Direct naar artikelinhoud
PostuumPaul Auster

Afscheid van de Amerikaan die Europa wist te veroveren met telkens hetzelfde boek

Paul Auster in zijn huis in Brooklyn, New York.Beeld Timothy Fadek / Getty

Met de dood van Paul Auster verliest Amerika een van zijn grootste hedendaagse schrijvers. Hij laat, na een leven waarin hij vaak worstelde met de zin ervan, een indrukwekkend oeuvre na.

Steeds hetzelfde boek, en toch altijd anders. Dat is de kortste samenvatting van het oeuvre van de dinsdag in zijn woonplaats New York overleden Paul Auster. Hij was het type auteur van wie tegenstanders zeiden dat hij zich sinds zijn jonge jaren nooit meer had vernieuwd, en van wie zijn (aanzienlijk talrijkere) medestanders stelden dat hij, consistent en oprecht, zijn thematiek door de jaren heen trouw is gebleven.

Auster gaf zich zijn hele oeuvre lang rekenschap van zijn literaire voorkeuren, van de boeken en auteurs die hem de liefde voor de literatuur en voor het schrijven hadden bijgebracht. Dus trof de meer dan oppervlakkige lezer ze in elk boek aan: verwijzingen naar Edgar Allen Poe, Nathaniel Hawthorne, Knut Hamsen, Franz Kafka en andere favorieten. Niet omdat Auster graag interessant deed of zijn belezenheid wilde tonen, maar simpelweg omdat het werk van deze auteurs hem heeft gevormd en in elke vezel van zijn schrijverslichaam zat.

Door de uiteenlopende genres die hij in zijn werk incorporeerde, had elke Auster-roman zijn eigen toon, zijn eigen muziek, zijn eigen kleur. Tegelijk was zijn oeuvre zowel structureel als thematisch buitengewoon hecht. Ondanks het schijnbaar uiteenlopende karakter van Austers boeken, verdiepten ze zich allemaal in dezelfde thema’s: de onkenbaarheid van de werkelijkheid, de machteloosheid van het individu, de ongrijpbaarheid van het begrip ‘identiteit’, de willekeur van het lot en de eeuwige zoektocht die het aards bestaan voor de mens inhoudt. En dat dan in romans waarin geen mus van het dak viel of het had een betekenis.

Twaalf ambachten en dertien ongelukken

Paul Benjamin Auster werd op 3 februari 1947 geboren in Newark, New Jersey, uit Joodse ouders van Oostenrijkse komaf. Hij heeft lang op literaire erkenning moeten wachten. Pas in 1988, toen uitgeverij Penguin zijn uit 1982 stammende autobiografische geschrift The Invention of Solitude heruitgaf, en vervolgens ook zijn intrigerende, wel als postmodern omschreven detective-drieluik The New York Trilogy, baarde hij enig opzien, aanvankelijk vooral in Europa. Auster beschouwde zich toen al bijna 25 jaar als schrijver.

In Hand to Mouth (1997) zou hij later vertellen over zijn loopbaan van twaalf ambachten en dertien ongelukken, altijd in dienst van het schrijverschap. Mislukt pornograaf (“na een paar bladzijden raakte ik door mijn synoniemen heen”), genegeerd detectiveschrijver, gefnuikt vertaler, miskend ghostwriter (onder meer van Jerzy Kosinski), gefrustreerd filmscriptauteur: Auster heeft het allemaal meegemaakt. Tot overmaat van ramp liep zijn eerste huwelijk, met schrijver Lydia Davis, spaak.

Een cruciale gebeurtenis was zijn ontmoeting met een andere schrijver, Siri Hustvedt, die niet alleen zijn partner maar ook zijn literaire steun en toeverlaat werd. De ontmoeting was op 23 februari 1981, een datum die een ereplaatsje heeft gekregen in de roman Leviathan (1992), als de dag waarop hoofdpersoon Peter zijn Iris ontmoet. Het is één van de talloze flarden uit zijn eigen bestaan, die Auster in zijn oeuvre heeft verwerkt.

Smoke

Austers doorbraak bij een breder publiek kwam in 1995, dankzij de film Smoke, waarvoor hij het script schreef. Hij maakte ook de films Blue in the Face, Lulu on the Bridge en The Inner Life of Martin Frost. Zijn literaire werk heeft altijd meer bijval ondervonden in Europa dan in de Verenigde Staten. Misschien had dat deels te maken met de combinatie van een zowel Europees als Amerikaans bewustzijn dat de boeken leken te ademen.

Austers werk combineerde een zwaarmoedige ‘Europese’, aan het existentialisme en – jawel, die mus – het werk van W.F. Hermans verwante thematiek, met een ‘Amerikaanse’ vitaliteit. Die laatste kwam met name naar voren in het telkens weer opduikende motief van het ‘opnieuw beginnen’. De gedachte dat je altijd een nieuwe start kunt maken, je verleden achter je kunt laten en je leven, je identiteit kunt hernemen, is een typisch Amerikaanse, die diep geworteld is in de literatuur van dat land.

Bij Auster kwam van die blijmoedige nieuwe start overigens meestal weinig terecht. Jim Nashe uit The Music of Chance (1990) verliet zijn oude leven om te gaan zwerven en spoedde zich uiteindelijk, verblind door de koplampen, in de richting van een tegemoetkomende auto. Toen Walt, de zwevende held uit Mr. Vertigo (1994), zijn levitatiekwaliteiten verloor, besloot hij zijn levensverhaal te boek te stellen en dan nog één keer te vliegen. En wel op een manier die hij niet zou kunnen navertellen. Ook Mr. Bones, het hondje uit Timbuktu (1999), doorliep gedurende zijn aardse bestaan meerdere levens en identiteiten. In zijn laatste poging tot een nieuw begin stak hij welbewust een drukke verkeersweg over.

En Nick Owen uit Oracle Night (2003), een van Austers meest indrukwekkende boeken. Zijn nieuwe leven deed hem belanden in een ondergrondse kamer, ver van alles en iedereen vandaan, en de enige man die hem zou kunnen bevrijden stierf vervolgens aan een hartaanval.

Door de bliksem getroffen

In interviews liet Auster weten dat de essentie van zijn wereldbeeld en zijn schrijverschap waren terug te voeren tot een traumatische ervaring als 14-jarige in een zomerkamp, toen een leeftijdgenootje door de bliksem werd getroffen. Vanaf dat moment realiseerde hij zich dat iedereen op elk moment alles kan overkomen.

Tussen 1984 en 2010 werkte Auster dit inzicht met gestage regelmaat uit in zeventien hecht gecomponeerde romans (we rekenen het onder het pseudoniem Paul Benjamin geschreven Squeeze Play uit 1984 mee). Daarnaast publiceerde hij dertien non-fictiewerken en zeven poëziebundels.

Na de verschijning van Sunset Park (2010) werd het stil op fictiegebied, maar die stilte bleek bedrieglijk. In 2017 verscheen Austers pièce de résistance, de roman 4321, waarop de schrijver jaren had gezwoegd. Waar de gemiddelde Auster-roman telkens tussen de 200 en 300 pagina’s telde, overschreed dit boek de 900.

4321, dat voor de Booker Prize werd genomineerd, vertelt viermaal het levensverhaal van Archie Ferguson, een levensverhaal dat viermaal anders verloopt. De almacht van de willekeur, de fluïditeit van het begrip individu, de onkenbaarheid van het universum: de roman vatte alle Auster-thema’s nog éénmaal uitvoerig samen.

Na dit boek laste Auster opnieuw een fictiestilte in. Hij schreef een omvangrijk werk over auteur Steven Crane, Burning Boy (2021) en een essay over het wapengeweld in Amerika: Bloodbath Nation (2023). In dat essay beschrijft hij onder meer hoe zijn grootmoeder haar man doodschoot in het bijzijn van hun kind, Austers oom.

Tragiek was Auster niet onbekend. De laatste fase van zijn leven werd gemarkeerd door de dood, in april 2022, van Daniel, de zoon die hij kreeg met Lydia Davis. Daniel Auster overleed na een drugsoverdosis en een proces wegens doodslag voor fatale verwaarlozing van zijn tien maanden oude dochtertje.

In maart 2023 maakte Austers echtgenote Siri Hustvedt bekend dat bij haar man een aantal maanden eerder kanker was gediagnosticeerd en dat hij onder meer chemotherapie en immunotherapie onderging. Een operatie bleek vanwege zijn fysieke conditie niet mogelijk. “Een avontuur in nabij-zijn en gescheiden-zijn”, noemde ze hun laatste maanden samen.

Eind 2023 verscheen Austers achttiende roman: Baumgartner, een elegisch, terugblikkend boek over een 71-jarige man die worstelt met de afwezigheid van zijn negen jaar eerder overleden vrouw, een thema dat herinnerde aan zijn roman The Book of Illusions (2002). In een interview met de Volkskrant, eind 2023, vertelde Auster dat hij het boek had voltooid voordat zijn ziekte werd gediagnosticeerd, en dat het tot zijn eigen verbazing het karakter bleek te hebben van een zwanenzang.