Met overwaarde verhuizen naar buiten de stad
Amsterdam
In Utrecht, Rotterdam en Den Haag begint zich af te tekenen wat in Amsterdam al volop gebeurt: eigenaren die de enorme overwaarde op hun woning te gelde maken en naar elders vertrekken. Dat blijkt uit onderzoek van het Kadaster, uitgevoerd op verzoek van de Volkskrant.
In 2015 besloeg een kwart van de huizenaankopen van Amsterdammers een koop buiten de stad. Nu ligt dat percentage op 38 procent, ruim de helft meer. ‘De prijs per vierkante meter voor een woning in bijvoorbeeld Woerden ligt nu wel héél ver beneden die voor een woning in Amsterdam’, zegt Paul de Vries, woningmarktexpert van het Kadaster. ‘Daarom kiezen steeds meer stedelingen ervoor om te vertrekken.’
Tussen 2013 – het dieptepunt van de crisis – en afgelopen juni stegen de gemiddelde woningprijzen in de vier grote steden (G4) met 45 procent. Daarbuiten was de stijging 22 procent. In Amsterdam was het gemiddeld 64 procent.
Het Kadaster becijferde dat een op de twintig kopers uit de crisisjaren 2010 tot en met 2014 de stad inmiddels weer heeft verlaten. Zij profiteren van het toenemende prijsverschil tussen woningen in Amsterdam en woningen daarbuiten. De gemiddelde leeftijd van de vertrekkers is 37 jaar.
bijlenen
‘Met name Amsterdammers cashen echt’, zegt De Vries. ‘Als zij buiten de stad groter gaan wonen, financieren ze hun volgende woning vooral met de overwaarde die zij uit hun oude, stadse appartement halen. Stadsverlaters uit Rotterdam, Den Haag en Utrecht hebben ook overwaarde, maar minder. Zij moeten vaak nog behoorlijk bijlenen.’
Een paar jaar geleden gingen stadsverlaters uit G4 vaak naar Haarlem, De Bilt, Leiden of Vlaardingen, aldus het Kadaster. Daardoor namen vraag en dus prijs ook daar toe. Dat betekent een olievlekwerking: verhuizende stedelingen trekken nu verder naar buiten, of naar voorheen wat minder populaire buurgemeenten.
In 2017 steeg het aantal Amsterdamse huizenkopers vooral in Diemen en Weesp. In Diemen komt nu 49 procent van de kopers uit Amsterdam. Voor Utrechters waren dat Bunnik en Nieuwegein, Rotterdammers gaan iets vaker dan voorheen naar Hendrik-Ido-Ambacht en Schiedam. Hagenaren blijven vaker in de stad, en als ze dat niet doen dan blijven Rijswijk en Leidschendam-Voorburg de populairste verhuisbestemmingen.
Voor starters wordt het allengs moeilijker om op de overspannen woningmarkt nog een plek te vinden. ‘Eerder zeiden we tegen starters: “je moet naar de randgemeenten”’, zei Ger Jaarsma, voorzitter van makelaarsvereniging NVM onlangs bij een presentatie van huizenmarktcijfers. ‘Nu zeggen we: “ga naar de rand van het land”.’ <