“Als een trainer niet belangrijk is bij Club, waarom is Deila dan ontslagen?”: met Franky Van der Elst op bezoek bij Paul Okon

“Club wordt kampioen”, denkt Paul Okon (52). En passant acht hij een Europese finale “zeker haalbaar”. Okon kan het inschatten: hij kent Club – tot vorig seizoen was hij er T2 – én Fiorentina, waar hij in 1999 tekende. Franky Van der Elst (62) ging lunchen bij de Aussie. “Skov is te goed voor Club, maar…”

Pieter-Jan Calcoen

“Laat Paul maar de appetizers bestellen”, oppert Franky Van der Elst, “want hij weet beter dan wij wat goed is.” Een verstandige opmerking – naar goede gewoonte, onze huisanalist geeft er geen andere – aangezien Okon de baas is van mozzarellabar/Italiaans restaurant Cuore di Puglia. Dan mag je ervan uitgaan dat hij de kaart kent, inderdaad.

Cuore di Puglia ligt sinds drie jaar aan de Gistelse Steenweg in Sint-Andries, vlakbij het Jan Breydelstadion. Okon: “Men had mij op voorhand gezegd dat de horeca zwaar is. ’t Is niks overdreven: het slorpt je volledig op. Ik sta niet zelf in de keuken, maar er is áltijd wel iets te doen. Daarnaast ben ik ook taxichauffeur voor mijn drie jongste zonen: ze spelen bij de jeugd van Club, de oudste zit bij Benfica. Er zijn dagen dat ik 250 kilometer in de wagen zit, louter en alleen voor hun trainingen en wedstrijden.”

Van der Elst is een regelmatige klant bij zijn oud-ploegmaat: “Omdat het lekker is – dat in eerste instantie. Maar ook omdat Paul een vriend is.” Daarover straks meer.

Eerst gaat het onvermijdelijk over wat aan elk tafeltje rondom ons óók het gespreksonderwerp is: Club Brugge. Blauw-zwart walst door de play-offs met vier zeges en één draw en is zowaar in de running voor de titel. Wie had dat nog gedacht? In elk geval niet Okon en Van Der Elst, gaan de twee akkoord: “Dit viel niet te voorspellen.”

“Ik denk dat Club alsnog kampioen zal worden”, analyseert Okon. “Simpelweg omdat het verschil op verplaatsing gemaakt zal worden. Daar laat Anderlecht het afweten – ik zie ze bijvoorbeeld niet winnen tegen Cercle dit weekend – terwijl Club wel punten pakt buitenshuis. Het staat goed. Ik wil ook credits geven aan hun keeper, Jackers. Want doe het maar, hé, om zo ineens een levende legende als Mignolet te vervangen. Tegen Genk was hij alweer top, ook met de voeten: hij lag aan de basis van het openingsdoelpunt.”

Van der Elst: “Klopt, al moet ik erbij zeggen dat het bij die fase een rommeltje was bij Genk. Galarza stond te ver van Skoras, Fadera was nergens te bespeuren. Praat met elkaar!”

“Dan is de organisatie bij Club een pak beter sinds Nicky Hayen heeft overgenomen”, pikt Okon in. “Hij doet het verbazingwekkend goed. Ik zie niet in waarom Club niet zou overwegen om Hayen aan te stellen voor de langere termijn.”

© Simon Mouton

Gevoelsspeler Mechele

Okon kent de coach ad interim van Club persoonlijk. Toen hij onder Carl Hoefkens één van de assistenten was, was Hayen aan de slag als trainer bij Club NXT. “We werkten dus nauw samen. Ik kan Nicky alleen maar lof geven – het verschil is dag en nacht met Deila. Op Club moeten ze stilaan spijt hebben dat ze die keuze niet vroeger gemaakt hebben.”

“Het zet nogmaals in de verf dat de trainer wel de belangrijkste figuur binnen een club is”, vindt Van Der Elst. “Bart Verhaeghe laat uitschijnen dat als de structuur goed is, wat op Club ontegensprekelijk het geval is, het dan niet uitmaakt wie voor de groep staat, maar dat is absoluut niet juist. Je moet het niet omdraaien.”

Het ontlokt een glimlach bij Okon – hij is het duidelijk eens met ‘Foxy’, zoals hij zijn kameraad noemt. “Waarom heeft Club dan Deila aan de deur gezet net voor de play-offs? En waarom zijn er vorig seizoen dan drie trainers geweest? (fijntjes) Als het toch niet van belang is wie langs de lijn staat, dan kon je evengoed niet veranderen.”

Had Okon het voor het zeggen gehad, dan had Club effectief niet moeten ingrijpen: was Hoefkens niet ontslagen, dan hijzelf ook niet. Hij haalt gelaten de schouders op: “Zo gaat het tegenwoordig. Vliegt de trainer buiten, dan mogen ook zijn assistenten hun boeltje pakken. Ik voel geen rancune, ik kon begrip opbrengen voor de omstandigheden (Club speelde toen niet goed en liet in de competitie veel punten liggen, red.), maar misschien zou ik het wel anders gedaan hebben.”

Van der Elst: “Een ontslag bij de club van je hart, wat Club Brugge is voor Paul, dat is altijd vervelend, maar het is eigen aan het wereldje. De liefde verdwijnt niet.”

Allerminst, benadrukt Okon: hij blijft supporter nummer één van blauw-zwart. “Ik heb alles aan Club te danken. Dit is mijn thuis. We zijn naar Europa gekomen omdat de kinderen voetbaltalent hebben én we hen een andere ervaring wilden geven. We hadden voor Italië kunnen kiezen, maar Brugge was logischer.”

Okon heeft nog maar weinig contact met de spelers die hij tot vorig jaar dagelijks coachte. “Brandon (Mechele, red.) hoor ik wel regelmatig. Het is niet zo dat we elke dag berichtjes sturen naar mekaar, maar we hebben een aangename relatie. (benadrukt) Brandon doet het de laatste weken amazing, vind ik.”

Dat beaamt Van der Elst: “Het is bij momenten moeilijk geweest voor Mechele, maar het niveau dat hij nu haalt… (blaast) Er staat wel iemand, hé.”

Volgens Okon is Mechele “een gevoelsspeler”. Hij verduidelijkt: “Brandon heeft vertrouwen nodig. Dan kan hij boven zichzelf uitstijgen. Weet je… Brandon is misschien niet de meest getalenteerde bij Club, maar als je van dichtbij ziet wat hij er allemaal voor doet. (blaast) Daar kan je alleen maar respect voor hebben.”

Wie is voor Okon dan wel ‘de meest getalenteerde’? Hij noemt niet Antonio Nusa, wel Andreas Skov Olsen: “Op training werd vaak duidelijk dat hij te goed is voor Club.”

“Maar zag je tijdens diezelfde trainingen ook waarom Skov Olsen toch nog gewoon in Club zit?”, vraagt Van der Elst.

© Simon Mouton

“Absoluut”, aldus Okon. “Skov Olsen heeft de kwaliteiten om hoger te mikken – het verbaast me niet dat grote clubs hem op de radar hebben. Langs de andere kant vergooit hij zijn talent een beetje doordat hij geen constante in zijn spel legt, vaak geblesseerd is,… Ik heb daar nooit met hem over gesproken. (grijnst) Hij is geen open boek.”

Van der Elst valt niet van zijn stoel door Okons woorden – iedereen in het voetbal kent Skov Olsen op die manier –, hij vindt het wel jammer: “Nu blijkt nóg eens dat er meer in zit.”

We werpen een laatste naam op: Igor Thiago, man van 37 miljoen euro. Had Okon graag tegen de Braziliaan gespeeld? Van der Elst antwoordt in Okons plaats: “Dat had Paul zeker gekund. Hij heeft wel tegen stevigere spitsen gestaan. Amokachi, om er maar één te noemen. (lacht) Die zijn bil was breder dan mijn lijf.”

Okon: “De papa van Lukaku was ook heel sterk. Om terug te komen op die 37 miljoen: het is nu eenmaal de markt van vandaag. Het is maar wat de zot wil betalen.”

© Simon Mouton

Favoriet tegen Fiorentina

Club kan de marktwaardes van de spelers de komende weken nog een beetje opkrikken: succes in de Conference League zal de belangstelling alleen maar aanwakkeren. Okon ziet mogelijkheden tegen Fiorentina, de ploeg waar hij zelf speelde in het seizoen 1999-2000. “Als je me vraagt wie de favoriet is, dan zeg ik Club. Het is haalbaar, ze zitten in de flow, Fiorentina kent daarentegen ups en downs. Het is geen klassieke Italiaanse ploeg die alleen aan verdedigen denkt. Trainer Italiano staat voor offensief voetbal.”

Van Der Elst: “Ik denk dat het kan, het succes is duurzaam. Wil Club de Champions League-overwintering van vorig seizoen met Paul overtreffen, dan moeten wel ze de finale halen.”

“Ik kan Foxy volgen”, aldus Okon. “De Champions League is een andere wereld, niet toevallig met een andere hymne, maar toch mogen we deze prestatie niet onderschatten. Het is wel wat.”

“Het zou ook voor ons voetbal in zijn totaliteit een boost zijn”, aldus Van Der Elst. “Zeg, Paul, met wie zat jij destijds bij Fiorentina in de ploeg? Batistuta?”

De Australiër knikt. En somt terloops meerdere ex-teammaten van die tijd op: “Er was naast Batistuta ook Toldo, Rui Costa, Di Livio, Torricelli,… – het was een geweldige selectie. We bereikten de tweede ronde van de Champions League in een poule met FC Barcelona en Arsenal en dwongen Europees voetbal af. Lazio, waar ik de jaren voordien speelde, werd dat seizoen kampioen. Dat verbaasde me niet: op het einde was het bijna zoals Real, een ploeg vol Galácticos, met Veron, Boksic, Nedved, Mancini, Nesta, Conceição en Simeone.”

“Heb jij me niet eens verteld dat jij de woning van Simeone overgenomen hebt?”, vraagt Van Der Elst. “Het was omgekeerd”, antwoordt Okon. “Hij de mijne, toen ik naar Fiorentina verhuisde. Bij Lazio speelde ik vaak, maar was er ook negativisme – ik was er meermaals geblesseerd. Vandaar mijn transfer, ik wilde iets nieuws.”

In de Serie A voetbalde Okon met de beste spelers ter wereld. Voor Van Der Elst geen verrassing: moet hij zijn beste elftal aller tijden van Club samenstellen, dan staat Okon erin. Omgekeerd noemt Okon VDE “de beste verdedigende middenvelder met wie hij ooit samenspeelde”. Het respect tussen de twee voormalige Gouden Schoenen is groot.

Okon trapt af: “Foxy was zeer goed in de simpele dingen perfect doen. Dat is een enorme kwaliteit. Hij had ervaring, maakte mijn job makkelijker. Hij heeft me veel geleerd.”

Volgens Van Der Elst was Okon al goed van zichzelf – hij had geen tips nodig. “Paul was een fantastische speler. Hij had een elegante stijl, zocht steeds de voetballende oplossing, maar hij had ook duelkracht en leiderschap. Paul was iemand die de supporters graag zagen spelen. Hij was gewoon echt ‘ne hele goeie’.”

Desondanks heeft Okon of Van Der Elst nooit een Europese beker gepakt. Dit Club kan er wel in slagen. “Hoe zot zou een dubbel niet zijn?”, mijmert Okon. “Nog een koffietje, Foxy?”

Onze reporter in gesprek met Okon en Van der Elst.© Simon Mouton

Meer over Club Brugge

Meer voetbalnieuws

Keuze van de redactie

Video