De Stemtest

Eén partij wil bouwen toch nog mogelijk maken in overstromingsgevoelig gebied

© Fred Debrock

Een bouwstop invoeren in overstromingsgevoelige gebieden: het is niet simpel in een land waar iedereen met een baksteen in de maag is geboren. De meeste partijen vinden dat het principieel moet, maar tussen droom en daad staan veel praktische bezwaren.

Farid El Mabrouk

In Vlaanderen staan maar liefst 200.000 woningen in overstromingsgevoelige gebieden. Nu als gevolg van de klimaatverandering het risico op overstromingen is toegenomen, groeit ook politiek almaar meer het besef dat er beter niet meer in die gebieden gebouwd wordt. Dat blijkt uit De Stemtest van De Standaard en VRT NWS.

De Vlaamse overheid tekent meer en meer beroep aan tegen bouwvergunningen die worden verleend in watergevoelig gebied. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) gaf ook het bevel om dat te doen, telkens als een lokaal bestuur een vergunning aflevert die ingaat tegen een negatief advies van bijvoorbeeld de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).

Watertoets

Een echt bouwverbod bestaat nu (nog) niet. Wel moet bij de aanvraag van een vergunning een watertoets worden uitgevoerd. Soms mag er dan gebouwd worden onder strikte voorwaarden. Soms luidt het advies dat er beter niet wordt gebouwd. En soms lappen gemeenten dat advies aan hun laars.

De enige partij die resoluut ingaat tegen een bouwverbod, is Vlaams Belang. Die vindt een absoluut verbod onbetaalbaar. Eigenaars van bouwgronden moeten immers worden vergoed wanneer hun lapje aarde onbebouwbaar wordt verklaard. “Waar mogelijk moeten de bouwvoorschriften wel aangepast worden en eigenaars goed geïnformeerd worden over de risico’s”, luidt het.

Alle andere partijen staan wel in mindere of meerdere mate achter een bouwverbod in overstromingsgevoelige gebieden. Iets wat ook experts aanbevelen. Vooruit, Groen en PVDA wijzen op de desastreuze gevolgen van ondergelopen huizen en de nood aan overstromingsgebieden om het bebouwde Vlaanderen veilig te stellen.

Geen dictaat

De Vlaamse regeringspartijen klinken iets genuanceerder. De N-VA zegt op termijn gewonnen te zijn voor een volledig verbod. Open VLD spreekt het woord verbod niet uit en heeft het over “sterk afraden” en “beter van niet”. En de partij van de lokale besturen – CD&V – vindt dat er geen dictaat mag komen uit Vlaanderen en een verbod alleen mogelijk is in overleg met de steden en gemeenten.

De wil is er dus wel, maar alles wijst erop dat een verbod in een dichtbevolkt, voor bouw gewonnen en klein Vlaanderen geen simpele opdracht zal zijn.