geven. Vaak pas achteraf, maar het kan wel een opluchting zijn. En misschien kan iemand anders daar dan ook weer iets mee. In die zin maken mensen kunst als cadeau aan elkaar.”

Je schreef je thesis in de filosofie over hoe de beleving van schoonheid een geschikte leidraad kan zijn in het leven. Hoe kwam je daarbij?

“Ik denk dat je voor jezelf een ethiek kunt uitwerken door na te jagen wat je mooi vindt of waar je genot aan ontleent. Mensen die dezelfde dingen mooi vinden, vormen evenzeer gemeenschappen als mensen die denken objectief te weten wat een goede of slechte manier van leven is – alleen leggen ze het niet noodzakelijk op aan anderen. Mijn conclusie is dat je een gemeenschap kunt vinden voor jezelf door er eerst achter te komen wat jij mooi vindt. Zeker in periodes waarin het niet goed met je gaat, is dat een opdracht voor zelfonderzoek.”

Pleidooi voor de vriendschap

Op de ep En/en is het duidelijk wat Maria Iskariot aan de wereld cadeau wil doen. Nummers als ‘Bedankt’, ‘Ze weet wat ze wil’ en ‘Sam’ zingen onvervaard de lof van de vriendschap. “Mijn vrienden zijn het huis waarin ik woon”, zingt Cazaerck. In de leden van haar band – met Amanda Barbosa (bas), Sybe Versluys (drums) en Loeke Vanhoutteghem (gitaar) – vond ze een nieuwe familie.

Cazaerck thuis in een antikraakwoning in De Pinte.© Titus Simoens

“Vriendschap is erg belangrijk voor mij. Omdat er in het theater van onze vrijgevochten maatschappij geen afgesproken rollen meer zijn, zijn we voortdurend aan het improviseren. Een gemeenschap van vrienden geeft je een context waarin je niet elke keer opnieuw moet beginnen. Je vindt er je plaats, en dat is wat mij gegrond houdt.”

‘Bedankt’ bevat een opvallend pleidooi voor verschillende levensvisies binnen een vriendengroep. Het is niet omdat zij vlees eten en jij vegetariër bent, dat jullie niet samen aan tafel kunnen zitten.

“Zeker. Het zijn diezelfde vrienden die trouwens ook hun twijfels hadden toen ik in het bos ging wonen. Maar ze zijn wel allemaal komen helpen bouwen. Dat is het mooie van echte vriendschap: het verschil in de ander zien, maar dat niet willen aanpassen. Het gewoon observeren en mooi vinden is genoeg.”

Tegelijk leidt het verschil vaak tot splitsende wegen. Je eerste band stopte omdat de leden allemaal een gezin startten.

“Als iemand een baby krijgt, kun je toch moeilijk zeggen: what the fuck is je probleem? De mooiste dingen zijn nu eenmaal vergankelijk. Je kunt alleen blij zijn voor hen, en tijdelijk doorgaan met de mensen die nog geen kinderen hebben. Die jonge ouders komen heus wel weer terug – ze hebben gewoon even andere prioriteiten.”

“Naarmate je ouder wordt, veranderen je vriendschappen. Carrières en gezinnen vergen meer aandacht, en als je elkaar ziet, is het vooral om bij te praten. Je beleeft geen avonturen meer met elkaar, zoals vroeger op school of in de scouts. Dat soort vriendschappen, met veel ruimte voor improvisatie, verdwijnt onder de druk van de productiviteit. Op dat vlak ben ik dolgelukkig met mijn band. We spenderen veel tijd samen, en dat creëert de ruimte om weer die kindse vriendschap te beleven.”

Met die band bracht je eerder al de single ‘Lief klein kind’ uit. Wat was je bedoeling met dat nummer?

“Het gaat over ouders die hun kinderen inpeperen dat ze zullen moeten knokken in het leven, en dat alles een kwestie is van winnen of verliezen. Ik heb competitiedrang lang gezien als de bron van alle kwaad in de wereld: hij leidt ertoe dat mensen zich onophoudelijk vergelijken met anderen, zichzelf druk opleggen of afgunstig worden. Als we die drang zouden kunnen verbannen, wordt de wereld plots een betere plek.”

En toch zitten jullie nu in de finale van de Rock Rally.

“Wat bedoel je daarmee?”

Dat is een muziekcompetitie.

“Dat klopt. En ik ben ook van mening dat artistieke creatie geen competitie is: kunst kun je niet vergelijken. Maar ik kan die competitiedrang ondertussen al een beetje toelaten bij mezelf. Want winnen kan functioneel zijn. Bij de Rock Rally staan er geld, naambekendheid en speelkansen op het spel. Als je een project levend wil houden waar vier mensen hun hart en ziel in leggen, vereist het ook een vorm van beloning. Anders moeten we een andere job zoeken. Dus dit is een kans die we moeten grijpen.”

Met andere woorden: Maria Iskariot leerde dat het niet loont om heiliger dan de paus te willen zijn.

“Zoiets, ja. En de paus is ook niet zó heilig, hè.”  

En/en van Maria Iskariot is nu uit. Op 28/4 in de finale van Humo’s Rock Rally in de AB, Brussel. Op 1/5 in Camping 58 (Brussel), 3/5 in JH Comma (Brugge), 25/5 op Vers Vuur (Antwerpen), 31/5 in De Casino (Sint-Niklaas).