Direct naar artikelinhoud
AnalyseDividendbelasting

Belastingvoordeel Shell al in 2004 bekend, maar pas nu is de oppositie boos

Waar Shell in 2004 zonder veel wanklank gunstige afspraken met de staat kon maken over dividendbelasting, vindt de oppositie dit nu 'vriendjespolitiek' en heet Rutte een 'loopjongen van het grootkapitaal'. Het typeert de kentering in het denken sinds de crisis.

Beeld ANP

‘Nee, ik kan me niet herinneren dat er ooit over is gesproken. Ik denk het eerlijk gezegd niet.’

Kees Vendrik, tussen 1998 en 2010 woordvoerder financiën van GroenLinks en tegenwoordig hoofdeconoom bij Triodos Bank, haalt zich de fusie van de Nederlandse en Britse tak van Shell in 2004 zo voor de geest, maar dat hier een ‘ruling’ bij kwam kijken: nee.

De ruling (een afspraak over fiscale vrijstelling met de Belastingdienst) kostte de schatkist ruim zeven miljard euro, bleek vorige week uit een publicatie in Trouw: dit leidde tot grote politieke commotie, en vandaag tot een Kamerdebat waarin premier Rutte in de avond opnieuw onder vuur wordt genomen.

Ook Paul Tang, jarenlang Vendriks PvdA-collega in de Kamer en tegenwoordig Europarlementariër met fiscaliteit als specialisme, kan zich die ruling van 2004 niet herinneren. Terwijl het toch de linkse partijen waren die hier altijd extra kritisch naar plachten te kijken.

Opmerkelijk, want in 2004 schreef de Volkskrant op de vraag wat de fusie voor de schatkist betekende: ‘Dit hangt af van de afspraken met de Belastingdienst. Shell heeft met de fiscus een nieuwe afspraak gemaakt, een ruling.’ De politiek wist dus, of had op zijn minst kunnen weten, dat aan Shell een bijzondere dienst was verleend.

Nieuw was afgelopen week dat er door de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (Somo) een prijskaartje aan werd gehangen. En dat hoogleraar fiscaal recht Jan van de Streek concludeerde dat de afspraken mogelijk onwettig zijn geweest, voor zover dat valt te beoordelen op basis van openbare bronnen.

Shell-directeur Marjan van Loon reageerde ongemeen fel op de publicatie in Trouw. ‘Dit is stemmingmakerij. Er wordt gesuggereerd dat het onwettig is en dat het een slechte deal is voor Nederland. Allebei niet waar.’

Maar al snel schoven GroenLinks-leider Jesse Klaver en Lilian Marijnissen van de SP aan bij Jinek om hun woede te etaleren.

Die morele verontwaardiging van beide politici mag echt zijn, ze wekt ook verbazing. Want als 2004 voor de jonge leiders te ver weg is in de tijd: de ruling kwam in december vorig jaar ook aan de orde tijdens een hoorzitting in de Kamer, waar Van Loon namens Shell tekst en uitleg gaf.

Goud

De dividendbelasting is goud voor linkse oppositie. Volgens Marijnissen bewijst Rutte dat hij ‘een loopjongen is van het grootkapitaal’. Klaver noemt de steun ‘vriendjespolitiek van de allerergste soort’.

Klaver bij Jinek: ‘Mensen in de zorg en het onderwijs horen steeds dat er geen geld is voor meer leraren of handen aan het bed. En nu hoor je dat Shell een geheime afspraak heeft gemaakt en dat daar ruim zeven miljard euro mee is gemoeid. Hoe leg je dat uit in dit land?’

En Marijnissen, op z’n SPs: ‘Nu blijkt dat in jaren van crisis Shell miljarden uit onze samenleving heeft gestolen. Dat is niet uit te leggen, dat maakt mensen cynisch.’

Gezamenlijk kondigden ze aan dat er een parlementaire enquête moet komen naar dit soort belastingdeals zodat premiers, ministers, hoge belastingambtenaren en de top van multinationals onder ede kunnen worden gehoord. ‘We want our money back’, sloot Klaver af.

De dividendbelasting is de politieke splijtzwam van 2018. Is het niet omdat de coalitiepartijen er via hun achterban over zijn verdeeld, dan is het wel omdat de oppositie het aangrijpt om oude links-rechtstegenstellingen aan te wakkeren. Uitkomst van de kabinetsformatie, na een geharnaste lobby van Shell en Unilever, is dat deze belasting helemaal verdwijnt. De memo’s hierover leidden dit voorjaar tot de eerste aanvaringen. Er is bovendien een wetswijziging nodig en die vergt tijd. Er komen dus nog volop kansen voor scherpslijperijen in het parlement.

Jesse Klaver tijdens een debat in de Tweede Kamer.Beeld anp

Complexe afspraken

Terug naar 2004, het jaar van de ruling die Tang en Vendrik zich niet kunnen herinneren. Wat beiden zien als mogelijke verklaring: er viel in die jaren aan debatten over het fiscale vestigingsklimaat nauwelijks eer te behalen.

Hoogleraar fiscale economie Peter Kavelaars van de Erasmus Universiteit Rotterdam en partner bij Deloite stelt dat in het algemeen aan rulings niet veel ruchtbaarheid wordt gegeven. ‘Of dat terecht is, is een tweede. Maar veel van dit soort fiscale afspraken zijn zo complex, dat maar weinig mensen het kunnen opbrengen om daar energie in te steken.’

Vendrik: ‘Er waren veel debatten over de fiscale spelregels voor bedrijven. Maar bij specifieke rulings werd gezegd: dat is uitvoering, daar gaat de Kamer niet over.’

De linkse woordvoerders troffen tegenover zich een massief machtsblok van CDA en VVD die aan de leiband liepen van VNO/NCW. Debatten over fiscale voordeeltjes voor bedrijven werden in het slot gegooid vanuit het idee: als Nederland die bedrijven die voordelen niet biedt doet een ander land het wel en staan we straks met lege handen.

Bij de PvdA gold meer dan bij GroenLinks Wim Koks adagium van ‘werk, werk, werk’ – zoals dat ook bij de groei van Schiphol als eeuwig argument diende.

Het politiek discours was anders. Tang: ‘Toen ik in 2007 Kamerlid was, werd gediscussieerd over een fair share voor bedrijven, waar belastingadviseurs uitgingen van de nullijn. Ik was een roepende in een woestijn.’

Vendrik: ‘Rulings waren geen groot issue. Dat gold ook voor de aanloop naar de financiële crisis. Ik herinner me debatten over het reguleren van banken: daar was weinig animo voor. De notie dat het toezicht op de sector niet goed was geregeld en dat dit een gevaar kon zijn voor de stabiliteit van de samenleving, bestond niet.’

Bolkestein

Fiscale constructies voor multinationals, waar rulings slechts de Nederlandse variant van zijn, bestaan al decennia. Een van de grootste pleitbezorgers ervan was oud-VVD-leider Frits Bolkestein, die vanaf 1999 als Eurocommissaris was belast met fiscale zaken.

‘Zijn leerstuk was fiscale beleidsconcurrentie, wat de facto betekent dat landen elkaar vliegen proberen af te vangen met fiscale douceurtjes’, zegt Vendrik. Zo heeft de verzorgingsstaat voor het bedrijfsleven een flinke push gekregen.’

Lastenverlichting voor bedrijven was het mantra. De belasting op kapitaal ging zienderogen naar beneden, terwijl die op arbeid almaar groeide.

Vendrik: ‘Van de tarieven op de factor kapitaal uit vroeger tijden, is maar weinig overgebleven. Landen maakten elkaar gek en de publieke zaak was het haasje. De enige manier om aan die catch-22 te ontsnappen was dat je op Europees niveau afspraken maakte. Want dat proces van onder elkaars duiven schieten, ontspoorde volledig. Dat hebben we ook gezien bij Starbucks en Vodafone.’

Is Bolkestein de kwade genius? Kavelaars nuanceert: ‘Hij was ook de man die probeerde om belastingstelsels dichter bij elkaar te brengen. Dat duidt erop dat concurrentie voor hem niet heilig was. Maar in het algemeen stelde hij zich terughoudend op en liet hij lidstaten hun gang gaan. Dat paste volledig binnen de context van die tijd.’

Kentering

In de laatste vijf jaar is een kentering opgetreden in het denken over belastingvrijstellingen voor bedrijven. Directe aanleiding was de wereldwijde crisis die voortvloeide uit de val van Lehman Brothers in de VS 2008.

Kavelaars: ‘Er is een enorme omslag bewerkstelligd. De journalistiek sprong er bovenop. Toen zijn er meer afspraken met bedrijven boven water gekomen, wat ertoe leidde dat internationaal tot actie werd overgegaan.’

Vendrik: ‘In de crisis werd zichtbaar dat de overheden door de banken met de rug tegen de muur werden gezet. Toen is de onvrede ontstaan over het feit dat multinationals hun kosten afwentelen op de samenleving, op burgers.’

Het leidde ook tot een politieke omslag. Er kwamen Europese richtlijnen voor fiscale vrijstellingen en anno 2018 trekken Frankrijk en Duitsland bij de winstbelasting samen op.

Kavelaars: ‘Niemand, ook fiscalisten niet, had zich dat kunnen voorstellen. Die bewustwording is overigens een prima ontwikkeling.’

Volgens Tang is de politiek dreigend geworden. Dat verklaart dat links hard op de trom slaat als het over die oude ruling van Shell gaat.

Tang: ‘Er is ruimte voor moraliteit, de machteloosheid is weggeëbd. De onrechtvaardigheid over deze Shell-deal wordt zelfs gezien door rechtse kiezers: er zijn spelregels voor jou en mij, en spelregels voor de grote jongens. Dat maakt mensen kwaad.

Vendrik: ‘Vandaag de dag is het debat over fiscale vrijstellingen veel opener.’ In die sfeer wint links aan zelfvertrouwen. Vandaag wordt premier Rutte uitgedaagd over de ruling van Shell, maar in feite zijn het inleidende beschietingen, omdat het debat het komend jaar veel harder en principiëler zal worden gevoerd.

Tang: ‘Met het afschaffen van dividendbelasting zet Rutte de deur open voor nieuwe fiscale constructies. Dat is tegen de Europese trend en het is vragen om moeilijkheden.’

Vendrik: ‘Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen hoort ook het principe van fair share: dat bedrijven normaal belasting betalen en bijdragen aan de publieke zaak. Rutte voert een oude agenda. Het is terecht dat dit wordt aangepakt, want dit kan zo niet doorgaan.’