Havenarbeider riskeert vijf jaar cel voor vermeend drugstransport, maar bewijslast oogt bijzonder mager

De feiten waarvoor Tarik B. wordt vervolgd, zouden hebben plaatsgevonden op 9 maart op de MPET-terminal aan het Deurganckdok. Volgens het Openbaar Ministerie verplaatste Tarik B. die dag een container uit Guatemala, geladen met koffie. Vervolgens zou hij een Europese container naast de Zuid-Amerikaanse container hebben geplaatst. De containers bleven gedurende een half uur staan, waarna ze opnieuw werden geplaatst. Een verdachte gang van zaken, waar het parket uit af leidt dat er een cocaïne is overgeladen van de container uit Guatemala naar de Europese container. Die laatste container is echter nooit teruggevonden. Bijgevolg zijn er nooit verdovende middelen aangetroffen.

Twee weken later werd op dezelfde kaai een Europese container aangetroffen waarin sportzakken met cocaïne werden aangetroffen. In totaal bleek het om 471 kilo cocaïne te gaan. “Mijn client werd naar aanleiding van die vondst aangehouden”, zegt advocaat Sam Vlaminck, die Tarik B. verdedigt. “Hij werd aangehouden voor die 471 kg, maar uit het verder onderzoek is gebleken dat de container waarin die lading cocaïne werd aangetroffen, niks te maken had met de containerbewegingen van twee weken eerder, waarbij mijn client betrokken zou zijn geweest. Toen dat duidelijk werd, heeft de onderzoeksrechter Tarik dan ook onmiddellijk vrijgelaten.”

“Drie havenarbeiders in straat”

De bewijslast tegen Tarik B. oogt bijzonder mager, maar de man heeft de schijn wel tegen. Enkele weken voor zijn arrestatie wegens de vermeende drugsinvoer, was de man doelwit van een aanval met handgranaten in de Van Heystveldstraat in Deurne. Volgens federale politie en parket was die aanslag een gevolg van een conflict in het drugsmilieu. “Mijn client ontkent formeel dat hij het doelwit was van die aanval met handgranaten”, aldus meester Vlaminck. “In de straat waar mijn cliënt woont, wonen minstens drie havenarbeiders. Mijn client heeft in het onderzoek naar de aanslag ook verklaard dat hij heeft opgevangen dat de aanslag gericht was tegen iemand die om zijn hoek zou wonen.”

Het Openbaar Ministerie erkent dat Tarik B. niets met de 471 kilo cocaïne te maken heeft, maar gaat er wel vanuit dat hij betrokken was bij een geslaagde uithaaloperatie. “Mijn client wordt vervolgd voor het bezit en het vervoer van cocaïne”, aldus Vlaminck. “Maar er is in containers, waarvan wordt beweerd dat hij ze heeft verplaatst, nooit cocaïne aangetroffen. Mijn client weet zelfs niet of hij die containers heeft verplaatst. Hij doet per shift honderden containerbewegingen en daarbij worden ook geregeld vergissingen begaan. Ik vraag daarom de vrijspraak voor mijn client.”

Uitspraak op 22 maart