Direct naar artikelinhoud
Reportage

In Den Haag is al 83 dagen lang een kerkdienst bezig, en dat wil iedereen zien

Hayarpi Tamrazyan en haar familie verblijven al 83 dagen in de Bethel-kerk.Beeld ANP

Om de uitzetting van een Armeens gezin te voorkomen, wordt in een Nederlandse kerk een non-stopdienst gehouden. Al 83 dagen lang. De missie is nog niet volbracht, maar mondiaal nieuws is het verhaal wel geworden. Van CNN tot Der Spiegel, zowat de halve wereldpers kwam al langs in het kleine kerkje. 

In de sober ingerichte kapel van het kerkhuis Bethel in Den Haag weerkaatst het gezang van de dertig aanwezigen tegen het hoge houten plafond. De voorgangers Jolien Nak en Gerben Heitink zijn uit Bennebroek gekomen, zo’n 40 kilometer verderop, met een twintigtal protestante gemeenteleden in hun kielzog.

De Bennebroekers nemen vandaag het tijdslot tussen twee en vier voor hun rekening, in deze doorlopende kerkdienst die al gaande is sinds vrijdagmiddag 26 oktober. Het doel: de uitzetting voorkomen van het Armeense gezin Tamrazyan met drie in Nederland opgegroeide kinderen, inmiddels 15, 19 en 21 jaar oud.

Op verzoek van de voorgangers draagt oudste dochter Hayarpi een door haar geschreven gedicht voor.

‘Als ik me focus op u / Ben ik vervuld van vreugde

Kerkasiel is dan een gewone dienst gewijd aan u

U bent het licht hier / Dat nooit meer doven kan

Dan ben ik even / Niet meer het meisje

Dat denkt aan de muren / Wel bijzondere muren

Van Bethel… Uw huis’

Meer dan zevenhonderd voorgangers zijn de Bennebroekse predikanten in de afgelopen maanden voorgegaan. Het schema voor de komende periode is al riant gevuld.

Zolang de dienst voortduurt, mag de overheid de kerk niet in, zo schrijft artikel 12 van de Nederlandse ‘Algemene wet op het binnentreden’ voor. Het bijzondere kerkasiel trekt niet alleen honderden predikanten en duizenden bezoekers – gelovigen en niet-gelovigen – maar het trekt ook veel internationale persaandacht. CNN, CBS, BBC, The New York Times, The Guardian, Der Spiegel, Die Welt en Corriere della Sera kwamen langs, naast zo’n beetje alle Nederlandse media. De belangstelling groeide het bescheiden kerkje in een Haagse woonwijk zodanig boven het hoofd dat een professionele ­publiciteitscoördinator is aangetrokken.

Hayarpi Tamrazyan krijgt een knuffel van publiciteitscoördinator Florine Kuethe.Beeld Peter de Jong / AP

“Niemand had verwacht dat het zo groot zou worden”, zegt Florine Kuethe, de coördinator. “Het zijn kerkdiensten, het moet geen kermis worden. De sfeer van de dienst mag niet worden geschaad. Een presentator van een Amerikaanse nieuwszender presteerde het een stand-upverslag te doen in de kapel. En vanochtend nog is een journalist van een Italiaanse krant zomaar naar binnen geglipt.”

Pastoraal werker Sity Smedinga vertelt dat ze is gefilmd door de Duitse televisie op de middag dat zij voorganger was. “Heel bijzonder dat dit kerkje wereldnieuws is geworden. Die aandacht trekt weer nieuwe bezoekers uit binnen- en buitenland. Het laat de kerk zien van de kant die mij en veel anderen aanspreekt: echt in de praktijk brengen wat naastenliefde is.”

Hoop

Maar deze wereldwijde aandacht heeft het gezin Tamrazyan nog niet gebracht waar het al negen jaar op hoopt: een verblijfsvergunning. Nadat de Armeense tieners Lili en Howick begin september te horen hadden gekregen dat ze toch mochten blijven, ontstond er hoop. Zou de bevoegde staatssecretaris, Max Harbers, ook een uitzondering maken voor andere kinderen uit gezinnen zonder verblijfsvergunning die langer dan vijf jaar in Nederland ­wonen? Het antwoord was: nee. Vlak voor Kerst liet Harbers nogmaals weten dat hij voor het gezin Tamrazyan geen gebruik zal maken van zijn discretionaire bevoegdheid.

‘Als ik ga slapen, is er een dienst bezig. En als ik wakker word, is de dienst nog steeds bezig. Dat geeft een heerlijk gevoel van geborgenheid’
Hayarpi Tamrazyan, oudste dochter (21)

Hayarpi ziet er vandaag in een grijs-geruite jurk opgewekt uit, zeker voor ­iemand die al maanden nauwelijks buiten is geweest. Eind september nam het gezin aanvankelijk zijn intrek in een gereformeerde kerk waar het zelf ter kerke ging. Een maand later verkasten ze naar deze Haagse protestante kerk, die de organisatie van de continue kerkdienst op zich nam. “Het is hier veilig, dat is voor ons het belangrijkst”, zegt Hayarpi. “Als ik ga slapen, is er een dienst bezig. En als ik wakker word, is de dienst nog steeds bezig. Dat geeft een heerlijk gevoel van geborgenheid. Als een volgende predikant verlaat is door bijvoorbeeld een file, gaat de vorige wat langer door. Wij houden dit vol, ook vanwege de steun die wij voelen van alle mensen die deze kerk bezoeken. Het is heel bijzonder.”

Hoelang nog?

Hayarpi, actief lid van de ChristenUnie, wil de hoop niet opgeven. De kerkdienst raakt behalve bij haar eigen partij ook een gevoelige snaar bij veel CDA-leden, merkt ze op. Maar in de landelijke politiek keert deze partij zich stevig tegen een ruimer kinderpardon. “We hopen dat daar iets gaat veranderen.” Ze vertelt nogmaals dat het gezin gevaar loopt in Armenië. Haar vader is daar politiek actief geweest. Dat ze niet al zo lang in Nederland zijn omdat ze de procedures eindeloos hebben gerekt, maar juist omdat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) er zo lang over deed over hun casus te beslissen.

Liever dan interviews geven zou ­Hayarpi haar studie econometrie in Tilburg weer willen oppakken. En haar vrijwilligerswerk: bijles geven aan kinderen en het organiseren van bezoeken aan eenzame ouderen.

Elke dag is het een reële vraag, zegt dominee Theo Hettema, voorzitter van de algemene kerkenraad: hoelang gaat deze dienst nog door? “De continue kerkdienst is een middel om het gesprek in de politiek op gang te brengen en te houden”, zegt Hettema. “Als het gesprek niet meer zinvol wordt gevoerd, moeten we stoppen. Maar deze kwestie is zo prangend dat ik nog geen einddatum in mijn agenda heb staan. We zetten zo’n groots middel in omdat er voor dit gezin geen alternatief is.” En dus gaat de kerkdienst door. “Het raakt me elke keer als ik bij de dienst ben”, zegt hij. “Er hangt iets puurs in deze kerk.”