De opmerkelijkste overwinningsspeech in de Nederlandse politieke geschiedenis ontleed

Zoals Amerikaanse presidentskandidaten in de primaries doen, gebruikte Thierry Baudet het moment dat heel Nederland hem live zag winnen voor een lange toespraak die zijn gedachtengoed bij veel nieuwe mensen introduceerde. De opmerkelijkste overwinningsspeech in de Nederlandse politieke geschiedenis, uitgelegd door Olaf Tempelman.  

‘De uil van Minerva spreidt zijn vleugels bij het vallen van de avond. En dat geldt niet alleen voor deze avond. Beste vrienden, beste campagnegenoten, beste partijgenoten, beste kompanen, nu pas in deze laatste uren van de dag namelijk komen de polls binnen, komen de nieuwtjes binnen, weten we hoe we er voor staan, hebben we kennis over wat er vandaag gebeurd is. Maar die uil van Minerva, die slaat niet alleen op deze avond zijn vleugels op. Het is breder, vaak duurt het tot het moment dat het bijna voorbij is voordat we ons realiseren wat we hebben, en wat we hadden moeten koesteren. Als het bijna te laat is.’

In de openingszin van zijn speech etaleert Thierry Baudet meteen dat hij zich door zijn goede scholing onderscheidt van andere politici die ‘het volk’ of ‘het echte volk’ weer een stem geven: deze politicus koketteert, ongebruikelijk in rechts-­populistische of hard-rechtse partijen, met zijn gymnasiumverleden en adresseert zijn kiezers bewust niet in de taal van de gewone hardwerkende ­Nederlander. De uil was het troeteldier van de godin van de wijsheid, Athene in de Griekse mythologie, ­Minerva in de Latijnse. Waar de uil zijn vleugels uitslaat, daalt de wijsheid op aarde neer, prozaïscher gezegd: gaan mensen weer echt ­nadenken.

Met de uil van Minerva is veel gekoketteerd door studentencorpora, maar voor zover bekend vloog hij niet eerder de speech van een Nederlands politicus binnen. Dat hij dat woensdagavond wel deed, is niet gespeend van enige logica. Een voornaam bestanddeel van de succesformule van Forum voor Democratie lijkt immers de excentriciteit. Mediadeskundigen zeggen vaak dat ‘simpelweg opvallen’ in deze tijd de belangrijkste brandstof is voor succes. Met de uil van Minerva, Latijnse spreuken en een clowneske tweede man als Theo Hiddema spring je er meteen uit. Coaches die politici aanraden geen intellectuele taal uit te slaan, laat staan kiezers te imponeren met elitaire woorden en ­metaforen die niemand ­begrijpt, zien over het hoofd dat als een politicus dat slim doet, het zijn aura juist vergroot.

‘En zo staan we hier, vanavond, te elfder ure, letterlijk, te midden van de brokstukken van wat ooit de grootste en mooiste beschaving was die de wereld ooit heeft gekend. Een beschaving die alle uithoeken…’ De grootste en mooiste beschaving, dus, die de wereld ooit heeft gekend. Een beschaving die alle uithoeken van de wereld bestreek. Die vol zelfvertrouwen was, en die de mooiste architectuur, de mooiste muziek en de mooiste schilderkunst heeft voortgebracht die ooit onder de sterrenhemel heeft bestaan.

Hier introduceert Baudet in een soort ‘opruiend nostalgisme’ het idee dat Nederland ooit een paradijs is geweest, zeg de Hof van Eden van de wereld. Mensen die weten dat er ooit paradijzen op aarde hebben bestaan, vermoeien zich doorgaans niet met feiten of details, ze beperken zich tot een ­romantisch visioen, en Baudet is geen uitzondering: we horen slechts dat het paradijs ‘de mooiste architectuur, de mooiste muziek en de mooiste schilderkunst onder de sterrenhemel’ heeft voortgebracht, niet, bijvoorbeeld, dat een ruime meerderheid van de inwoners van deze Hof van Eden medio 1900 straatarm was en de levensverwachting er lager lag dan in het huidige Ethiopië. Het verloren paradijs Nederland van Baudet is een romantisch schilderij, gecompleteerd met een prachtige sterrenhemel.

Ons land maakt onderdeel uit van die beschavingsfamilie.’ ‘Maar net als al die andere landen van onze boreale wereld, worden we kapotgemaakt door de mensen die ons juist zouden moeten beschermen.

Verrassend weinig mensen zullen zonder te googlen hebben geweten wat Baudet met de boreale wereld bedoelde: het Boreaal is een tijdperk in Noordwest-­Europa dat al bijna 10 duizend jaar geleden eindigde. Het adjectief ‘boreaal’ dook al op in speeches van voormalig Front National-voorman Jean-Marie Le Pen. Hij gebruikte het om een Europa op te roepen dat nog niet was aangetast door immigratie, een nog exclusief door blanken bevolkt ­Europa. Journalist Marijn Kruk stelde recentelijk dat het woord ‘boreaal’ door Frans extreem-rechts simpelweg uit de mottenballen werd gehaald als chic substituut voor ‘arisch’, een woord dat na de Tweede Wereldoorlog besmet is geraakt.

We worden ondermijnd door onze universiteiten, onze journalisten, door de mensen die onze kunstsubsidies ontvangen en die onze gebouwen ontwerpen. En bovenal worden we ondermijnd door onze bestuurders.’ ‘Een, een, een, een, een kliekje, een kliekje omhooggevallen netwerkers. Beroepsvergaderaars. Mensen die nog nooit een boek hebben gelezen in hun leven en geen idee hebben wat op de lange termijn de belangrijke issues zijn. Zij beheersen helaas de besluitvormingsorganen van ons land en maken, in een merkwaardige mengeling van onkunde en cynisch eigenbelang, keer op keer de verkeerde keuzes.’

[Man in publiek: Niet lang meer! Niet lang meer!]

Mensen die weten dat er een ‘paradijs op aarde’ heeft bestaan, hebben meestal ook een sterk idee over ‘de hel op aarde’: representanten van die hel zijn immers verantwoordelijk voor de ondergang van het paradijs. In de omschrijving van die ‘kwade krachten’ blijven adepten van het paradijs doorgaans even vaag als in hun evocaties van de Hof van Eden. Bij Baudet zijn de kwade krachten ‘een kliekje van omhooggevallen netwerkers. Beroepsvergaderaars. Mensen die nog nooit een boek hebben gelezen (…)’

Daar kun je wat noemt alle kanten mee op, en dat kan Baudet: die kwade krachten zitten namelijk overal: op universiteiten, in de journalistiek, in de bestuursorganen. Ze ontwerpen zelfs onze gebouwen! De duivel die paradijs Nederland ondermijnt, is één grote samenzwerende politiek-economisch-journalistiek-educatief-architectonische kongsi. Dat enig bewijs voor dit complot, nu ja, ontbreekt en dat Baudet daar mogelijk zelf ook niet in gelooft, neemt niet weg dat hij hier zonder gêne inspeelt op de gevoeligheid voor complotdenken onder veel van zijn kiezers. Interessant is dat daarna even de zon doorbreekt in de apocalyptische speech. Nog is alles niet verloren. Immers: als het prachtige Nederland voorgoed ten onder was gegaan, zou het zich ook met een stem op het Forum voor Democratie niet meer tot leven laten wekken.

‘Economisch onbenul Mark Rutte verhoogt de belastingen op het dieptepunt van de crisis, waardoor de koopkracht ernstig afneemt, de pensioenen niet kunnen worden geïndexeerd en nu vandaag in totaal 2.5 miljoen mensen langs de kant staan in onze samenleving. Onder de armoedegrens, werkloos of quasi-werkloos.’

[boegeroep]

Vervolgens lieten de achtereenvolgende kabinetten Rutte de grenzen wagenwijd openstaan en braken die kabinetten immigratierecord na immigratierecord. Met alle immigratie en integratieproblemen die we al hebben werden op nieuw honderdduizenden mensen uit totaal andere culturen dan de onze binnengelaten, en stemde de coalitie ook nog eens tegen onze motie om de Syriërs die terug kunnen ook te helpen terug te keren.’

Vervolgens tekende zij het Marrakesh-immigratiepact, met alle gevolgen die dat de volgende jaren ook weer zal hebben. Een absolute crisis bij de politie dreigt, waardoor onze veiligheid op straat, die al nauwelijks meer kán worden gewaarborgd, nog verder onder druk zal komen te staan, en we natuurlijk ook de afgelopen maandag in Utrecht zagen dat verkrachters, roofovervallers, levensgevaarlijke mensen gewoon vrij rondlopen. Het is een schande.’

[applaus en gejuich]

‘En er is een kaalslag gaande in ons onderwijs. Er is echt een kaalslag gaande in ons onderwijs. Er is een bureaucratische woeker in de gezondheidszorg. En beide moeten worden aangepakt. Maar, dat zijn niet alle fouten van Rutte. Hij liet bijvoorbeeld ook alle plannen van die verschrikkelijke Europese Unie om de baas over ons te spelen, gewoon doorgang vinden. Hij offerde de pulsvissers op, liet de boeren met hun fosfaatrechten stikken, en accepteerde dat ook onze pensioenen nu geleidelijk onder EU-toezicht worden gebracht.’

‘Wat is hier aan de hand? Waarom gebeurde dit allemaal? Men gelooft niet meer in Nederland. Dat is zeker. Niet meer in de westerse beschaving ook, niet meer in onze taal, die inmiddels is afgeschaft op onze universiteiten. Men gelooft niet meer in onze kunsten, in ons verleden. Men gelooft niet meer in onze feestdagen, onze helden, onze traditionele stedebouw.’

Hier gaat Baudet aan de haal met het idee dat ‘de westerse beschaving’ ten onder gaat door gebrek aan zelfvertrouwen, zich net zo door migranten onder de voet laat lopen als het Romeinse Rijk 1.500 jaar terug door barbaren (barbaren die destijds interessant genoeg wit waren en uit dat prachtige boreale noordwesten van Europa kwamen). Het gebrek aan zelfvertrouwen van de westerse wereld of de ‘westerse zelf-afschaffing’ is een thema dat de laatste tien jaar gestaag populair is geworden bij populistische partijen. Het staat onder meer centraal in Thilo Sarrazins controversiële boek Deutschland schafft sich ab uit 2010, waarvan ettelijke miljoenen exemplaren zijn verkocht.

Vooralsnog is de Nederlandse taal niet geheel afgeschaft aan de universiteit, en worden Baudets zorgen over de toekomst daarvan gedeeld door personen die deel uitmaken van de vermeende kongsi die Nederland te gronde zou richten. Dat Nederlanders niet meer in hun ‘traditionele stedebouw’ geloven, wordt weersproken door de opmars van flink wat Hollandse ‘retro-architectuur’; dat Nederlanders door toedoen van immigranten niet meer in hun feestdagen geloven, door gigantische hoeveelheden recalcitrante Zwarte Pieten buiten de Randstad. Nederlanders die inzake de ouderwetse knecht van de Sint ‘capituleren’ voor druk van buiten, zijn nog steeds een minderheid. Nederlandse feestdagen die in vergelijking met de goeie ouwe tijd aan belang hebben ingeboet, zijn de niet-controversiële uit de christelijke kalender. Je kunt beweren dat daar eerder de ontkerkelijking dan een gebrek aan zelfvertrouwen debet aan is.

‘Maar in al dat ongeloof, in dat immense vacuüm, dat culturele en spirituele vacuüm, is tegelijkertijd haast ongemerkt een grandioze ketterij binnengedrongen. Een nieuwe immanente religie, een politieke theologie. De leden van het kartel, ze geloven in niets. Maar vereren tegelijkertijd één afgod, genaamd transitie.’

‘Honderden miljarden, wij denken zelfs duizend miljard in totaal, als je alle kosten bij elkaar optelt, willen zij offeren op het altaar van deze afgod. In de vorm van windmolens, warmtepompen, zonnepanelen en andere volkomen onrendabele projecten, die ons niets brengen, die de planeet niet verder helpen, maar die ons wel heel erg veel geld kosten en dus heel erg straffen.’

‘Het is een masochistische ketterij, dit geseculariseerde zondvloedgeloof, dat zich in onze tijd heeft meester gemaakt van de harten en geesten van onze bestuurders. Een manie, vergelijkbaar met de doodscultus die ooit Paaseiland teisterde.’

Windmolens en zonnepanelen als 21ste-eeuwse Hollandse equivalenten van de doodscultus op het Paas­eiland: Baudet is veel geparodieerd, maar de echte steekt hier imitators naar de kroon met het oprekken van de grenzen van de potsierlijkheid. Het apocalyptische toekomstvisioen dat Baudet de milieubeweging ten laste legt, is een staaltje ‘de pot verwijt de ketel’: hijzelf acht immers ook onze ondergang nabij, zij het niet door toedoen van een klimaatramp, maar door toedoen van de milieubeweging.

‘En deze duurzaamheidsafgoderij stort niet alleen onze economie in de totale ondergang. Hij is ook bedoeld om onze geest, ons zelfbewustzijn, nog verder te krenken. Inderdaad, schuldgevoel is het geen waar deze klimaathekserij zich mee voedt. Wij moeten boeten, zo papegaaien de machtzoekende bestuurders van dit land, de ecologische hoge priesters na. Het is pure oikofobie! Pure zelfhaat!’

Oikofobie, oftewel angst voor de ‘oikos’, het eigene, is al jaren een sleutelwoord in het gedachtengoed van Baudet. Het begrip werd gepopulariseerd door de bekende Britse conservatieve filosoof Roger Scruton, die ermee verwijst naar een vermeende angst van West-­Europeanen voor hun eigen cultuur en gebruiken in het algemeen, en hun eigen natiestaat in bijzonder. ­Samen met de Leidse rechtsgeleerde Paul Cliteur verzorgde Scruton de begeleiding van Baudet tijdens het werk aan diens proefschrift, handelend over de ontwrichting van de Europese natiestaten door toedoen van de Europese Unie.

Baudet verwierf voor het eerst bekendheid bij een groter publiek toen dit proefschrift in 2012 in boekvorm werd gepubliceerd onder titel De aanval op de natiestaat. De donkere kanten van de Europese natiestaten, zoals hun sleutelrol in het veroorzaken van zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog – mogelijke oorzaken van ‘oikofobie’ –, komen er in dit werk bekaaid van af. Marijn Kruk beschreef voor De Correspondent hoe Baudet persoonlijk een exemplaar afleverde bij Jean-Marie Le Pen, bij wie hij al eerder, in 2009, een audiëntie had gekregen.

‘Het is een schuldcomplex, dat blijkbaar een uitweg nodig heeft. En als u er iets van wil zeggen, als de bevolking zich keert tegen de algehele capitulatie van onze bestuurders, als de mensen in dit land protesteren, weet u wat ze dan doen, dan schaffen ze het referendum af.’

[boegeroep]

‘Dat is de toestand van ons land vandaag. Die arrogantie, dames en heren, vrienden, die stupiditeit, die is vandaag afgestraft.’

[gejuich en applaus, publiek scandeert 'Thierry!']

‘Want op deze dag, nu we in deze crisis verkeren, deze schemer, deze zonsondergang, op deze dag is de uil van Minerva dan toch opgestegen. Vandaag is Forum voor Democratie ofwel de grootste ofwel de gedeeld grootste of wel de één na grootste partij van Nederland geworden.’

[gejuich en applaus, publiek scandeert iets zachter 'Thierry!']

‘De kiezers in Nederland, de kiezers in Nederland hebben net als de uil van Minerva hun vleugels uitgespreid, hebben hun ware macht getoond. De uil der wijzen is gaan vliegen en heeft de hele aardkring in beweging gebracht. Want deze vleugels zijn niet alleen vleugels om mee te vliegen, het zijn ook wieken om lucht mee te slaan, om een veranderingswind in gang te zetten. Om ons land weer van ons te maken en een einde te maken aan het tijdperk van culturele, economische en politieke capitulatie.’

[applaus]

‘Vrienden, vrienden. Wij hebben niet stilgestaan de afgelopen tijd. We hebben meer dan tweeduizend cv's doorgespit. We hebben meer dan dertienhonderd mensen gesproken, we hebben meer dan zeshonderd diepte-interviews afgenomen, we hebben honderden mensen getraind. We hebben fantastische lijsten samengesteld, en met die mensen een hoopvolle, optimistische en serieuze campagne gevoerd.’

‘Heel Nederland hebben we bezocht, in zalen, op straten, in winkelcentra. Bij bedrijven zijn we geweest, scholen, ziekenhuizen. Overal. En we hebben het hele land in beweging gekregen. En het resultaat, dames en heren, het resultaat.. vanavond.’

[gejuich en applaus]

‘Het resultaat. De zon was mij nooit opgevallen, zegt Menno Wigman, als hij niet steeds was ondergegaan. De schoonheid van Nederland was mij nooit zo duidelijk op het netvlies gekomen als ons mooie land niet zo was verkwanseld door de bestuurders van het kartel.’

[gejuich en applaus]

‘Sterker, als dit alles niet was gebeurd, deze ongecontroleerde immigratie, die ons straatbeeld zo vertekent, al die linkse indoctrinatie in het onderwijs, al die lelijke architectuur, en die machtsuitbreiding van de EU, al die klimaatketterij. Als al die zaken niet waren gebeurd, dan was ik nooit de politiek in gegaan.’

In één alinea springt Baudet van het citeren van de ­recentelijk overleden dichter Wigman (diens familie ­reageerde woensdag verbijsterd op dit ‘eerbetoon’) naar een kreet die in 20ste eeuw veelvuldig werd gebezigd door zowel fascistische als communistische bewegingen: ‘Wij zijn naar het front geroepen.’ Waar politici verklaarden roeping te hebben voor ‘het front’, of dat nu in Franco’s Spanje, Mussolini’s Italië, de Sovjet-Unie of het Derde Rijk actief was, bleek geweld tegen mensen die niet naar het front waren geroepen, minderheden dan wel klassenvijanden, soms niet ver weg.

Een verschil tussen Baudet en mannen in leren jassen van weleer, is gelukkig dat hij niet tot concrete acties tegen specifieke groepen gelast. In plaats daarvan haalt hij de mammoet erbij om slachtoffers van ‘enkele tientallen jaren indoctrinatie door de media en het onderwijs’ een hart onder de riem te steken. De nakomelingen van de boreale Europeanen die 5.000 jaar geleden reusachtige mammoeten konden vloeren, die zijn best opgewassen tegen linkse leerkrachten en journalisten, die nakomelingen van mammoetjagers krijgen van Baudet hun kracht terug.

‘Maar.. maar wij zijn.. maar wij zijn naar het front geroepen. Omdat het moet. Omdat ons land ons nodig heeft.’

[gejuich en applaus]

‘En wij - beste, beste vrienden, wij, wij zijn het product van driehonderdduizend jaar evolutie. Wij hebben meerdere ijstijden overleefd. Wij hebben mammoeten gevloerd. Wij.. wij zijn dragers, wij zijn erfgenamen van de grootste beschaving die ooit heeft bestaan. Wij dragen een unieke kracht, en enkele tientallen jaren van indoctrinatie door de media en het onderwijs kunnen dat nooit begraven. Iets wat in ons zit, wat nooit kan worden afgepakt.’

[applaus en gejuich]

‘En vandaag, en dat voel je ook in de zaal, vandaag hebben we gekozen om weer te strijden. Weer te dromen, weer te hopen, weer te vechten. En als ik nu terugkijk op de afgelopen drie jaar, dan is dat het sterkste gevoel wat ik heb. Wat wij samen hebben bereikt, die zin om weer te bouwen, die zin om er weer voor te gaan, dat geloof in de toekomst. En daar wil ik jullie voor bedanken.’

‘Toen wij begonnen, toen wij begonnen aan deze reis om samen met al de mensen die hier nu zijn en nog veel meer mensen, handtekeningen te verzamelen voor het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne, toen zei iedereen, weet u nog wat iedereen toen zei? Lukt.. lukt je nooit.’

‘Daarna moesten we de dertig procent opkomstdrempel halen. 6 april 2016. Iedereen zei: lukt je nooit. Wij zijn het hele land doorgegaan. Overal geweest, overal gedebatteerd. Iedereen dacht dat het ons niet ging lukken, maar het lukte ons wel. We haalden het. Het werd een overweldigend nee. Rutte lachte. Iedereen lachte, want er was een inlegvelletje tevoorschijn getoverd, weet u nog, waarmee de stem van de bevolking terzijde werd geschoven. Wij namen het niet. Wij accepteerden het niet, en wij startten onze eigen partij.’

‘En iedereen had het over versplintering, en iedereen had het over Peppi en Kokki en dit en dat, en iedereen zei: lukt je nooit. Maar het lukte ons wel. En we kwamen met twee zetels in de Tweede Kamer, op 15 maart 2017.’

[gejuich en applaus]

‘En ook toen, ook toen hadden ze hun woorden klaar. Ook toen lachte Mark Rutte en hij zei: met twee zetels in de Kamer effectief oppositie voeren. Lukt je nooit! En hier staan we vanavond. Hier staan we vanavond, in alle provincies zijn we vertegenwoordigd!’

[gejuich en applaus]

‘In de Eerste Kamer zijn we vertegenwoordigd! Jullie hebben Annabel gehoord, in Amsterdam zijn we er! Vanavond is hier ook Derk Jan Eppink, die de lijst aanvoert voor het Europees Parlement, ook daar staan we er! En vandaag is dus het moment om een boodschap te sturen aan Mark Rutte en de gevestigde machten. Forum voor Democratie nog langer negeren, dat lukt je:’

[publiek: Nooit!]

[Publiek scandeert 'Thierry']

Wij weten.. als FvD'ers weten wij dat je de metafysische grondslagen van het christendom niet hoeft te aanvaarden om toch de wederopstandingsgedachte als leidend motief, hè, van de westerse beschaving te kunnen aanvaarden.’

Hier breekt de zon die eerder in de speech al even scheen helemaal door de wolken heen. Het einde van de donkere tijden is nabij. De partij van de wedergeboorte (misschien nog wel een mooiere naam dan Forum voor Democratie) is gekomen om Nederland van de EU, de milieubeweging, de netwerkers en de beroepsvergaderaars te verlossen. Voor toehoorders die niet doorhadden dat het verlossings- en wederopstandingsmotief uit het Nieuwe Testament zijn geleend, licht Baudet dat expliciet toe.

Het Forum voor Democratie is geen christelijke partij, maar heeft wel iets met ‘de wederopstandingsgedachte als leidend motief’. Sommige psychiaters zullen zeggen dat iemand die zijn politieke activiteit het begin van de wederopstanding van een land noemt, narcistische kenmerken heeft. Wat je ook van die diagnose mag vinden, tot opmerkelijke speeches leidt het wel. Qua originaliteit springt deze overwinningsrede er in de Nederlandse politiek helemaal uit.

‘Iets dat dood leek, iets dat voorbij leek, iets dat eh.. dat achter ons zou liggen, iets dat definitief achter ons zou liggen, dat kan, zo weten wij, weer tot bloei komen. Het idee dat iets dat dood was, iets dat voorgoed voorbij was, weer tot bloei kan komen, precies dat, precies dat, beste vrienden, is ons, onze leidraad, is ons leidende motief. Het is ons levensmotto.’

‘Want wij zijn de partij van de wedergeboorte. Wij zijn de partij van de Renaissance. En dat is wat wij willen bewerkstelligen. En het is nooit urgenter geweest dan nu om dat te bewerkstelligen. Het is nooit noodzakelijker geweest dan nu dat mensen van goede wil de handen inéén slaan. Om de banden met onze tradities te herstellen. Om onze kracht te hervinden en nieuwe kruisbestuivingen tot stand te brengen. Om al het goede dat we in de wereld kunnen vinden te verbinden met onze oude wortels en zo het land weer te laten bloeien.’

‘Wij zijn aan het bouwen. We zijn bezig een partij te bouwen met een opleidingsinstituut, met lokale afdelingen, met provinciale fracties. Met een Eerste Kamerfractie, met een Tweede Kamerfractie, met een Europese Parlementsfractie. Wij gaan een nieuwe generatie opleiden, en we gaan de huidige leiders vervangen en verslaan.’

[gejuich en applaus]

Wij hebben de mensen om de Europese Unie te verslaan. We hebben concrete oplossingen om de massa-immigratie te stoppen. We hebben de mensen die controle over onze grenzen kunnen herstellen en de euro-munt te ontvlechten. Zodat wij eindelijk weer de baas worden in ons eigen land. [gejuich en applaus] We zulllen niet rusten. Wij zullen niet rusten totdat onze democratie is hersteld, en het partijkartel is gebroken.

[gejuich]

We gaan bindende referenda introduceren.

[gejoel]

Volksinitiatieven. Open sollicitaties voor publieke functies. Gekozen burgemeesters. En wij saneren, wij saneren de NPO.

[gejuich en applaus]

‘Zo is het. Opnieuw gaan we... opnieuw gaan we voorbij onze horizonten reiken. We gaan een Renaissance teweeg brengen. Waarin ons zelfvertrouwen is hersteld, waarin we weer veilig kunnen leven in een vertrouwde omgeving, waarin de democratische rechtsstaat is hersteld, en de economische en culturele dynamiek kan terugkeren. En zoals u dat weet doen we dat graag met alle andere partijen en bewegingen die ons willen versterken, want wij zijn het vlaggenschip van de Renaissancevloot.’

[gejuich en applaus]

‘En andere schepen kunnen zich bij ons voegen. We willen met iedereen samenwerken. Dat gaan we gestalte geven in de provincies, dat gaan we gestalte geven op nationaal niveau, en dat gaan we gestalte geven op Europees niveau. Want vrienden, wij gaan met deze partij de trots van ons land herstellen.’

[gejuich]

‘We gaan.. op deze rots gaan wij onze zuil bouwen. We gaan onze democratie herstellen. En vandaag, vandaag, is de eerste grote veldslag.. gewonnen! Dankjewel!’

[gejuich en applaus, publiek scandeert 'Thierry']