'Beoordeel politiegeweld volgens andere richtlijnen'
Den Haag
Bijvoorbeeld: een agent die een verdachte doodschiet, kan nu nog vervolgd worden voor doodslag. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, is het ook mogelijk om de agent te vervolgen voor ‘schending van de geweldsinstructie’. Daarop staat een maximumstraf van drie jaar. Voor doodslag is de maximale celstraf vijftien jaar.
Dat staat in een wetsvoorstel dat na de zomer wordt behandeld in de Tweede Kamer. De politie is blij met het kabinetsplan. Ook hoopt de politie snel op de invoering van een zogenoemde ‘blauwe kamer’, een speciale rechtbank die wordt bemand door vaste rechters die gespecialiseerd zijn in politiegeweld.
De discussie over de berechting van politiegeweld laaide enkele jaren geleden op. Aanleiding is niet het geweld dat de politie gebruikt – dat blijft al jaren min of meer gelijk – maar het toenemend aantal procedures tegen agenten. Volgens advocate Magrete van der Steeg, die beroepsmatig alle zaken tegen agenten volgt, is de toename van het aantal strafzaken vooral het gevolg van een kritischer benadering.
‘Niet alleen door het OM, ook door de familie van de slachtoffers’, zei de advocate eerder tegen de Volkskrant. In verschillende zaken werd via een zogenoemde artikel 12-procedure het gerechtshof verzocht om de officier van justitie op te dragen alsnog vervolging in te stellen. Nabestaanden kunnen jaren later nog zo’n procedure starten.
In vakblad Blauw pleit de Rotterdamse politiechef Frank Paauw ervoor om een maximale termijn in te stellen voor het opstarten van zo’n procedure. ‘Het hangt altijd als een dreigende wolk boven je hoofd. Dat geeft onrust bij agenten.’
Een andere aanleiding voor het wetsvoorstel is een veroordeling uit 2015. Een agent uit Kerkrade werd veroordeeld tot twee jaar cel voor het schieten op een bijrijder van iemand die van een ramkraak wordt verdacht. Collega-agenten waren door de uitspraak ‘verbijsterd’. De meeste mensen die tijdens hun werk een inschattingsfout maken, belanden niet in de gevangenis, was de redenering. In hoger beroep werd de Limburgse agent alsnog vrijgesproken, omdat er sprake was van noodweer, aldus het gerechtshof.
Afgelopen december werden eveneens twee agenten veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van zes maanden, omdat ‘ze grote fouten maakten, met ernstige gevolgen’ bij de arrestatie van Mitch Henriquez in juni 2015. Wat de rechtbank betreft was de aanhouding van Henriquez rechtmatig. Hij verstoorde de openbare orde. Ook mochten de agenten in die situatie geweld gebruiken, aldus de rechter. ‘Een politieman kan immers niet zeggen: de arrestant verzet zich, de arrestatie lukt niet, dan gaat hij maar naar huis.’ Maar de agenten gingen wel te ver, onder meer door het langdurig toepassen van een nekklem, aldus de rechtbank.
Agenten vinden het momenteel lastig te verkroppen dat ze langs dezelfde meetlat worden gelegd als burgers. De politie is immers bevoegd om geweld te gebruiken. Dat wordt in sommige situaties zelfs van hen verwacht. Het ministerie van Justitie en Veiligheid hoopt politiegeweld met het wetsvoorstel te ‘decriminaliseren’.
Maar er kwamen eerder ook kritische reacties. Volgens de Raad voor de Rechtspraak lijkt het voorstel ‘vooral symbolisch te zijn’. <