De StandaardinterviewKarl Meesters

Karl Meesters leert BV’s beter te luisteren in ‘Niks te zien’: “Was mijn leven een film, dan zou je hem overdreven vinden”

© Kaat Pype

In zijn studententijd werd Karl Meesters blind, drie jaar geleden kreeg hij een agressieve kanker. In het VRT-programma Niks te zien leert hij BV’s beter te luisteren, ook naar de stilte. “Mijn handicap haalt het goede in mensen naar boven.”

Marjan Justaert

Karl Meesters (44) begon op het kabinet van Karel De Gucht (Open VLD), begeleidde vervolgens jarenlang olympische en paralympische topsporters en is de bezieler van Rien à Voir, dat concerten met een optimale klankkwaliteit organiseert. Daar was ik eens, en het was een bijzondere ervaring: toen pianist Bram De Looze begon te spelen, doofde Meesters de lichten. In het pikdonker luisterden we in een kring rond de vleugelpiano. Als je niets ziet, luister je beter.

Dat is wat ook gebeurt in Niks te zien, Meesters’ debuut als tv-gezicht. In het VRT 1-programma nodigt hij muzikanten als Tijs Vanneste, Coely, Niels Destadsbader en Selah Sue uit in zijn wereld, waar “niks te zien is, maar van alles te beleven”. Hij gaat met hen op reis om hen de schoonheid van muziek en geluid tot in hun kleinste teen te laten voelen, van zingende gletsjers en oude snaarinstrumenten tot een Schots knapenkoor.

Met een grote glimlach en zijn eeuwige zonnebril ontvangt Karl Meesters me thuis, in hartje Brussel. In de leefruimte staat een grote piano met daarnaast een kleine voor zijn vierjarige zoon. Verder geen rondslingerend speelgoed of paperassen op tafel. “Dat moet, dat creëert rust. Ik heb mijn leven leren aan te passen aan mijn situatie. Al heb ik daar wel een prijs voor betaald. Terwijl mijn leeftijdgenoten bezig waren met wat ze zouden doen na de universiteit, heb ik veel tijd nodig gehad om uit te vlooien hoe ik alles zou doen.”

© Kaat Pype

Nochtans gidst u de BV’s nu met een grote naturel rond in een onbekend land. De camera houdt van u.

“Het is natuurlijk televisie, vergeet dat niet. Van een reis van drie dagen blijven de beste drie kwartier over. Maar ik denk wel dat ik op het scherm overkom zoals ik ben: een sociale, best intelligente en welbespraakte jongen. Babbelen gaat me goed af. Maar die voice-overs inspreken, dat was andere koek. Ik kon die teksten uiteraard niet lezen en moest alles uit het hoofd leren. Gesukkeld dat ik heb. Toen heb ik me voorgenomen om écht eens braille te leren. Het is er nooit van gekomen, omdat ik mijn plan trek met spraaktechnologie, maar voor zoiets zou braille een grote hulp geweest zijn.”

“Maar om terug te komen op je vraag: de kracht van het programma is volgens mij dat ik de BV’s wel leid, maar tegelijkertijd heb ik begeleiding nodig.”

Ze voelen zich verantwoordelijk voor u en dat maakt hen evengoed kwetsbaar. Om Tijs Vanneste te citeren: “Met een blinde op reis gaan verandert alles.”

“Bij mij kruipen mensen haast automatisch in een beetje een zorgende rol, maar tegelijkertijd ziet iedereen wel dat ik een zelfstandige gast ben. Daar zit iets schoons in. Mijn handicap haalt het goede in mensen naar boven. Nu, ik kan ook gewoon goed met mensen om – dat komt volgens mij uit mijn kindertijd, toen ik al mijn eigen weg moest zoeken.”

De laatste autorit

Karl Meesters groeide op als enig kind van een alleenstaande moeder, verhuisde geregeld en moest al vroeg zijn mannetje staan. Op zijn elfde had hij zijn eerste baantje – grasmaaien bij de buren – en op zijn twaalfde zei hij tegen zijn moeder: “Schrijf mij maar in voor Latijn als je dat per se wilt, maar ík ga in de rij staan bij moderne.”

Rond diezelfde tijd stond ineens zijn vader voor de deur. “De jaren daarna kwam en ging hij. Wat mij betreft blonk hij uit in afwezigheid en koos hij vooral voor zichzelf. Hij besefte niet welke negatieve gevolgen dat voor mij had. Als twintiger ben ik daarmee aan de slag gegaan met een therapeut. Nu is het oké. Ik heb geen contact meer met hem, maar ik kan wel zeggen dat mijn pa mij de liefde voor schoonheid, kunst en muziek heeft bijgebracht. Toch ben ik blij dat ik de familienaam van mijn moeder draag en dat ik mijn relatie met hem aangepakt heb. Op mijn zestiende zei ik: ‘Ik ga een goeie papa zijn’, omdat ik geen goeie papa heb gehad. Nu weet ik dat ik een goeie papa bén, punt. Er is geen bewijsdrang.”

Boven op dat alles ontdekte u op uw zestiende dat u blind zou worden.

“Het is een genetische aandoening, retinitis pigmentosa. Mijn grootmoeder had al problemen met haar ogen, maar pas toen mijn moeder rond haar 44ste flitsen zag, is de aandoening boven water gekomen. Ik bleek drager te zijn van het gen. Pas op mijn acht- of negentiende heeft de aandoening zich gemanifesteerd. Mijn rijbewijs heb ik nog gehaald, maar drie jaar later verbood de oftalmoloog me om nog te rijden. Ik ben zelf naar het ziekenhuis gereden om het verdict te horen, dat was meteen ook mijn laatste autorit.”

Ziet u nog iets?

“Mijn gezichtsscherpte is volledig weg, mijn gezichtsveld niet helemaal. Er zijn nog twee kleine croissantjes aan de onderkant waardoor ik iets of wat visuele informatie binnenkrijg. Hoe ik de wereld zie, kan ik onmogelijk beschrijven, maar het is níét zwart. Dat is een hardnekkig misverstand. Ik zie alle kleuren, soms wit, groen, grijs, bewegende vlekken – chaos, quoi.”

Hoe kwam de diagnose binnen?

“Mijn zicht ging razendsnel achteruit, een pak sneller dan bij mijn moeder, dus ik moest voortdurend schakelen. Ik ben aan de unief begonnen als ziende, een paar jaar later vulde ik mijn examens in op A3-bladen, en nog een paar jaar later was ik bijna blind. Vooral in de jaren na mijn afstuderen heb ik ermee geworsteld. Alle tot dan toe vanzelfsprekende vaardigheden ebden weg, het was chaos in mijn hoofd. Plots kon ik niet meer zeggen of ik überhaupt nog kon werken.”

U bent er zelf uit geraakt.

“Met vallen en opstaan heb ik mijn draai gevonden. Toen ik kon beginnen op het kabinet van De Gucht, is de wederopbouw begonnen. Dat heeft mij gelanceerd en daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor. Simpel was het niet, want veel begeleiding was er toen niet. Ik was alleen. Met mijn moeder heb ik er eigenlijk nooit over kunnen praten. Zodra zij wist dat ze de aandoening aan mij had doorgegeven, werd ze verteerd door schuldgevoel. Iedereen in haar omgeving zei haar dat haar zoon zo goed omging met zijn beperking, en ze was ook wel fier op mij, maar zelf kon ze totaal niet om met mijn beperking en de gedachte dat zij de ‘oorzaak’ was.”

Ook u zou de aandoening sowieso doorgeven aan een dochter.

“Ja, omdat de aandoening op het X-chromosoom zit. Met mijn toenmalige vriendin had ik destijds al afgesproken dat we voor ivf zouden gaan om via embryonale screening voor een zoon te kiezen. Zover is het nooit gekomen. Bij mijn huidige vriendin stelde het probleem zich niet, zij had te horen gekregen dat ze onvruchtbaar was.”

“Vier jaar geleden bleek mijn vriendin toch zwanger. Totaal onverwacht. We hebben dagen in spanning de testen afgewacht. De dag dat we de uitslag kregen … ik kan het bijna niet beschrijven. De ene dag valt de hemel op je kop, de volgende dag baad je in onvoorstelbaar geluk. Mijn zoon is nu vier en ik geniet elke dag van hem. En ik vind het een geweldige gedachte dat ik de genmutatie meeneem in mijn graf.”

Hebt u ooit gedacht: waarom ik?

“Niet zozeer toen ik slechtziend werd, maar wel later. Toen mijn zoon nog geen jaar oud was, werd ik wakker met een stekende pijn in mijn bekken. Ik had een niersteen, maar de scan toonde nog iets anders: een tumor van 9 centimeter in mijn kleine bekken. Het bleek een van de zeldzaamste en ongeneeslijkste kankers te zijn die er bestaan. Er is geen chemotherapie tegen opgewassen. Op 11 mei 2021 ben ik geopereerd. Er was een grote kans dat ik verlamd zou raken. De dagen en weken voordien is het even heel zwart geweest in mijn hoofd. Toen heb ik gedacht: waarom ik, in godsnaam? Wie is hier mijn leven aan het saboteren? Een mens heeft veel veerkracht, maar op een gegeven moment is het op. Als ik er verlamd uit kom, dacht ik, hoeft het niet meer.”

Heftig.

“Ik weet het. Mocht mijn leven een filmscenario zijn, dan zouden mensen het overdreven vinden. (lacht) Maar goed, ik ben een plantrekker, altijd geweest. Toen ik uit narcose kwam, heb ik direct mijn beenspieren opgespannen. De operatie bleek wonderwel geslaagd. Ik ben geen medisch mirakel, ik heb gewoonweg kei-, kei-, keiveel geluk gehad.”

“Intussen zijn we drie jaar verder, de uitslagen zijn goed en stilaan durf ik weer op middellange termijn te denken. Laten we zeggen dat ik nu toch al drie jaren vooruit durf te kijken.”

Kort na uw kankerdiagnose stierf uw moeder.

“Had ik geen kanker gekregen, dan leefde ze nog. Ze is weggekwijnd aan hartzeer, daar ben ik van overtuigd. De dood van mijn ma heeft me veel gevoeliger gemaakt. Ik besef dat ik de pater familias ben. Die hele periode heeft tot gevolg gehad dat ik mijn leven versimpeld heb. Ik ban ruis, ik kies veel bewuster in wat en wie ik mijn tijd wil steken.”

Heeft die periode u meer doen relativeren?

“Ik geloof niet in relativeren. Problemen moet je oplossen, je kunt niet doen alsof ze er niet zijn. Je kunt je er minder druk in maken, maar je moet ze nog steeds oplossen. Het klopt wel dat ik nu anders in het leven sta. Ik weet niet of ik ooit zover zal zijn om te zeggen dat die kanker een cadeau is geweest, maar ik heb wel een aantal waardevolle inzichten gekregen die ik anders mogelijk pas op mijn zeventigste gehad zou hebben. Bijvoorbeeld: hoe belangrijk zelfzorg is. Dat is vandaag een van mijn prioriteiten.”

Stilstaan bij stilte

Zijn eigen levensverhaal komt verrassend weinig aan bod in Niks te zien. “Dan hebben we nog wat te vertellen in een tweede seizoen”, grapt Meesters. “Voor mij gaat het programma niet over slechtziend zijn, maar je kunt er niet omheen dat een slechtziende presentator niet hetzelfde is als een ziende presentator. Het wordt meteen fysiek bij mij, want ik moet de schouder van mijn gast vastnemen om vooruit te raken. Ik geef me over.”

Zeg dat wel: heel Brussel, en straks ook tv-kijkend Vlaanderen, kent de ­code van uw bankkaart.

“Vrienden die met mij iets gaan eten of drinken, de kassiersters van mijn vaste winkels, enzovoort kennen mijn code. Ik vind dat eigenlijk keischattig.”

U kunt dus weten of de meeste mensen deugen.

“In die twintig jaar dat ik in Brussel woon, werk en uitga is het nog nooit fout gelopen. Ongerust zijn dat mensen me zouden bestelen, lijkt me véél stressvoller dan mijn code delen met iedereen. Ik maak wel dat er geen grote bedragen op die rekening staan, hè.”

© Kaat Pype

Gebeurt het vaak dat mensen u ongevraagd hulp bieden?

“Het gebeurt steeds vaker dat onbekenden me vastpakken en op de metro zetten of zo. Dat zijn doorgaans ook mensen die deugen, alleen hebben ze nog wat extra uitleg nodig. Ik zal nooit kwaad reageren, maar maak wel duidelijk dat ongevraagd helpen echt niet nodig is.”

Wat is de juiste manier?

“Laat een slechtziende of blinde persoon gewoon met rust tot hij of zij zelf een hulpvraag stelt. Of vraag gewoon: ‘Excuseer, hebt u hulp nodig?’ Als Niks te zien toevallig ook bijdraagt tot bewustzijn daarrond: des te beter.”

Wilt u de geschiedenis ingaan als de man die zijn volk leerde te luisteren?

“Nee! Ik heb geen missie. Naar Rien à Voir moet je komen voor de goeie muziek, naar Niks te zien moet je kijken omdat het een tof reisprogramma is. En ja, ik nodig de mensen uit om op z’n minst stil te staan bij de schoonheid en de verscheidenheid van muziek en geluid. Inclusief stilte.”

Wilt u een rolmodel zijn, of liever niet?

“Ik hoop er een te zijn zonder er een te willen zijn.”

Stel dat u de impact van uw programma mag kiezen: een twaalfjarig slechtziend jongetje raakt geïnspireerd door de manier waarop u in het leven staat, of een grote groep mensen heeft voortaan meer aandacht voor de kracht van klank. Wat kiest u?

“Ik ga antwoorden op je vraag, maar eerst dit. Ik heb het geluk gehad om bij De Gucht vertrouwen te tanken. Nadien heb ik tien jaar olympische en paralympische atleten begeleid buiten de topsport. Uit die periode heb ik geleerd dat je altijd moet terugkeren naar je kracht. En dan kun je, met een goed plan, mooie resultaten boeken. Zo is Rien à Voir ontstaan, want mooie muziek en geluidskwaliteit zijn inderdaad sterke punten van de slechtziende gemeenschap. Dat is mijn boodschap met Rien à Voir: zoek je kracht, maak een plan, boek resultaten. Dát is wat ik tegen dat manneke van twaalf ga zeggen.”  

Niks te zien, vanaf 2 mei op VRT 1.