Op amper veertien kilometer tijd reed Pogacar bijna drie minuten weg van de andere klassementsrenners. “Vandaag was één van mijn beste dagen ooit”, genoot hij in een eerste reactie. “Het was een heel mooie rit. Een goeie route, mooie beklimmingen. En de ploeg deed het supergoed. We zaten al in december met deze rit in ons hoofd. Ik ben superblij dat we het onder controle hielden. En dat ik de koninginnenrit kan winnen hier in Livigno, één van mijn lievelingsplaatsen in Italië.”

Toch leek het voor de dagzege lange tijd spannend te gaan worden voor Pogacar, door een sterke vlucht die de hele dag op kop had gereden. Daarom moest de Sloveen al ver voor de finish tegenaanvallen. “De vlucht had de hele dag meewind, net als wij. We moesten dus de hele dag slim zijn, en de ontsnapping niet te veel voorsprong geven. In de laatste lange beklimming spraken we onderling. ‘Rafa’ (ploegmaat Majka, red.) versnelde supergoed na een haarspeldbocht, toen het meewind was. Iedereen zat af te zien in zijn wiel, en dan ging ik door en sloeg ik een gat.”

In de steile slotkilometers ging Pogacar op en over Nairo Quintana, de sterkste vluchter. De 34-jarige Colombiaan bleek een idool van de roze trui geweest te zijn. “Ik keek indertijd op tv naar ‘Froomey’ en Quintana, toen die elkaar bestreden. Maar ze vielen altijd te dicht voor de finish aan, vond ik. Ik was daarom altijd kwaad op Quintana. Maar vandaag deed hij het supergoed. Net als Steinhauser. Enkele eerbare vermeldingen vandaag.”