Voor de vierde keer op rij hebben de Nederlandse handbalsters moeten buigen voor ‘angstgegner’ Noorwegen in de eindfase van een titeltoernooi. In de halve finales van het WK in Duitsland was er zelfs sprake van een afstraffing. Oranje verloor in de Arena van Hamburg kansloos met 32-23.
Op het vorige WK van 2015 en het EK van 2016 won de Scandinavische ploeg in de finale van Nederland en was zilver de alsnog bijzondere beloning, op de Olympische Spelen van Rio van 2016 kaapte Noorwegen het brons weg in de troostfinale. Op de eindronde in Duitsland zal brons ook het hoogst haalbare zijn.
Drievoudig wereldkampioen Noorwegen begon in de goedgevulde handbalhal (11.000 toeschouwers) als de grote favoriet, omdat de ploeg van bondscoach Thorir Hergeirsson met machtig handbal de laatste vier had bereikt. Oranje daarentegen was vooral op wilskracht zo ver gekomen. De nummer twee van het vorige WK miste in Duitsland de topvorm en swingde maar sporadisch.
Al vanaf de eerste minuten was het krachtsverschil duidelijk. Noorwegen sneed soepel door de dekking en scoorde makkelijk, bij Nederland lukte vrijwel niets. Schoten van Lois Abbingh, Nycke Groot en Laura van der Heijden raakten lat of paal of gingen naast. Na dik tien minuten leidde de titelverdediger al met 8-1.
Tess Wester stond niet eens slecht te keepen, maar er was geen houden aan tegen de trefzekere Noorse vedette Nora Mörk en Veronica Kristiansen. Ook al herpakte Oranje zich ietwat via doelpunten van Van der Heijden, de kloof bleef tot aan de rust zeven doelpunten. 10-17.
In de tweede helft toonde Nederland wel vechtlust, maar Noorwegen verslapte geen moment en hield de controle over de voorsprong, die zelfs verder opliep. Het ontbrak compleet aan vorm bij spelmaker Nycke Groot, die nauwelijks in het spel voorkwam. Aanjager Estavana Polman en topschutter Lois Abbingh misten scherpte. Yvette Broch voldeed nog wel op de cirkel, maar het was een schamel lichtpuntje in de onluisterende nederlaag.