Direct naar artikelinhoud

Mark Rutte leefde opeens in een paradijselijk memoloos verleden

Mark Rutte leefde opeens in een paradijselijk memoloos verleden

Ter voorbereiding op het beslissende debat over de afschaffing van de dividendbelasting pakte ik er twee boeken van geheugendeskundige Douwe Draaisma bij, Als mijn geheugen me niet bedriegt (uit 2016) en Vergeetboek. Die laatste titel was ik alweer vergeten, maar dat boek dateert dan ook van 2010. Ik herinner me nog wel Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt, hoewel het alweer zeventien jaar geleden is dat dat boek verscheen. Daaruit bleek maar weer eens dat het geheugen een gecompliceerd dingetje is.

In het paradijs

Hoe komt het bijvoorbeeld dat Mark Rutte, die toch tot de bloem der natie behoort en die als historicus is toegerust met een olifantengeheugen, steeds dingen vergeet? En dat het bijna altijd dingen zijn die hem in problemen zouden brengen wanneer hij ze had onthouden?

Daar zou Douwe Draaisma nou eens een boek over moeten schrijven - al hint hij in Vergeetboek al op een mogelijke verklaring: 'Dingen die verderop in je leven gebeuren kunnen je herinneringen zo veranderen dat je een ander verleden krijgt.' Wat er in het leven van premier Rutte gebeurde, was dat een paar wetenschappers van de UvA vorige week via een wob-procedure boven water haalden dat er wél memo's waren over de afschaffing van de dividendbelasting. Dat kwam Mark Rutte slecht uit en daarop veranderden de herinneringen van de premier - sterker, ze verdwenen als sneeuw voor de zon. Mark Rutte leefde opeens in een paradijselijk memoloos verleden.

Theater

De oppositie probeerde de premier uit dat paradijs te verdrijven, met Jesse en Lodewijk als de twee wraakengelen. Maar het lukte niet. De premier klampte zich vast aan vergeten herinneringen en niemand kreeg hem los. Het was een debat in het Vergeetpaleis.

Het debat heette 'Stukken met betrekking tot de dividendbelasting'. Dat is tevens een van de allermooiste toneelstuktitels sinds lange tijd; het moet wel heel raar lopen wanneer hij niet binnen afzienbare tijd op de gevel van de Amsterdamse Stadsschouwburg prijkt. Een stuk over herinneringen, onder Draaisma's motto uit Als mijn geheugen me niet bedriegt: 'Met het ophalen van een herinnering komt niet alleen het verleden naar het heden, het heden dringt zich ook in het verleden.'

Dat wist Sybrand Buma maar al te goed. Zijn bijdrage aan het debat kan integraal in het stuk worden opgenomen. Buma filosofeerde over de vraag wat er zou gebeuren wanneer hij ter opfrissing van zijn geheugen de stukken die naar buiten waren gekomen was gaan lezen. Dat had, verklaarde de CDA-leider, zijn niet-bestaande herinneringen vervuild: het zou onduidelijk zijn geweest of hij zich echt zaken herinnerde, of dat sprake was geweest van zogenoemde geplante herinneringen. Daarom had Buma besloten de stukken níét te lezen. Hij was de prins die weigerde de Sneeuwitje van zijn geheugen wakker te kussen, uit angst dat ze in een heks zou veranderen.

Dat was van een diepmenselijke tragiek én schoonheid. Laat Gijs Scholten van Aschat die tekst spelen en je staat binnen twee maanden op Broadway. En deze van de premier (Pierre Bokma) er hard overheen: 'Ik heb in november tegen de Kamer gezegd dat ik geen herinneringen had. En dat bleek ook te kloppen.' Twee magnifieke zinnen die zo'n stuk onderdompelen in mysterie en wanhoop.

Wat een rijk land, waar de volksvertegenwoordiging zich urenlang buigt over het wezen van de herinnering, de brede werkelijkheid, de valkuil van het geheugen - een land waar nog de lof van de vergetelheid wordt gezongen.