© BELGAIMAGE

Martine is een ‘verborgen’ sekswerker: “Toen mijn huisbaas ontdekte dat ik geen voetverzorgster was, moest ik eruit”

Thuiswerk is hot. Steeds meer mensen zetten zich ’s ochtends met hun werk aan de keukentafel in plaats van naar hun job te pendelen. En waarom zou de sekssector dan achterblijven? Martine ontvangt haar klanten ondertussen al 15 jaar in de privacy van haar eigen appartement in het Antwerpse.

Patrick Vincent

“Deze maand vier ik mijn ­jubileum”, zegt Martine (die onherkenbaar wil blijven, daarom gebruiken we een schuilnaam). “Ik ben begonnen in mei 2003 en ik heb in die 15 jaar nog geen spijt gehad van mijn keuze. Ik doe het nog altijd graag. Ik ben ook altijd met alle administratieve zaken in orde geweest. Ik heb een eenmanszaak, waarvoor ik ook sociale bijdragen betaal als ‘verzorgster’ en ik betaal ook jaarlijks netjes mijn taks aan de stad Antwerpen. Geregeld komen er twee mannen van de stad op bezoek om te checken of alles nog in orde is, en of ik – zoals aangegeven – effectief maar één kamer gebruik voor mijn werk.”

Stielbedervers

Ook de politie is al komen kijken. “Een jaar of acht geleden vroegen ze me om mee te komen naar het commissariaat in de Noorderlaan”, vertelt Martine. “Dat gebeurde allemaal heel discreet. Ze namen foto’s van me en stelden me een hoop vragen. Of ik niet onder dwang werkte bijvoorbeeld, en of ik niet stiekem andere meisjes voor mij liet werken. Ik heb geen probleem met die controle. Integendeel, ik vind het goed dat de politie er zo kort opzit. Want er is veel verdoken prostitutie. Op websites als Afspraakjes of Red Lights zie je veel vrouwen adverteren, studentes bijvoorbeeld die een cent willen bijverdienen en klanten ontvangen op hun kot. De mensen die niet in orde zijn met de administratie, nemen het vaak ook niet zo nauw met de hygiëne en zo. Ze bederven de stiel.”

Elk jaar betaalt Martine dus een prostitutie- of rendez-vous-taks aan de stad Antwerpen. “Dat is destijds begonnen met 2.500 euro, maar dat bedrag werd steeds geïndexeerd. Nu is het 3.000 euro per jaar. Ik hoor weleens dat de stad zich zo zelf een beetje als pooier opstelt, maar ik zie het vooral als een afschrikkingsmiddel voor mensen die denken dat er snel geld te rapen valt. En nee, ik weet niet wat de stad met dat geld doet.”

Drukker tijdens bankencrisis

Als de sekswerker in kwestie onbekend of spoorloos is, kan de stad de belasting verhalen op de eigenaar van het pand. De eigenaar wordt ook automatisch door de stadsdiensten op de hoogte gebracht van de activiteiten van de huurder. Dat heeft Martine zelf mogen ondervinden. “Toen ik het appartement in het begin huurde, had ik aan mijn huisbaas gezegd dat ik voetverzorgster was. Maar toen de stad mijn huisbaas, die in een rusthuis woonde, had laten weten wat ik écht deed, was die in alle staten. Ik moest eruit. Maar terwijl ik op zoek was naar een nieuwe woning, stierf de huisbaas.

De persoon die het appartementsgebouw erfde, had het minder moeilijk met mijn activiteiten. Ondertussen hebben we een afspraak. We hebben samen een gemeenschappelijke rekening geopend, waarop ik 3.000 euro heb gezet. Dat geld kan de huisbaas gebruiken als ik plots met de noorderzon zou vertrekken. Het is een kwestie van vertrouwen.”

Er zijn drukke en minder drukke periodes. Daar valt weinig staat op te maken. “Maar op jaarbasis zijn er zeer weinig schommelingen in mijn inkomen. Dat komt elk jaar een beetje op hetzelfde neer”, zegt Martine. “Het gekke is dat het tijdens de bankencrisis drukker was. Alsof de mensen dachten dat het einde van de wereld eraan kwam en ze nog één keer iets zots wilden doen. Maar ik heb al jaren mijn vaste klanten. We worden samen ouder.”

Martine is single en ook vastbesloten om dat te blijven. Ze blijft zeer discreet over haar beroep. Slechts weinigen weten wat ze doet. Eén keer stapte iemand die ze kende haar appartement binnen, een gehuwde man met kinderen. “Wij bewaren elkaars geheim”, lacht ze.

Wraak

Experts maken zich zorgen over de veiligheid van de prostituees die thuis werken, maar onveilig voelt Martine zich bijna nooit. “Ik ken mijn pappenheimers. Klanten die zichtbaar dronken zijn, laat ik niet binnen. Dat doe ik wel subtiel. Dan zeg ik bijvoorbeeld dat ik de komende twee, drie uur bezet ben. En die mannen zitten meestal op zulke hete kolen, dat ze geen zin hebben om drie uur te wachten.” Ze lacht. “Een keer heeft een man die ik aan de deur had laten staan als wraak in de gang geürineerd. En een andere is met een kamerplant gaan lopen. Tja, zijn vrouw zal ook een cadeautje verdiend hebben, zeker?”