Direct naar artikelinhoud
AnalyseOorlog in Oekraïne

Kan inzet van AI op het front het tij keren? Oekraïners hebben alvast veel hoop

Oekraïense militairen vuren een BM-21 Grad af in de richting van Russische troepen in de regio Donetsk.Beeld REUTERS

Project Maven, een nieuwe AI-tool voor het detecteren van potentiële doelwitten op het slagveld met behulp van dronebeelden, moest een revolutie teweegbrengen in de moderne oorlogsvoering. Maar de oorlog in Oekraïne maakt duidelijk hoe moeilijk het is om 21ste-eeuwse data in 19de-eeuwse loopgraven te krijgen.

Zes jaar geleden tekende Google een klein contract van 9 miljoen dollar (zo’n 8,4 miljoen euro). De reus uit Silicon Valley zou daarmee een paar van zijn innovatiefste ontwikkelaars inzetten voor de productie van een AI-tool die het leger zou helpen bij het detecteren van potentiële doelwitten op het slagveld met behulp van dronebeelden.

Het idee leidde tot een grootschalige opstand op de Google-campus. Ingenieurs en andere medewerkers voerden aan dat het bedrijf niets te maken mocht hebben met Project Maven, ook al was het ontworpen om het leger te helpen een onderscheid te maken tussen burgers en militairen.

De commotie dwong het bedrijf om zich uit het project terug te trekken, maar Project Maven stierf niet, het verhuisde alleen maar naar andere aannemers. Nu is het uitgegroeid tot een ambitieus experiment dat wordt getest aan het front in Oekraïne.

Tot nu toe zijn de resultaten gemengd. Generaals en commandanten hebben een nieuwe, gebruiksvriendelijke tool om een volledig beeld te krijgen van de Russische bewegingen en communicatie. Daarvoor worden algoritmes aangewend die voorspellen waar manschappen zich bewegen en waar aanvallen zouden kunnen plaatsvinden.

Maar de Amerikaanse ervaring in Oekraïne heeft onderstreept hoe moeilijk het is om 21ste-eeuwse data in 19de-eeuwse loopgraven te krijgen. Zelfs nu het Congres voor tientallen miljarden dollars aan hulp verstrekt aan Kiev, voornamelijk in de vorm van munitie en langeafstandsgeschut, blijft het nog maar de vraag of de nieuwe technologie zal volstaan om het tij te keren nu Rusland zijn momentum lijkt te hebben herwonnen.

Proeftuin van Pentagon

De oorlog in Oekraïne is in de ogen van veel Amerikaanse functionarissen een goudmijn voor hun leger: hij vormt een proeftuin voor Project Maven en soortgelijke technologieën. De drones van Amerikaanse makelij die vorig jaar naar Oekraïne werden verscheept, werden met gemak uit de lucht geblazen. Het Pentagon begrijpt nu ook dat hun systeem van militaire satellieten helemaal anders moet worden uitgebouwd, met configuraties die meer lijken op de Starlink-constellaties van Elon Musk.

Ondertussen verkennen Amerikaanse, Britse en Oekraïense officieren samen met enkele van de beste militaire aannemers uit Silicon Valley nieuwe manieren om Russische kwetsbaarheden te vinden en uit te buiten. Daarbij botsen ze wel op de wettelijke beperkingen over hoe diep de VS betrokken kan raken bij het doden van Russische troepen.

Een Oekraïense dronepiloot oefent nabij Kiev.Beeld AFP

Ondanks de eerste bezorgdheden bij Google over de deelname aan Project Maven, werken enkele van de prominentste figuren uit de sector aan nationale veiligheidskwesties. Dat onderstreept hoe de VS hun concurrentievoordeel in technologie gebruiken om hun superioriteit tegenover Rusland en China te behouden in een tijdperk van hernieuwde rivaliteit tussen supermachten.

Veelzeggend is dat Eric Schmidt, zestien jaar lang het hoofd van Google, nu ook deel uitmaakt van deze groep. Met behulp van informatie uit Oekraïne tracht hij een nieuwe generatie autonome drones te ontwikkelen die een revolutie teweeg kunnen brengen in de oorlogsvoering.

Maar hoewel de oorlog een proeftuin is geworden voor het Pentagon, blijkt het ook een herinnering aan de grenzen van technologie. Of Oekraïne de invasie zal kunnen afslaan hangt namelijk meer af van hernieuwde leveringen van basiswapens en -munitie, vooral artilleriegranaten.

De eerste twee jaar van het conflict tonen ook dat Rusland zich veel sneller dan verwacht aanpast aan de technologie die Oekraïne aanvankelijk een voorsprong gaf. In het eerste jaar maakte Rusland bijvoorbeeld nauwelijks gebruik van elektronische oorlogsmiddelen. Nu zet het land die volop in en brengt het zo de Amerikaanse drones in problemen. Zelfs de Himars-raketten, die een enorm verschil zouden moeten maken op het slagveld, worden soms verkeerd gericht omdat de Russen de geleidingssystemen kunnen verstoren.

Het is dan ook niet verrassend dat al die ontdekkingen worden verwerkt in een resem studies, uitgevoerd in het Pentagon en het NAVO-hoofdkwartier in Brussel, voor het geval dat NAVO-troepen ooit in een rechtstreeks gevecht terechtkomen met Russische manschappen. Een van de geleerde lessen: wanneer nieuwe technologie en de wreedheid van ouderwetse loopgravenoorlogsvoering samenkomen, zijn de resultaten zelden wat planners in het Pentagon verwachten.

“We hebben een tijdje gedacht dat dit een cyberoorlog zou worden”, zei generaal Mark A. Milley, gepensioneerd voorzitter van de Joint Chiefs of Staff. “Maar daarna begon het er voor ons eerder als een ouderwetse tankstrijd uit de Tweede Wereldoorlog uit te zien.” Op sommige dagen, zo stelde hij, leek het of hij naar taferelen uit de Eerste Wereldoorlog keek.

'We hebben een tijdje gedacht dat dit een cyberoorlog zou worden. Maar daarna begon het er voor ons eerder als een ouderwetse tankstrijd uit de Tweede Wereldoorlog uit te zien'
Mark A. MilleyGeneraal

The Pit

Meer dan 1.500 kilometer ten westen van Oekraïne, in een Amerikaanse basis ligt een belangrijk inlichtingencentrum. Daar wordt maar op één ding gefocust: Oekraïnes bondgenoten en de nieuwe technologie samenbrengen om de Russische strijdkrachten aan te vallen.

Bezoekers worden ontmoedigd in The Pit, zoals het centrum ook wel genoemd wordt. Amerikaanse functionarissen praten zelden over het bestaan ervan, deels uit veiligheidsoverwegingen, maar vooral omdat de operatie vragen oproept over de mate van betrokkenheid van de VS bij het opsporen en doden van Russische troepen.

De technologie die daar wordt gebruikt is afgeleid van Project Maven. Maar een versie die aan Oekraïne is geleverd, is zo ontworpen dat die niet afhankelijk is van de input van de gevoeligste Amerikaanse inlichtingendiensten of geavanceerdste systemen.

Een lid van de 17de Oekraïense Tankbrigade patrouilleert nabij de frontlijn in de regio Donetsk.Beeld FINBARR O’REILLY / NYT

De doelstellingen zijn veranderd sinds de verontwaardiging bij Google zes jaar geleden. “In de begindagen was het vrij eenvoudig”, aldus Jack Shanahan, ex-directeur van het Joint Artificial Intelligence Center van het Pentagon. “We probeerden gewoon voertuigen, mensen en gebouwen te herkennen en wilden het dan wat geavanceerder maken.” Het vertrek van Google, zo stelt hij, vertraagde de ontwikkeling op vlak van “algoritmische oorlogsvoering”, zoals het Pentagon dat noemt. Maar men ging gewoon door.

Tegen de tijd dat de oorlog in Oekraïne uitbrak, werden de stukjes van Project Maven ontworpen en gebouwd door bijna zestig bedrijven, gelegen in verschillende VS-staten. Eén commercieel bedrijf bleek het succesvolst in het samenbrengen van alle onderdelen: Palantir.

Dat bedrijf richt zich op het structureren en visualiseren van enorme hoeveelheden gegevens. Maar daardoor kwam Palantir al vaak in een wervelend debat terecht: wanneer kan het opbouwen van een beeld van het slagveld bijdragen aan geautomatiseerde beslissingen om te doden?

Vroege versies van Project Maven, gebaseerd op de technologie van Palantir, werden al succesvol ingezet door de Amerikaanse overheid tijdens de coronapandemie en de evacuatie uit Kaboel.

Project Maven werd zo het grootste succes van het Pentagon in zijn pogingen naar algoritmische oorlogsvoering toe te evolueren. Al snel werden gegevens van een twintigtal andere programma’s van het Amerikaanse ministerie van Defensie en commerciële bronnen opgenomen in een ongekend gemeenschappelijk beeldvormingsproject voor het Amerikaanse leger. Maar dat project was nog nooit in een oorlog gebruikt.

Ontmoeting aan Poolse grens

Op een ochtend, niet lang na de Russische invasie, ontmoetten een Amerikaanse topambtenaar en een van de hoogste Oekraïense generaals elkaar aan de Poolse grens om te praten over een nieuwe technologie die de Oekraïners zou kunnen helpen. De Amerikaan toonde een tablet die Project Maven bediende via de software van Palantir en verbonden was met een Starlink-terminal. Het scherm toonde onder meer de bewegingen van Russische pantsereenheden en de gesprekken van Russische troepen op weg naar Kiev.

Oekraïense soldaten vuren een M101-houwitser af op Russische stellingen, vlak bij Avdiivka, op 22 maart.Beeld AP

Terwijl de twee mannen met elkaar praatten, werd het duidelijk dat de Amerikanen meer wisten over waar de Oekraïense troepen zich bevonden dan de Oekraïense generaal. Die laatste was duidelijk: Amerikaanse troepen zouden aan de zijde van de Oekraïners moeten vechten. “Dat kunnen we niet doen”, antwoordde de Amerikaan. Wat de VS wel kunnen bieden, zo zei hij, is een beeld van het slagveld.

Vandaag speelt een soortgelijke spanning zich af in The Pit. Het leger neemt het verbod zich niet rechtstreeks op de Russen te richten ernstig. Amerikaans president Joe Biden heeft gezegd dat Rusland niet mag winnen, maar dat de VS ook “een Derde Wereldoorlog moeten voorkomen”. De Amerikanen wijzen de Oekraïners dus in de juiste richting, maar geven ze geen precieze richtgegevens.

De Oekraïners boekten snel voortgang en bouwden een eigen versie van Project Maven. Ze maakten daarvoor gebruik van commerciële satellietbedrijven en gegevens die ze van X en Telegram schraapten. Instagram-foto’s, genomen door Russen of Oekraïners in de buurt, toonden vaak ingegraven posities of gecamoufleerde raketlanceerinstallaties. Dronebeelden werden al snel een cruciale bron van nauwkeurige richtgegevens, net als geolocatiegegevens van Russische soldaten die niet de discipline hadden om hun mobiele telefoons uit te schakelen.

Die informatiestroom hielp Oekraïne bij het richten op de Russische artillerie. Maar de aanvankelijke hoop dat het beeld van het slagveld naar soldaten in de loopgraven zou stromen, verbonden met telefoons of tablets, is nooit gerealiseerd, zo zeggen veldcommandanten.

Een van de centrale onderdelen was het Starlink-netwerk, dat vaak het enige was dat soldaten met het hoofdkwartier of met elkaar verbond. Dat versterkte wat al duidelijk was: de 4.700 satellieten van het bedrijf bleken bijna net zo goed als – en soms zelfs beter dan – de miljarden kostende systemen van de VS, aldus een functionaris van het Witte Huis.

Dromen van dronevloten

In een buitenwijk van Kiev brachten Oekraïense jongeren de zomer van 2023 door in een verwaarloosde fabriek, waar ze Chinese drones bouwden. Die waren licht en goedkoop: ongeveer 330 euro per stuk. Frontsoldaten bonden er dan een explosief aan vast. Het waren dus onbemande kamikazedrones, bedoeld voor eenmalig gebruik.

Die fabriek weerspiegelt alle complicaties en tegenstrijdigheden van de oorlog in Oekraïne. Vanaf het begin begrepen de Oekraïners dat ze, om te winnen of zelfs maar in het spel te blijven, de droneoorlogvoering moesten heruitvinden. Maar ze konden nauwelijks genoeg onderdelen verkrijgen om de inspanning vol te houden.

'Oekraïne is het dronelaboratorium van de wereld geworden'
Eric SchmidtVoormalig Google-CEO

“Oekraïne is het dronelaboratorium van de wereld geworden”, zei Schmidt, de voormalige Google-CEO in oktober. Hij beschreef daarbij de plotselinge verschijning van honderden dronestart-ups.

Een Oekraïense dronepiloot.Beeld EMILE DUCKE / NYT

Tegen de herfst van 2023 werd duidelijk dat de innovatieve voorsprong van Oekraïne alleen niet genoeg zou zijn. De Russische bevolking was te groot en te zeer bereid om offers te brengen, de olieprijzen bleven hoog en China leverde nog steeds belangrijke technologieën en onderdelen aan de Russen, terwijl het die ook aan de Oekraïners verkocht.

Dus begon Schmidt een andere visie te financieren, die nu aanhangers krijgt in het Pentagon: veel goedkopere autonome drones die in zwermen worden gelanceerd en met elkaar in verbinding staan, zelfs wanneer hun verbinding met menselijke operatoren op de grond verbroken wordt. Het idee is een generatie nieuwe vliegende wapens die leren de Russische luchtafweer te omzeilen en hun gedrag aanpassen als sommige drones in de zwerm worden neergeschoten.

Het is nog lang niet duidelijk of de VS, die gewend zijn om hoogstaande drones van 10 miljoen dollar (ongeveer 9,33 miljoen euro) te bouwen, de overstap kunnen maken naar wegwerpmodellen. Of dat ze klaar zijn voor de vragen die zullen worden gesteld over door kunstmatige intelligentie aangestuurde vloten. “We hebben hier te maken met ontzettend veel morele kwesties”, aldus Schmidt. Hij merkt tevens op dat zulke systemen het langlopende debat over richten met AI harder zullen doen opflakkeren.

Zijn conclusie is hard: deze nieuwe versie van oorlogsvoering zal waarschijnlijk vreselijk zijn. “Grondtroepen weten dat ze voortdurend in het oog gehouden worden door onzichtbare piloten op een paar kilometer afstand”, schreef Schmidt vorig jaar. “En die piloten weten dat de vijand hen mogelijk in het vizier heeft. Dit gevoel van blootstelling en dodelijk voyeurisme zie je alom in Oekraïne.”

© The New York Times