Leraar geschiedenis gaat mee 'spijbelen' en haalt uit naar minister Crevits: “Deze leerlingen doen exact wat van hen verwacht wordt”

Joris Van Elsen was als leerkracht geschiedenis en cultuurwetenschappen niet van plan om vandaag, donderdag, in Brussel deel te nemen aan de tweede actie van leerlingen die spijbelen voor het klimaat. Door mee te gaan, zou hij de leerlingen die wel naar school gaan immers in de kou laten staan. Maar na overleg met de directie besliste hij toch om mee te doen.

“Ik ga niet mee als verantwoordelijke van de school, maar omdat veel ouders ongerust zijn”, vertelt de leraar van het atheneum in Kapellen. “Ik kan ter plaatse een aanspreekpunt zijn, vooral voor de jongere leerlingen. Degenen die in school blijven, heb ik opdrachten gegeven: een vergelijking maken tussen de klimaatmars en het studentenprotest voor Leuven Vlaams in 1968, een filmpje maken over de klimaatmars, of een lezersbrief schrijven.”

Dat laatste is wat Joris Van Elsen eerder deze week zelf heeft gedaan. In die brief leest hij Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits de les.

Persoonlijke redenen

“Ik was aangedaan door de oneliner waarmee de jongeren die voor een ambitieuzer klimaatbeleid betoogden door de minister de mond werden gesnoerd”, zegt Van Elsen. “En ik hou niet van halve informatie. Stop met paraplu’s opentrekken: het moet voor iedereen duidelijk zijn wat de spelregels zijn en wie verantwoordelijk is.”

Van Elsen wijst op de omschrijving in de wet van gewettigde afwezigheden. “Directies kunnen een leerling die om ‘persoonlijke redenen’ afwezig is, toestemming geven. Ik begrijp dat directies daar niet kwistig mee willen omgaan, maar opkomen voor het klimaat lijkt me meer dan een persoonlijke reden. Verder: in België geldt leerplicht en geen schoolplicht. De minister kan niet beweren dat de leerlingen die betoogden, niets hebben geleerd.”

Volgens de leerkracht, ook vader van vier, hebben deze leerlingen precies gedaan wat onderwijsministers, commissies, eindtermen- en leerplanmakers én leerkrachten van hen verwachten: kritisch zijn, zich engageren, goed burgerschap tonen en streven naar een duurzame samenleving.

Over hoe ver de leerlingen moeten gaan in hun protest, spreekt Joris Van Elsen zich niet uit. “Dat moeten ze zelf beslissen. Jongerenprotest verliest veel van zijn impact als het begrensd wordt door volwassenen. De betoging vandaag moet een krachtig signaal zijn, gevolgd door andere duurzame acties. Ik hoop dat ze creatief uit de hoek zullen komen en de aandacht op het klimaat kunnen blijven houden.”

Kritische zin

Minister Crevits gaat maar gedeeltelijk mee in de redenering van de Kapelse leerkracht. “Kritische zin en mondigheid zijn een goede zaak”, zegt ze. “Maar spijbelen is geen oplossing. Onderzoek toont aan dat elke dag ongewettigd afwezig zijn, een invloed heeft op je schoolloopbaan.”