VS martelde terrorismeverdachte ook op Amerikaanse bodem: “Extremer dan in Guantanamo Bay”

© Belga, YouTube/Volkskrant

Na de aanslagen van 11 september 2001 werden tal van terrorismeverdachten door de Amerikanen gemarteld op zogenoemde black sites, geheime gevangenissen in andere landen. Uit groot onderzoek van de Nederlandse Volkskrant blijkt dat deze schendingen van het internationaal recht ook plaatsvonden op Amerikaanse bodem. “De zwaarste vorm van foltering.”

rrln

De Volkskrant dook in de zaak van de Qatarese terrorismeverdachte Ali al-Marri (52). Zijn dossier telt 30.000 documenten. Op 10 september 2001, één dag voor de aanslagen op de twee torens van het World Trade Center in New York, trok de bankier met zijn vrouw en vijf kinderen naar de Verenigde Staten. Ali wilde er informatietechnologie gaan studeren, nadat hij al eerder aan een Amerikaanse universiteit zijn bachelor haalde.

Na de aanslagen werden tal van terrorismeverdachten opgepakt. Een deel van hen werd naar Amerikaanse geheime gevangenissen gestuurd in Europa, Azië en de bekendste van de zogeheten black sites: Guantánamo Bay, de Amerikaanse basis op Cuba. Tot nu toe stond vast dat de Amerikanen op dergelijke locaties de Geneefse conventie schonden door verdachten te martelen met verschillende verhoortechnieken- het meest berucht is waarschijnlijk waterboarding, waarbij een vastgebonden persoon een natte doek over zijn gezicht krijgt waar water over wordt gegoten. Dat maakt het moeilijk om te ademen, waardoor de verhoorde het gevoel heeft dat hij verdrinkt.

Amerikaanse bodem

De zaak van Ali toont aan dat dergelijke praktijken ook op Amerikaanse bodem plaatsvonden. Ook de Qatarees werd opgepakt na de aanslagen van 11 september. In eerste instantie gold hij als belangrijke getuige, maar die situatie veranderde nadat de man weigerde iets te zeggen.

Ali zat ongeveer een jaar in een Amerikaanse cel, wachtend op een formele aanklacht, veroordeling of straf. In juni 2003 werd hij plots op een vliegtuig gezet naar een gevangenis in Charleston (in de staat South Carolina) waar hij jarenlang geïsoleerd werd opgesloten en gemarteld door de FBI: Ali’s cel werd ijskoud gemaakt, zijn lichaamshaar werd afgeschoren en hij met seksueel geweld bedreigd, zo blijkt uit zijn verklaringen en documenten in het enorme dossier. Er werd hem verder geen moment rust gegund. Zo werd hij om de vijftien minuten wakker gemaakt.

“Nog nooit zo dicht bij de dood geweest”

Bij het ernstigste voorval kreeg Ali sokken in zijn mond gestoken, waarna er tape over zijn mond geplakt werd - een techniek die bekendstaat als dry boarding: de verhoorde krijgt geen lucht, moet kokhalzen en heeft het gevoel dat hij stikt. In aantekeningen van bewakers en ondervragers wordt het incident omschreven: “De hoofdondervrager deed driemaal duct tape over al-Marri’s mond. De laatste keer werd ook katoen of kleding gebruikt, inclusief vier of vijf lagen duct tape.” Ali zegt daarover: “Ik ben nooit eerder zo dicht bij de dood geweest.”

Extremer dan Guantánamo Bay

Volgens Katherine Hawkins, onderzoeker bij het Amerikaanse Project on Government Oversight, is de aard van Ali’s gevangenschap “extremer en langduriger” dan in Guantánamo Bay, zo klinkt het in de Volkskrant. “Ik noem dit marteling. En ik geloof dat de meeste medische experts en specialisten het marteling zouden noemen.” Bovendien speelde dit zich af op Amerikaans grondgebied, waardoor “de overheid hier dus minder goed kan beargumenteren dat het buiten de wet viel”.

Ook Geert-Jan Knoops, hoogleraar internationaal recht aan de Universiteit van Amsterdam, ziet in het dossier “serieuze aanwijzingen” dat “onder verantwoordelijkheid van de Verenigde Staten vormen van foltering volgens de definitie van het internationaal recht” hebben plaatsgevonden. “In deze zaak zijn drie methoden aan te merken als de zwaarste vorm van marteling dan wel foltering”, klinkt het nog, namelijk dry boarding, structurele slaaponthouding en gedwongen scheren.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen