Opvallend is dat de leesvaardigheid van leerlingen met een tweede-generatie-migratieachtergrond min of meer stabiel blijft.
Foto: Belga

Wat kunnen we van Ierland leren om de leesvaardigheid van onze leerlingen te verbeteren?

De gemiddelde score voor leesvaardigheid bij Vlaamse 15-jarigen daalt ongeveer even snel bij leerlingen zonder migratieachtergrond als bij leerlingen met een eerste-generatie-migratieachtergrond. Dat blijkt uit cijfers die VRT NWS opvroeg bij onderzoekers van de UGent. Maar hoe kunnen we de leesvaardigheid voor alle leerlingen verhogen? Daarvoor kijken we misschien best eens naar Ierland.

In 2009 was de gemiddelde score voor leesvaardigheid bij Vlaamse autochtone leerlingen (geen migratieachtergrond) nog 526, bij het laatste PISA-onderzoek van 2022 was dat maar 497 meer. Voor leerlingen met een eerste-generatie-migratieachtergrond was de gemiddelde score in 2009 462, in 2022 was dat 413.

Kortom, leerlingen met Nederlands als moedertaal gaan er dus ongeveer even snel op achteruit als leerlingen die in het buitenland werden geboren en geen Nederlands als moedertaal hebben. Dat blijkt uit cijfers die de redactie kreeg van de UGent, die in Vlaanderen het PISA onderzoek uitvoert.

Opvallend is dat leerlingen met een tweede-generatie-migratieachtergrond (met ouders die in het buitenland geboren werden) nog het beste standhouden. In 2009 was de gemiddelde score bij hen 450, in 2022 was dat 448. Waarom het leesvaardigheidsniveau bij deze groep min of meer stabiel bleef, is onduidelijk. 

Leerlingen met een migratieachtergrond scoren wel nog steeds lager dan leerlingen zonder migratieachtergrond op vlak van leesvaardigheid. De dalende trend tussen leerlingen zonder migratieachtergrond en leerlingen met een eerste-generatie-migratieachtergrond is ongeveer hetzelfde.

Maar niet alleen in Vlaanderen gaat de leesvaardigheid van leerlingen achteruit. Zowat overal in Europa daalt het niveau, in Nederland is de daling nog sterker dan in Vlaanderen. Toch is er 1 land dat toont dat het anders kan: Ierland.

Ierland als voorbeeld?

In Ierland steeg het leesvaardigheidsniveau bij leerlingen tussen 2009 en 2012, sindsdien bleef het min of meer stabiel. Ook de kloof tussen leerlingen van verschillende achtergronden is er relatief klein. Wat doet Ierland dan anders dan de rest?

Tussen 2011 en 2020 lanceerde de Ierse regering een verregaand en langdurig leesvaardigheidsbeleid, de zogenoemde 'National Strategy: Literacy and Numeracy for Learning and Life'.

Dat beleid stoelde op 4 principes: betere opleiding van leraren, samenwerking tussen alle kernspelers in het onderwijsveld, samenhang tussen alle beleidsmaatregelen en voortdurende monitoring van het verloop van de acties en hun effect.

"Ierland heeft 10 jaar sterk ingezet op een bewust en volhardend beleid", zegt Kris Van den Branden, hoogleraar taalkunde aan de KU Leuven. "Daarbij werd fors geïnvesteerd in de opleiding van leerkrachten, maar ook in extra bijscholing en ondersteuning."

Ook werden onderzoekers, uitgevers, directies, leerkrachten, opleiders, onderwijsverstrekkers en -ondersteuners en de culturele sector samengebracht om het actieplan vorm te geven en uit te voeren.

"In Ierland worden 'missing links' zoveel mogelijk vermeden, bijvoorbeeld zorgen dat er voldoende literatuur is voor jongeren op een bepaalde leeftijd, maar ook lokale bibliotheken erbij betrekken", zegt Pedro De Bruyckere, pedagoog en onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht.

Het Vlaamse Leesoffensief

Geïnspireerd door het Ierse plan, lanceerde Vlaanderen eind 2021 het Leesoffensief. Dat actieplan richt zich op iedereen, van 0 tot 100 jaar oud, maar vooral op zwakke of moeilijke lezers en niet-lezers. Het telt meer dan 50 concrete acties om de leesvaardigheid te bevorderen, maar een effect op de leesvaardigheid is tot nu toe niet in de cijfers op te merken.

"Het duurt altijd even voor beleidseffecten zich tonen", zegt Van den Branden. "Eerst moeten de acties opgestart worden. Een eerste reactie daarvan vertaalt zich in de leesmotivatie bij leerlingen, pas jaren later zien we de effecten terug in leesvaardigheid." 

Hoe vertaalt het Leesoffensief zich in de praktijk?

“Het is belangrijk dat kinderen van kleins af aan een positieve leeservaring hebben", gaat Van den Branden verder. "Dat start met voorleesacties in de opvang en kleuterklas. Ze moeten wegwijs gemaakt worden in de literatuur."

Maar ook bij leerlingen in het middelbaar blijft dat nodig. “Binnen het kader van het Leesoffensief organiseren we 3 keer per week een leesmoment”, zegt Joris Colle. Hij is leerkracht in het Vesaliusinstituut in Oostende. “Daarbij moeten de leerlingen telkens een centrale vraag beantwoorden rond de tekst die ze lezen, bijvoorbeeld wie de hoofdpersonages zijn of waar de werkwoorden staan in de tekst.” De school werkt daarbij nauw samen met de bibliotheek.

Wat is het PISA-onderzoek?

Het PISA-onderzoek is het belangrijkste vergelijkende onderzoek tussen landen wat betreft onderwijs. Het gaat om een onderzoek uitgevoerd door de OESO bij bijna 5.000 15-jarige leerlingen uit Vlaamse scholen.

Om de 3 jaar - nu 4 jaar vanwege de coronacrisis - wordt het niveau van leerlingen in verschillende domeinen onderzocht. Het gaat om lezen, wiskunde en wetenschappen. 

De OESO geeft een gemiddelde score die steeds rond de 500 schommelt. Hoe hoger de score, hoe hoger het gemiddelde niveau van de leerlingen. 

Meest gelezen