Direct naar artikelinhoud
InterviewKlaas-Jan Huntelaar

Zelfs door tegenslagen komt de liefhebber in Huntelaar naar boven

Hij is de routinier van Ajax. Maar denk nou niet dat Klaas-Jan Huntelaar met die gedachte woensdag aan de Champions League begint.

Huntelaar neemt een penalty tegen FC Groningen.Beeld -

Voetbal is zijn kick. Klaas-Jan Huntelaar (35) geniet intens, zeker nu een heerlijk doelpuntenmoyenne zijn competitieve leven vergezelt. Elf wedstrijden gespeeld, tien doelpunten. Woensdag keert de spits met Ajax terug in de Champions League, thuis tegen AEK Athene. 

Huntelaar kwam vorig jaar terug om prijzen te winnen bij de club waar hij ook tussen 2006 en 2009 voetbalde, maar zijn eerste seizoen na de rentree was teleurstellend. Nu loopt het soepel: ‘Het voelt goed, maar met elke wedstrijd kun je het gevoel verprutsen. Zo dicht ligt het bij elkaar. Dat is ook het spannende en leuke aan voetbal.’

Hij is fit en speelt alles, nu rivaal Dolberg tot nog toe dit seizoen veelal geblesseerd is. Terwijl hij een bordje fruit met noten eet na een bespreking, voor de training: ‘Voetbal is mijn passie, altijd geweest. Als iets je passie is, kost het geen energie. Dan is het natuurlijk. Soms heb ik iets meer hersteltijd nodig dan voorheen, maar qua ervaring groei ik elke keer nog een beetje. Dat is weer een plusje. De spierkracht neemt iets af, maar die is groter dan toen ik 19 was. We kunnen daarover uren praten.’

Vanuit de Achterhoek rijdt hij bijna dagelijks fluitend naar Ajax. Hij, die thuis in een kas groenten en fruit verbouwt, geniet van de natuur onderweg en van elke training. Soms neemt hij in Amsterdam een hotel voor de afwisseling en voor de rust. Zonder twijfel tekende hij deze zomer bij, tot blijdschap ook van zijn vrouw. ‘Zij weet dat ik dat voetbal nodig heb. Het proces is zo mooi: het werk dat je erin stopt. De kick van het samen ergens naartoe leven en iets bereiken. Of iets niet bereiken. De tegenslag kan ook mooi zijn. Om je daar overheen te zetten. Het is een constant gevecht met jezelf. Met het team. Op momenten dat je geen kampioen wordt, kijk je niet altijd positief. Uiteindelijk moet je de pijn, frustraties en emoties ombuigen naar iets moois, iets positiefs. We zijn op de goede weg. In het team zit blijdschap en vreugde.’

Buitenkantje voet

In elf duels dit seizoen scoorde hij tien keer, zes in de competitie, vier in de voorronde van de Champions League. Welke de mooiste treffer is? ‘Thuis tegen Standard, de eerste. Rustig, buitenkantje voet over de keeper bij de eerste paal na een voorzet van Tagliafico. De keeper komt kort op de bal, dus die bal moet iets omhoog om het grote raakvlak van de keeper te ontwijken. Als de bal dan precies zo in het doel gaat als je wilt, is dat mooi.’

De opmerking dat hij te veel kansen mist, wimpelt hij af. Alleen in Kiev tegen Dinamo was dat zo. ‘Soms lijken kansen heel groot, terwijl ze eigenlijk heel moeilijk zijn. Dan kan een bal er niet in vanuit een bepaalde hoek.’ Lachend: ‘De beste stuurlui staan aan wal. Dat spreekwoord is er niet voor niks.’

Een doelpunt geeft hem hetzelfde euforische gevoel als toen hij 18 was. Verder is leeftijd geen thema. ‘Het gaat om kwaliteit. Als ik even in mijn ritme kom, zoals nu met wedstrijden om de drie dagen, voel ik me top. Ik probeer het maximale uit mijn carrière te halen. Niet alleen in het voetbal, ook daarbuiten. Uit het leven. Uit mijn gezin. Uit alles. Dat is een levenswijze. Het leuke zijn ook de extreme dingen. Zo hard mogelijk of zo relaxt mogelijk. Dat brengt evenwicht. Het komt erop neer dat je kijkt wanneer je extreem moet zijn en wanneer relaxt. Bij mijn gezin ben ik relaxt, op het voetbalveld af en toe extreem.’

Champions League

De Champions League is de ultieme sportieve vreugde. ‘We hebben een kwalitatief goed team. Je voelt dat we iets kunnen laten zien, maar het is altijd de vraag of dat eruit komt. Dat is ook het fijne aan voetbal, het spannende. Elke keer luidt de vraag: komt het eruit of niet. Na een wedstrijd krijg je de oordelen, en dan ga je verder. Dan begint het proces opnieuw.

‘Met oordelen van de buitenwereld moet je zo weinig mogelijk bezig zijn. Het is makkelijk om ergens over te oordelen, maar het is veel belangrijker om iets te doen. Iedereen heeft oordelen. Ik betrap me er zelf ook op. Maar het is heerlijk als je geen oordelen hebt, dat is veel lekkerder. Dan zit je niet vast in een structuur en sta je open voor alles. Als je ergens met een oordeel ingaat, krijg je een tunnelvisie. Niet lekker. Soms heb ik onbewust een oordeel, maar dan denk ik: ik moet er blanco ingaan. Dat is beter. Dan houd je ook meer energie over. De een ziet het zus met voetbal, de ander zo. Wat is dan de waarde van een oordeel? Het is interpretatie.’

Het is prettig dat Ajax aantrekkelijk voetbalt, maar de hoofdzaak is winnen. ‘Het is dubbel. Je wilt iets van het een en je wilt iets van het ander. Als liefhebber heb je mooie wedstrijden nodig, maar in een seizoen komt het ook aan op stabiliteit en degelijkheid. Soms zijn we in Nederland te romantisch. Het gaat om winnen. De Champions League en het nationale elftal zijn de mooiste podia om dat te doen.’

Alleen Blind, Schöne en hijzelf hebben ervaring in de Champions League, maar nee, Klaas-Jan Huntelaar is geen type dat collega’s voortdurend bestookt met ervaringen. ‘Het is net als met kinderen. Je moet het eerst voelen, dan weet je hoe het is. Verhalen zijn leuk, maar het draait om wat je meemaakt. Uiteindelijk leer je het meest van ondervinding.’

Huntelaar in de Champions League

Klaas-Jan Huntelaar speelde vanaf 22 februari 2006, sinds zijn debuut voor Ajax in de Champions League met een doelpunt tegen Internazionale, dertig duels in de Europese topcompetitie. Hij scoorde veertien keer. Zijn hoogtepunt beleefde hij met Schalke 04, waarmee hij in 2011 de halve finales bereikte tegen Manchester United.

‘Dat was een heel mooi jaar. We wonnen de Duitse beker en haalden de halve finales, al gingen we er kansloos af. In 2015 speelden we in de achtste finales een prachtige wedstrijd tegen Real Madrid, uit. We wonnen met 4-3. Met 5-3 waren we verder geweest. We hadden de laatste kans: ik legde van 11 meter terug op Höwedes. Hij raakte de bal niet helemaal vol, waardoor die voorlangs ging. Ik scoorde twee keer. Ja, mijn goals weet ik nog wel. Eentje was een rebound, met links in de kruising. Die andere ging onderkant lat.’