Kroos maakte in 2007 zijn profdebuut bij Bayern München en werd na een uitleenbeurt aan Bayer Leverkusen in 2010 een basisspeler bij de Rekordmeister. Met Bayern won de controlerende middenvelder een keer de Champions League, drie titels, drie Duitse bekers, een Wereldbeker voor clubs en zowel een Duitse als een Europese Supercup.

Na de gewonnen WK-finale met de Duitse nationale ploeg in Brazilië plukte Real Madrid hem in 2014 voor zo’n 25 miljoen euro weg bij Bayern. Kroos mocht samen met de Kroaat Luka Modric de lijnen uitzetten op het Madrileense middenveld en maakte deel uit van de ploeg, die van 2016 tot 2018 drie keer op rij de Champions League won. Met ook nog een vierde eindwinst op het kampioenenbal in 2022 werd hij de eerste Duitse speler ooit die de Beker met de Grote Oren in totaal vijf keer in de lucht mocht steken. Volgende week zaterdag kan hij nog een zesde keer de Champions League winnen. Real Madrid neemt het dan in de finale op tegen Borussia Dortmund.

Daarnaast won hij met de Koninklijke vijf WK’s voor clubs, drie Europese Supercups, een Spaanse beker en werd hij vier keer Spaans kampioen. Kroos zal na de slotspeeldag in La Liga van komend weekend en de Champions League-finale afzwaaien bij Real. Voorlopig staan er 463 wedstrijden op zijn teller, waarin hij 28 keer de netten vond en 98 assists gaf.

Kroos nam in 2021 aanvankelijk afscheid van de nationale ploeg, dit na de uitschakeling in de achtste finales van het EK tegen Engeland. Bondscoach Julian Nagelsmann riep de middenvelder in maart opnieuw op om hem voor de laatste keer te laten schitteren op het EK in eigen land. Op 14 juni openen de Duitsers hun EK tegen Schotland, waarna nog poulematchen volgen tegen Hongarije en Zwitserland.