Direct naar artikelinhoud
Column

De school had gebeld. Vader in zeven haasten naar huis

De school had gebeld. Vader in zeven haasten naar huis
Beeld Tim Coppens

Bart Eeckhout is hoofdredacteur bij De Morgen en papa van John John (9) en Missy (5).

Het was een groot mysterie. Je was een jaar of zes, zeven en plots had je buikpijn. Altijd maar buikpijn, een heel jaar lang. Je weet nog hoe zelfs een autoritje van tien minuten altijd eindigde met overgeven.

De eerste communie had je eerste grote kinderfeest moeten worden. Je ziet het piratenschip van Playmobil nog ingepakt ­klaarliggen: groter en gewenster werden cadeaus niet in je ­kinderhoofd. Toch hangt er een wat grijze waas over dat ­speelgoedschip dat nog altijd op je oude slaapkamer staat. Alsof het je blijvend herinnert aan dat jaar van buikpijn en aan de geur van kots. Je ouders stonden voor een raadsel. De artsen ook. Voor zover ze konden nagaan was je kerngezond. Eén dokter suggereerde dat hij je hoe dan ook wou gaan opereren. Baat het niet dan schaadt het niet, die redenering. Gelukkig zijn je ouders verstandige mensen.

Er hangt een wat grijze waas over dat ­speelgoedschip op je oude slaapkamer. Alsof het je blijvend herinnert aan dat jaar van buikpijn en aan de geur van kots

Een psychiater bracht uitsluitsel. Je buikpijn kwam voort uit een voor een kind peilloos diep verdriet. Vlak daarvoor had je je grootvader verloren. Hij was de grote speelkameraad geweest in je kleuterjaren. Nu, juist nu jij dat eerste grote feest te vieren had, was hij er plots niet meer. Het was in je gelukkige kinderjaren je eerste ­confrontatie met de dood.

Die kwam hard aan. Wist jij veel. Jij voelde alleen buikpijn. Al kan het ook een gebroken kinderhart zijn dat je toen gevoeld hebt.

Toen het verdriet benoemd kon worden, verdween de pijn geleidelijk. Het leven kon weer zorgeloos worden voortgezet. Eindelijk weer buitenspelen.

Terwijl je dit zit te tikken, liggen John John en Missy op de bank tv te kijken. Oude filmpjes van Buurman & buurman worden hoogst eigentijds gebingewatcht. Dat mag nu even, want ze zijn ziek. Boven de dekentjes steken enkel twee asbleke gezichten uit. De school had gebeld. Vader in zeven haasten naar huis.

Wat er scheelt? Beetje van alles. Hoofdpijn, keelpijn, ook wat snot. Toch vooral ­ buikpijn. Vele kinderen snotteren zich dezer dagen door het leven. De griep heeft ook volwassenen in de greep.

Niets uitzonderlijks dus, en je schenkt nog een kopje thee met honing voor je kroost. In de keuken staat alvast verse bloemkoolsoep te pruttelen. Thee en soep: het is jouw woorde- en hulpeloze manier om te zeggen dat je er bent voor je dierbaren.

Wat wel vreemd is: vorige week waren ze ook al ziek. En dan weer niet. En nu weer wel. Je kinderen zijn anders nooit ziek.

Dan zegt Missy: “Ik ben maagziek. Zoals oma.” Want oma is erg ziek en je kinderen zijn inmiddels oud genoeg om te beseffen dat erge ziektes maar moeilijk te genezen zijn. Die onzekerheid hangt als een donkere wolk boven het gezin. Ineens kan alles naar beneden kletsen.

Misschien is het maar een griepje. Maar misschien ­lijken je kinderen meer op hun vader dan je zou denken.