Vriendin van renner met hartproblemen die op Tenerife stierf: “Dokter had gezegd: ga maar op reis”

Hij was gebeten door de koersmicrobe. Zo hard zelfs dat ook de vakantieperiodes aan de fiets gewijd werden. Daarom hadden amateurrenner Joren Touquet (26) en zijn vriendin Elisabeth Vermeersch eind vorig jaar al een reisje richting Tenerife geboekt. Samen met zijn ouders. Om er deze maand te genieten. Om uit te rusten.

De jongste maanden werd duidelijk dat die rust ook echt nodig zou zijn. Joren Touquet reed als eliterenner zonder contract bij Wielerteam Decock-Van Eyck-Devos Capoen. In 2014 en 2015 mocht hij zelfs even proeven van het grote werk toen hij bij Veranda’s-Willems reed. Maar tijdens de voorbereidingen in januari kwam Joren ten val en brak hij een rib. “Pas na enkele weken kroop hij weer op de fiets, maar hij bleef sukkelen met kortademigheid tijdens het fietsen”, vertelt zijn vriendin Elisabeth.

Met Pasen liep het helemaal fout. “Tijdens een koers was hij onwel geworden en bracht ik hem binnen op de spoedafdeling van het AZ Groeninge in Kortrijk. Hij moest er twee dagen blijven en toen merkten dokters problemen aan het hart op.” Het koersen was voorbij en de fiets werd aan de kant gezet.

Operatie gepland

Na weken rust en onderzoek moest hij op 5 juni terugkeren naar het ziekenhuis. “Ze hadden op de MRI-scan iets gezien”, zegt Elisabeth. Uiteindelijk beslisten de cardiologen dat hij begin juli een ingreep moest ondergaan tegen hartritmestoornissen.

Maar toch konden ze van de artsen in tussentijd gewoon op reis gaan naar Tenerife, zoals gepland. “We kregen groen licht. Hij moest alleen zware inspanningen vermijden.” En daar hield Joren zich aan. “Hij nam zijn medicatie elke ochtend correct in. We gingen weleens slenteren of iets gaan bezoeken, maar zware fysieke inspanningen deden we niet.”

Nare droom

Toch liep het mis. Gistermorgen werd Elisabeth door Joren wakker gemaakt. “Ik dacht dat hij een nare droom had, maar merkte snel dat er iets niet juist was. Ik begon meteen met de reanimatie en belde zijn ouders. De hulpdiensten kwamen nog ter plaatse. Maar veel te laat.”

De jonge renner is 26 jaar geworden. Zijn ploegleider omschrijft hem als een heel gedreven, jonge kerel die altijd in was voor een grap. “Een heel geliefde renner ook.” Elisabeth herkent hem helemaal in die omschrijving. “Joren was een enorm opgewekte man die zichzelf nooit op de eerste plaats zette. Hij was het zonnetje in huis, de gangmaker op feestjes. Overal waar hij kwam, was hij graag gezien.”