Direct naar artikelinhoud
Cargo

"Als je op zo'n vissersboot denkt dat de nulmeridiaan door je gat loopt, kan je het wel schudden"

Sam Louwyck in CargoBeeld rv

In Cargo, zijn eerste langspeler, laat regisseur Gilles Coulier zien hoe een Oostendse vissersfamilie die tot de rand van de afgrond gedreven wordt. Wij schoven aan bij Sebastien Dewaele en Sam Louwyck, die in de film respectievelijk de jongste en de oudste broer spelen. Dat leverde een gesprek op over vissers en de kracht van de zee maar ook over poëzie en de vergeten schoonheid van traagheid. 

Het weze duidelijk dat Cargo wat jullie betreft over veel meer gaat dan enkel Oostende en het vissersmilieu. 

Sam Louwyck: “Cargo leunt voor mij toch dicht aan tegen de klassieke drama’s waar Shakespeare een patent op had. Net zoals Shakespeare de lotgevallen van het Deense koningshuis gebruikte als kapstok om er een universeel verhaal aan op te hangen, heeft Gilles (Coulier, red.) een Oostendse vissersfamilie gebruikt om een paar belangrijke hedendaagse thema’s aan te snijden.”

Sebastien Dewaele: “Het gaat in se over het onvermogen tot communiceren tussen drie mannen, die na de dood van hun vader niet meer weten van welk hout pijlen maken en af te rekenen krijgen met onverwerkte en nooit uitgesproken trauma’s. Je hoort toch vaak dat familieleden rond het sterfbed beginnen te vitten over zaken waarmee ze al jaren worstelen? Het is alsof mensen met het oog op de nakende dood van een naaste in een soort catharsis belanden en ineens beseffen wie ze echt zijn.”

Cargo is veelgelaagd. Het familieverhaal is het kader, de persoonlijke ontwikkeling van de personages geeft kleur, én er zit een groot stuk Vlaams naturalisme in de film: wie in de vissersfamilie geboren wordt, kan er niet aan ontsnappen.

Sam: “Dat geldt niet enkel voor de visserij. Als je ouders een bakkerij hebben of een slagerij, of marktkramers zijn, probeer dan maar eens een andere weg in te slaan. Je zet familietradities niet zomaar opzij. Dat is een universeel gegeven. Hoe vaak zie je het niet dat een familiebedrijf te allen prijze moet blijven voortbestaan? Dat grootmoeder tegen haar volwassen kleindochter zegt dat het ‘toch wel tijd is’ om aan kinderen te beginnen, niet omdat ze per se overgrootmoeder wil worden, maar omdat ze wil dat het niet allemaal voor niets geweest is.”

Je zet familietradities niet zomaar opzij, dat is een universeel gegeven
Sam Louwyck

Sebastien: "Ik denk dat het er in de Oostendse visserij vandaag iets anders aan toegaat dan pakweg tien, twintig jaar geleden. Er zijn amper nog zelfstandige vissers. Vroeger moesten kinderen van dertien, veertien jaar oud mee met hun vader, de zee op. Daar stelde je je geen vragen bij. Die traditie heeft eeuwen geduurd, van Kaapvaarder tot IJslandvaarder, tot vandaag."

Sebastien Dewaele als William, de jongste broer van het vissersgezinBeeld rv

Sam: “We hebben tijdens het draaien een aantal oudere vissers leren kennen. Allemaal willen ze dat de stiel niet verloren gaat. Smetje (een van de vissers in de film, red.) heeft aan elke zoon een boot gegeven. Zonder te vragen wat ze met hun leven wilden aanvangen. ‘Varen, dat ga je doen.’ Klaar.”

Vaarwel romantiek, welkom realiteit. Eén scene die bleef hangen: je hoort en ziet een aantal oude vissers vertellen over de tijd van toen. Coulier vermengt fictie met non-fictie, waardoor je plots naar een stukje Strip-Tease (legendarisch RTBF-programma met telkens een minidocumentaire) zit te kijken. Als kijker word je zo helemaal in die wereld getrokken.

Sam: “Ja, de verhalen die ze vertellen, waren toch beklijvend. Op hun veertiende zaten ze al op de boot naar IJsland. Ik denk niet dat er toen veel veertienjarigen de keuze hadden om voor school te kiezen.”

Sebastien: “Af en toe ontsprong een visserszoon de dans, en mocht hij toch gaan studeren. Dat was niet altijd zonder gevolgen: oudere broers reageerden vaak jaloers, omdat zij die kans niet kregen. De visserij is een harde en ruwe stiel, niet iedereen is ervoor in de wieg gelegd. Mijn personage, William, krijgt de kans om een ander pad te kiezen, maar bakt er helemaal niets van. Hij raakt helemaal op de dool. Trouwens, de relatie tussen de drie broers vind ik erg mooi weergegeven. Ik kom zelf uit een gezin met drie jongens. Ik was de jongste. Iedereen denkt altijd dat de jongste een streepje voor heeft, dat de andere twee het pad geëffend hebben, maar ik heb dat alleszins zo niet ervaren. Dat je anders behandeld wordt, is wel een feit. Het drie-broers gegeven wordt in vrijwel elk gezin op dezelfde manier ervaren: de oudste moet het goed doen voor zijn moeder en vader, de middelste hangt er wat tussenin en de jongste doet wat-ie wil.”

Fitnessen

Opmerkelijk in het verhaal is dat Francis zich op het sterfbed van zijn vader uit als homoseksueel. Homoseksualiteit in een hard vissersmilieu lijkt me niet meteen iets waar je mee te koop loopt. Jullie hebben tijdens de voorbereiding van jullie rol met vissers gepraat. Kwam dat ter sprake?

Sam: “Ik denk dat je nog zou opkijken van de manier waarop vissers daarmee omgaan. Er is een zekere ‘er ruist iets in het struikgewas’-mentaliteit. Ze weten wel dat het bestaat, maar je moet het niet per se allemaal gaan benoemen.”

Elke acteur bereidt zich op zijn manier voor op een nieuwe rol. Hoe hebben jullie het aangepakt?

 Sebastien: “Ik heb heel mijn leven aan de Kust gewoond. Ik ken het vissersmilieu wel een beetje. Als kind ging ik bij een onthaalmoeder wier man visser was. Oostendenaars komen sowieso makkelijk in contact met de visserij. Je hebt De Trap, de Vismijn...allemaal bekend terrein. Ik had me misschien wat meer kunnen onderdompelen in het vissersmilieu om de karakters van de vissers wat te doorgronden, maar uiteindelijk bleek dat niet nodig, want mijn personage heeft nooit in dat milieu vertoefd. Mij ging het vooral om de persoonlijke ontwikkeling van William, die net drie maanden in de gevangenis heeft gezeten. En wat doe je in de gevangenis? Fitnessen. Ik heb dus drie maanden gefitnesst (lacht), en had daarvoor een personal trainer: Brahim Benaoudi, de broer van de jongste imam van Gent, waar onlangs de koning en de koningin iftar zijn gaan nuttigen. Kleine wereld, hé.” (lacht)

Ik heb nogal wat research gedaan. Ik wou kunnen meepraten met de mannen die ik op café tegenkwam zonder door de mand te vallen
Sam Louwyck

Sam: “Ik heb wel nogal wat research gedaan, alleen al om aan te voelen hoe groot de verantwoordelijkheid is die je hebt als visser. Dat is niet min. Ik wou kunnen meepraten met de mannen die ik op café tegenkwam, zonder door de mand te vallen. Ik heb en parcours zeer veel respect gekregen voor die oude vissers. Ik woon in Oostende en loop een aantal van die mannen nog dagelijks tegen het lijf. Die wereld is toch een beetje onder mijn huid gaan zitten.”

Hoe reageerde de vissersgemeenschap op het nieuws dat er een film zou gedraaid worden over hun wereld?

Sam: “Het interesseert hen enorm. De Oostendse vissers zien in de film een kans om eindelijk eens naar buiten te treden met een waarachtig verhaal. Het is geen platte documentaire of een artikel van een halve pagina die als pleister op een grote wonde ligt. Meer dan een fictiefilm is Cargo een tijdsdocument over een milieu dat gedoemd is te verdwijnen. Het werd tijd dat iemand die wereld eens op een poëtische, maar waarheidsgetrouwe manier in beeld bracht.”

De vissers die wel nog varen en hard werken zitten al in een levend Bokrijk-aan-zee waar toeristen eens naar kunnen kijken. Ik vind dat triest
Sebastien Dewaele

Sebastien: “Ik heb de indruk dat de visserij vandaag al voor een stuk beschouwd wordt als erfgoed. Zeer ambigu: de vissers die wel nog varen en hard werken, zitten al in een soort van folklore-hoekje, een levend Bokrijk-aan-zee waar toeristen eens naar kunnen kijken. Ik vind dat nogal triest.”

Fitnessen
Beeld rv

Sam: “Kijk naar de Amandine, de laatste Oostendse IJslandvaarder die als een museumstuk bij de jachthaven ligt. Voor toeristen is dat een boeiend stukje erfgoed, maar voor vissers die er in meegevaren hebben, is dat toch een beetje dubbel. Het leven dat de vissers hadden, staat mijlenver van die vermeende romantiek die aan de visserij toegedicht wordt. Zeker vandaag niet meer. Het is helemaal geen verhaal van ‘stoere-zeebonken-bij-elkaar’, maar een overlevingsstrijd. Ik ben een paar keer meegevaren en wat je dan ziet, is schrijnend: de grote concurrenten halen knal voor je neus alle vis uit de zee, met beter materiaal, meer volk en meer schepen. Probeer daar als kleine visser maar eens tegen te concurreren.”

Sebastien: “Mooi is dan weer wel dat vissers een hechte gemeenschap vormen. Iedereen is er voor iedereen. Telkens ze op zee gaan, leggen ze hun leven voor een stuk in de handen van het lot. Veel mensen onderschatten die wereld. Tegen de kracht van de natuur, tegen de zee is niemand opgewassen.”

Sam: “Neem je op één moment de verkeerde beslissing, dan kan het afgelopen zijn. Neem het op tegen de zee en je weet wie het onderspit zal delven.”

Teken van vertrouwen

Als ik het goed begrijp, was dit voor jullie beiden een ingrijpende periode. Niet enkel als acteur, maar ook als mens.

Sam: “Jazeker. Als er één rol is die me iets heeft bijgebracht, dan toch deze. Over loyaliteit, hechtheid en het vertrouwen van een groep. Ik weet nog goed dat ik op een dag een net in mijn handen kreeg, een teken van vertrouwen. Ik was toen niet langer meer Sam-de-acteur, maar Sam-de-visser. Je moet tonen wat je waard bent. Op zo’n vissersboot word je een deel van de bemanning. Als je dan denkt dat de nulmeridiaan door je gat loopt, kan je het wel schudden.”

Neem het op tegen de zee en je weet wie het onderspit zal delven
Sam Louwyck

De nietigheid van de visser in de woeste zee. Opmerkelijk is dat Gilles Coulier dat beeld heeft doorgetrokken naar het acteren zelf: jullie spelen heel klein, zonder veel dialoog. Roland, die de rol van vader Leon speelt, zegt bijvoorbeeld helemaal niets.

Sam: “Als je erg klein speelt, en vooral je mimiek gebruikt, kan je grootse gevoelens weergeven. Cargo gaat niet noodzakelijk over ‘vandaag’, maar wil door de traagheid en de poëzie van de beelden tonen dat er een ander ritme bestaat dan dat wat we nu gewend zijn. Iedereen zit te tokkelen op een smartphone of een tablet en wordt voortdurend gebombardeerd met impulsen. Er lijkt geen ander ritme te bestaan. Cargo dwingt je in een ander ritme.”

Teken van vertrouwen
Beeld rv

Sebastien: “Gilles heeft veel aandacht gegeven aan de juiste blik op het juiste moment. Dat een uitdrukking die net dat tikkeltje langer duurt een scène een heel ander gevoel geeft. Het was echt werken op het scherp van de snee. Scènes begonnen doorgaans groot, maar eindigden heel klein en subtiel. Er zit veel poëzie in Cargo.”

Over poëzie gesproken: er is een moment in de film dat me deed denken aan een scène uit Rundskop. Het moment waarop Jean als een gebeeldhouwde Griekse kouros in de douche staat, bracht me bij Matthias Schoenaerts op de badrand. Twee sterke mannen in hun breekbaarheid. Een bewuste ode?

Sam: “Ik denk het niet. Veel iconische beelden liggen opgeslagen in ons collectief geheugen. Kijk naar De Denker van Rodin of De Schepping van Adam van Michelangelo. Die douchescène triggert een ander klassiek beeld. Het is een sterk stukje fotografie, dat wel.”

Sebastien: “De metafoor is daar wel mooi. Het water dat alles wegspoelt. Ik denk dat iedereen wel al eens zo’n moment gekend heeft.”

Ruwere kop

Als er iets opvalt in Cargo, dan toch de fotografie. De film zit vol prachtige tijdloze beelden.

Sebastien: “De samenwerking tussen Gilles en David (Williamson, cameraman, red.) is echt straf. Ik had bij Bevergem al gezien hoe goed die twee op elkaar afgestemd zijn. In het laatste shot van Cargo sta ik op het strand, maar David wou pas draaien op het moment dat het licht perfect zat. The magical hour. David voelt als geen ander wanneer het moment goed zit. Ofwel pak je het, ofwel zit je ernaast. Bij David zit het er vrijwel altijd helemaal op.”

Dewaele en Louwyck in een scène met Wim Willaert, die de derde broer speelt.Beeld rv

Sebastien, jouw acteercarrière kent de laatste jaren een vlucht: ik ken je als Jezus bij Bataclan, als de ietwat sullige Kenny in Bevergem, als boerenzoon Steven Welvaert in Eigen Kweek, als acteur in Zingarate en nu als bajesklant. Je kan zowat alle rollen aan.

Sebastien: “Ja, ik heb het geluk dat ik nogal een zacht gezicht heb, zeker in vergelijking met dat van Sam. (lacht) Ik kan er veel kanten mee uit. Dat is een voordeel, maar toch moet alles steeds weer vanuit mezelf vertrekken. Al is het niet altijd vanzelfsprekend om een raakvlak te vinden. Voor een volgende film speel ik een transgender. Zulke rollen zijn zeer dankbaar, maar vragen toch veel introspectie. Dat is net wat acteurs doen: zoeken naar hoe je met je eigen lijf een ander kan spelen.”

Zoeken naar hoe je met je eigen lijf een ander kan spelen, dat is wat acteurs doen

Sam: “Sebastien had voor de rol van William evengoed voor de makkelijke weg kunnen kiezen en vertrouwen op zijn talent. Ik vind het mooi dat hij dat niet gedaan heeft. Acteren gaat niet louter om het tonen van je talent, wel om hoe je daarmee omgaat. Het is waar dat ik een iets ruwere kop heb, iets wat ik makkelijk zou kunnen uitspelen door steeds weer in dezelfde rol te stappen, namelijk die van slechterik. Ik hou niet van typecasting. Ik kies vaak iets minder voor de hand liggende personages, voor karakters die om verdieping vragen. Dat maakt het voor mij interessant.”

Jullie deelden al de set bij Ex-drummer, 22 mei, Eigen Kweek, Bevergem, en nu Cargo. Ook Wim Willaert speelt in nagenoeg al die producties. Loert de saturatie, vooral voor de kijker, niet om de hoek? Jullie zijn bij wijze van spreken elke week ergens te zien.

Sam: “Ik weet niet of mensen daar last van hebben. Als de kijker de acteur achter het personage ziet, dan heb ik mijn werk niet goed gedaan. Het mooiste compliment dat ik kan krijgen, is dat iemand me herkent aan mijn stem of dat hij volledig mee was met het personage en geen ‘Sam Louwyck’ zag. Ik heb niet meteen schrik voor te veel airtime in België. Het afgelopen jaar heb ik het redelijk druk gehad met buitenlandse producties. Dat zorgt er wel voor dat ik nog steeds een ‘frisse’ verschijning ben.”

De laatste jaren gaat het hard voor je. Je stond naast Monica Bellucci in Le Meraviglie, naast Adrien Brody in The Emperor en onlangs draaide je een scène met Nicolas Cage.

Sam: “Met Nicolas Cage spelen was verrijkend. Hoe klein de rol ook, je kan altijd iets leren van een acteur die al vrijwel heel zijn leven in het vak staat. Het ging over een korte, maar geladen openingsscène. Openingsscènes zijn belangrijk, omdat ze meteen de toon zetten. Mensen blijven kijken of haken af. Nicolas Cage was content. Ik ook.”

Nog even een uitsmijter: behalve Mieke Dobbels zit in Cargo geen enkele vrouw.

Sam: “Neen, dat is juist. Mocht er een vrouw in het spel zijn, dan hadden die broers nooit zo veel miserie gekend.” (lacht)

Sebastien: “Schrijf het maar op: la mer, dat is de vrouw. We zijn allemaal kinderen van de zee.”

Cargo speelt nu in de bioscoop