Direct naar artikelinhoud
Tegenwind

Hugo Claus is niet dood, wij zijn dood

Hugo CampsBeeld Bob Van Mol

Dissidentie mag ook. Onder die vlag vaart Hugo Camps.

Over een kleine drie weken is Hugo Claus tien jaar dood. In een literair bevlogen land is dat gisteren. Hier weten hele generaties nog nauwelijks van het bestaan van de grootmeester.

In mijn nochtans riante boekwinkel staan welgeteld twee boeken van Claus in de rekken. Nee, niet Het verdriet van België – te duur, te dik, te gelaagd. Dunne boekjes. De verwondering en Het jaar van de kreeft herinneren als perkamenten schilfers nog aan zijn schrijverschap. Wel achterin, waar liefhebbers van kookboeken nooit komen. Van de dichter geen spoor.

Het zou een lichte troost kunnen zijn dat Reve en Mulisch niet in de rekken staan, maar dat zijn Nederlanders. W.F Hermans is nog wel aanwezig: drie boeken. Laatst stond ik in Biarritz in de schitterende boekwinkel van ex-wielrenner André Darrigade. Een feest. Albert Camus was prominent aanwezig. Van zijn rek kon je makkelijk een veldbed maken. Heeft de Franse existentialist dan zoveel meer te zeggen dan Hugo Claus? Niet wat zijn productie betreft en ook niet in de breedte van zijn spectrum. Maar in Frankrijk zijn schrijvers nog leermeesters en die veeg je niet weg uit het tijdsbeeld naar een onooglijk hoekje. Zij zijn ook nu nog bevoorrechte getuigen van mensvorming.

Als er één schrijver is geweest die de Vlaamse ziel, met rafels van brakke charlatanerie, als een vampier heeft besprongen dan wel Hugo Claus

Gedateerd

Claus als leermeester? Reken maar. Al denken leraren in het secundair onderwijs daar anders over. Ze negeren de grootste Vlaamse schrijver met klerikale passie. Ze hebben bepaald dat Claus geen schrijver meer is voor de schoolgaande jeugd. Zijn literatuur is gedateerd, zeggen ze. Intellectuele luiheid doet geen pijn.

Als er één schrijver is geweest die de Vlaamse ziel, met rafels van brakke charlatanerie, als een vampier heeft besprongen dan wel Hugo Claus. Hij heeft dit volk helemaal uitgebeend, van nationalisme tot bijgeloof, van verknechting tot lafheid. Als zo’n schrijver gedateerd is dan is het volk dat ook. Het probleem is eerder dat Claus te moeilijk en te gelaagd is voor de meeste leraren. Dan is het handig om leven en dood van zo’n contrasterend enigma in vergetelheid te versleutelen. Geen afbreukrisico van het eigen prestige.

Een volk dat zijn grote schrijvers niet heeft gelezen, bevindt zich in het vacuüm van de geschiedenis. Het is een vorm van analfabetisme. Dat komt sommige politieke leiders goed uit, maar is een vernedering voor leraren en opvoeders. Het onderwijs: stenigen!

Een volk dat zijn grote schrijvers niet heeft gelezen, bevindt zich in het vacuüm van de geschiedenis. Het is een vorm van analfabetisme

Poëzie

Niet alles wat Hugo Claus op papier heeft gezet, was een meesterwerk. Maar ook bij mindere inspiratie imponeerde zijn literaire veelzijdigheid en erotische speelsheid iedereen die troost zoekt in de kracht van het woord. Daar komt bij dat hij het land, het volk en zijn leiders tot in de haarvaten heeft blootgelegd. Je hoeft zijn boeken maar open te slaan om te weten wie we waren en wie we zijn.

Echt verdrietig word ik bij de gedachte dat ook de poëzie van deze dichter niet meer wordt doorgegeven aan onze jeugd. De poëzie van Claus verbreekt de laatste boeien waaraan een mens gekluisterd zit, maakt vrij en bezingt de heffe van de liefde. Goddelijke woorden.

De poëzie van Claus verbreekt de laatste boeien waaraan een mens gekluisterd zit, maakt vrij en bezingt de heffe van de liefde

In mijn boekenwinkel kom je Gabriel Garcia Márquez nog in veelvoud tegen. Schopenhauer is er ook en zelfs de Russen houden de rug recht. Ook daarom is het schamel aantal van twee werkjes van Claus een slag in het gezicht.

Hugo is niet dood, wij zijn dood.