Direct naar artikelinhoud
Opinie

Het voortdurende probleem van seksueel misbruik in de kerk is dé grote test voor hervormingspaus Franciscus

Kurt MartensBeeld kos

Kurt Martens is ordinary professor aan de School of Canon Law van The Catholic University of America in Washington D.C.

De zomer van 2018 was niet enkel klimatologisch warm: het werd ook zeer warm voor kerkleiders en er is geen afkoeling in het vooruitzicht. 

In 2002 bracht The Boston Globe een reeks artikelen over seksueel misbruik van minderjarigen door geestelijken in het aartsbisdom Boston, en de wijze waarop de kerkelijke hiërarchie met deze klachten was omgesprongen. Een nooit eerder geziene crisis was het resultaat, in Boston en in de Amerikaanse kerk. Kardinaal Law nam ontslag als aartsbisschop van Boston, ging eerst bij zusters wonen, en kreeg nadien een functie in Rome. 

Missing link

De Amerikaanse bisschoppen introduceerden zero tolerance, keurden met instemming van Rome de Essential Norms als particulier recht goed, en schreven een Charter for the Protection of Children and Young People. Voortaan zou er geen plaats meer zijn voor priesters en diakens die kinderen en jongeren misbruiken. Die aanpak lijkt goed te werken, het moet gezegd, en kan zelfs tellen als een voorbeeld voor andere landen, maar mist een belangrijk element.

Bisschoppen die zelf misbruiken én bisschoppen die niet optreden tegen misbruik vallen buiten dit kader. Logisch, want de paus is de enige die bisschoppen kan aanpakken. Deze missing link werd pijnlijk zichtbaar, eerst in Chili, en nu ook en opnieuw in de Verenigde Staten. 

De “Amerikaanse toestanden” zijn niet geografisch beperkt, maar zijn inherent aan het old boys network en de klerikale cultuur die nog steeds heerst.

Het nieuwe, of moet ik zeggen, voortdurende probleem van seksueel misbruik in de kerk is zonder meer de grote test voor hervormingspaus Franciscus. Het is niet enkel zijn probleem, het is een probleem van de hele kerk: het gaat immers over kerkelijke macht, uitoefening van die macht, machtsmisbruik, en controle over die kerkelijke macht. 

Het is maar de vraag of Franciscus dit probleem onder controle kan en wil krijgen. Chili was een eerste grote test. Eerst verdedigde hij met passie de bisschoppen die onder vuur lagen omwille van het negeren van klachten en het beschermen van daders. Toen werd plots aartsbisschop Scicluna op missie gestuurd, kwamen de Chileense bisschoppen op bezoek in Rome, en boden allen hun ontslag aan aan de paus. 

Dan werd kardinaal McCarrick, de voormalige aartsbisschop van Washington, beschuldigd van seksueel misbruik van een minderjarige en nam ontslag uit het kardinalencollege. Al jaren deden echter verhalen de ronde over McCarrick en de wijze waarop hij omging met seminaristen en priesters. Zijn misbruik van seminaristen en priesters werd naar verluidt zelfs aan Romeinse instanties gerapporteerd: toch werd hij aartsbisschop van Washington en kardinaal. Niemand greep in. 

Beschermen van de instelling

Nu is er het rapport van de Pennsylvania grand jury. Ook daar lijkt het erop dat bisschoppen zaken niet aanpakten en meer bekommerd waren om het beschermen van de instelling dan het welzijn van de slachtoffers. Mike Rezendes, journalist van de Boston Globe, zei hierover: velen in de kerkelijke hiërarchie beschouwen kindermisbruik als een zonde waarvoor vergiffenis kan worden geschonken, maar niet als een misdrijf.

Sacha Pfeiffer, ook van The Boston Globe, vatte het eerder deze week zeer goed samen: toen de verhalen over seksueel misbruik werden gebracht, vroegen sommige mensen zich af waarom Boston dit probleem had. Maar ze misten de grotere, systemische tragedie. 

Een waarheidscommissie heeft het potentieel om de problemen duidelijk in kaart te brengen

Het was nooit enkel Boston, het was overal. In 2002 wist kardinaal Danneels te vertellen dat deze typisch Amerikaanse toestanden bij ons ondenkbaar waren. Dat was buiten Vangheluwe en anderen gerekend. Die “toestanden” zijn niet geografisch beperkt, maar zijn inherent aan het old boys network en de klerikale cultuur die nog steeds heerst.

Ingrijpende maatregelen kunnen niet langer worden uitgesteld. De opheffing van de verjaringstermijn, zoals voorgesteld in het grand jury-rapport, lijkt me niet meteen een goede oplossing. Dit leidt ongetwijfeld tot een grote juridische strijd, waarbij de slachtoffers niet zijn gebaat en waarbij de problemen niet met wortel en tak worden uitgeroeid. Een waarheidscommissie lijkt dan een veel beter idee: die heeft immers het potentieel om de problemen duidelijk in kaart te brengen.

Natuurlijk moet de uitoefening van kerkelijke macht en de controle daarop grondig worden herzien. Dit betekent dat ook het benoemingsproces van bisschoppen transparanter moet, en dat alle informatie op tafel moet komen. Dat een bisschop een slachtoffer van misbruik kan verplichten om de dader een excuusbrief te sturen en nadien nog kan worden gepromoveerd en zelfs kardinaal kan worden, is ronduit onvoorstelbaar en onaanvaardbaar. Wie wijdt nu nog iemand die niet onbesproken is tot bisschop?