Direct naar artikelinhoud
Class of 2000

Class of 2000: Dankzij ‘Over the Edges’ had iedereen het plots over kunst

Kinderen bestuderen de 'hamzuilen' van Jan Fabre, tijdens de expo 'Over the Edges', in 2000.Beeld Hollandse Hoogte / Koen Verheijden

Tarzankreten die weerklonken door het stadscentrum en röntgenfoto’s van copulerende koppels, dat was Over the Edges. Maar het zijn vooral Jan Fabres zuilen behangen met ham die in het collectieve geheugen gegrift staan. Achttien jaar geleden zorgde de grootscheepse tentoonstelling in Gent voor heel wat opschudding. “Met Over the Edges werd hedendaagse kunst voor het eerst bespreekbaar bij een groot publiek.”

629 kilogram parmaham, of zo’n 8.000 plakjes: dat was het ingrediënt van de grote controverse. “Rood vlees, met witte vetrandjes, zodat je een effect van marmer krijgt”, aldus Jan Fabre. De kunstenaar beplakte de zuilen van een universiteitsaula in de Voldersstraat en algauw troepten er mensen samen die het niet begrepen hadden op wat in hun ogen verspilling was. Ze vatten post op de trappen van de aula en reacties als “Nog liever pornografie dan deze decadentie” werden opgetekend door het verzamelde journaille. Het S.MA.K. zag zich gedwongen een bewakingsdienst in te schakelen om Fabres werk ’s nachts te beschermen.

Onder het toeziend oog van de Gentse politie kwam curator van de tentoonstelling Jan Hoet ter plaatse met de misnoegde toeschouwers praten over kunst. “Een tentoonstelling zonder controverse is geen goede tentoonstelling”, zei hij in de openingstoespraak. “We leven in een democratie. Iedereen heeft het recht om te zeggen wat hij ervan vindt. Zonder controverse hebben we geen stad die leeft, geen stad die vibreert.”

En dat is meteen de grootste verdienste van de expo, die zo’n 250.000 bezoekers lokte. “Met Over the Edges is hedendaagse kunst voor het eerst bespreekbaar geworden bij een groot publiek”, zegt Philippe Van Cauteren, artistiek directeur van het S.M.A.K., en in 2000 tentoonstellingscoördinator van Over the Edges. “Dat gebeurde dankzij de grote zichtbaarheid van de meer dan zestig kunstwerken in de binnenstad, maar zéker ook dankzij polemische kunstwerken als dat van Jan Fabre. Plots leek kunst en het gesprek erover echt belangrijk te worden.”

'Plots leek kunst en het gesprek erover echt belangrijk te worden'
Philippe Van Cauteren, artistiek directeur S.M.A.K.

Over the Egdes toonde werk in de publieke ruimte van grote internationale namen als Olafur Eliasson, Maurizio Cattelan, Pipilotti Rist en Joseph Kosuth, maar ook van enkele Belgen, onder wie Wim Delvoye en Dirk Braeckman. Het was de opvolger van Jan Hoets mythische tentoonstelling Chambres d’Amis uit 1986, waarin hij kunstwerken exposeerde in privéwoningen verspreid over Gent.

Chambres d’Amis was Jan Hoets moment van glorie, een ongelooflijke expo”, zegt Wim Delvoye. “Maar eind jaren 90 waren de tijden natuurlijk enorm veranderd. In de eighties was het een grensverleggend idee om yuppies te vragen hun herenhuizen open te stellen voor publiek en er kunst te tonen, maar in 2000 móést je iets doen met het stedelijk weefsel.”

'Jeux de mots'

En daar was Frank Beke, in 2000 burgemeester van Gent, maar al te blij mee: “Over the Edges is zéér belangrijk geweest”, zegt hij. “Ik kijk er met veel genoegen op terug. De tentoonstelling bracht kunst echt in de stad: iedereen wandelde er voorbij, iedereen kwam ermee in contact. Zo heeft de expo het centrum van Gent meer elan gegeven. Ik word er bijna lyrisch van.”

Maar niet iedereen was even enthousiast. “Laten we eerlijk zijn”, zegt Wim Delvoye, “Chambres d’Amis was beter. Bij Over the Edges was bijna de helft van de kunst niet zo goed, terwijl er in Chambres d’Amis heel weinig zwakke werken te zien waren. Hoet was in 2000 minder scherp dan in de jaren 80. Bovendien bekt de titel niet goed, het Engelse jeux de mots wérkt gewoon niet.”

“Bij een kennerspubliek werd de democratische insteek van Over the Edges bij wijlen als te populistisch ervaren”, vult Van Cauteren aan. “Lees je er de gespecialiseerde pers van toen op na, dan zal de kritische stem over het gebrek aan diepgang de overhand nemen. Maar eigenlijk moet je de tentoonstelling vooral zien als een feest, een ode aan de stad, én aan de kunstenaar en zijn creativiteit.”

'Bij een kennerspubliek werd de democratische insteek van Over the Edges bij wijlen als te populistisch ervaren'
Philippe Van Cauteren, artistiek directeur S.M.A.K.

Hoe groot is de impact van Over the Edges volgens Van Cauteren vandaag nog? “De invloed ervan op de kunstwereld is gering. De erfenis ervan is vooral te vinden bij de brede publieke opinie. Bepaalde kunstwerken blijven tot op de dag van vandaag nazinderen: de borden van Patrick Lebret die door een raam stuk gegooid werden, het knikkertje aan de Graslei van Honoré d'O, ...”

“Dankzij Over the Edges hebben inderdaad een hoop mensen kennisgemaakt met kunst”, zegt Delvoye. “Mensen die dat niet hadden gedaan als Jan Hoet er niet was geweest. Hij heeft massa’s zieltjes gewonnen voor de kunst. Bovendien heeft Hoet een nieuwe generatie groot gemaakt. Zo heeft Philippe Van Cauteren toen toch zijn eerste stapjes gezet.”

Onvergetelijk

Van Cauteren nam inderdaad nagenoeg de volledige uitwerking van de tentoonstelling in handen. “Het basisidee en de selectie van de kunstenaars waren van Jan Hoet en co-curator Giacinto Di Pietrantonio, maar de rest deed ik. Het selecteren van de locaties voor de werken, het opzetten van de gesprekken met de kunstenaars, de coördinatie van de productie, noem maar op. Echt een lawine aan taken. Een bijzondere, onvergetelijke ervaring: a hell of a job, maar tegelijkertijd een feest!”

“Het heeft mij voor een groot stuk gevormd. Ik heb geleerd dat het cruciaal is om mensen te inspireren en motiveren vanuit een dialoog. En ook dat je respect moet hebben voor élke bijdrage aan zo’n project: het werk van een vrijwilliger die zijn best doet om de meest absurde wens van een kunstenaar te vervullen, is even belangrijk als het werk van de kunstenaar zelf.”

'Het werk van een vrijwilliger die zijn best doet om de meest absurde wens van een kunstenaar te vervullen, is even belangrijk als het werk van de kunstenaar zelf'
Philippe Van Cauteren, artistiek directeur S.M.A.K.

Naast impact op het grote publiek en op Van Cauteren zelf heeft Over the Edges ook een zichtbaar nalatenschap: sinds 2000 is Gent twee permanente kunstwerken rijker. Een sculptuur van Atelier Van Liesbout, en een installatie van Alberto Garutti. Wim Delvoye, die zelf glasramen met röntgenfoto’s van een vrijend paar had gemaakt in een gotische kapel in het Patershol, voegt nog toe: “Toen ik mijn kasteel in Melle kocht, waren de buren bezorgd. Ze vroegen me: ‘je gaat toch geen ham in de bomen hangen?’ Terwijl die hamzuilen van Jan Fabre waren! Om maar te zeggen dat Over the Edges toch enorm krachtig was.”

En de hamzuilen? Die hebben het einde van de tentoonstelling nooit gehaald. Niet vandalisme van boze actievoerders deed hen de das om, maar de hitte. “Ik zou het niet erg vinden als het vlees slecht wordt en wat begint te stinken”, had Fabre nog gezegd. Maar de stank werd té erg, zo beoordeelde de gezondheidsdienst van de stad Gent, en de zuilen werden ontmanteld.