Betekent de nieuwe e-Audi de doorbraak voor de mainstream elektrische wagen?

Duizenden mensen zouden al een voorschot van 2.000 euro hebben neergeteld om de Audi e-tron Quattro te bestellen, nog voor ze er 1 kilometer mee hebben gereden. De wagen werd begin deze week voorgesteld in San Francisco, de spreekwoordelijke achtertuin van Elon Musk en zijn bedrijf Tesla.

"We willen elektrische wagens mainstream maken", zei Filip Brabec, vicepresident productmanagement bij Audi bij de lancering. Vooraleer u uit enthousiasme overweegt om ook een bestelling te plaatsen: de e-tron Quattro kost tussen de 80.000 en de 90.000 euro.

"Audi's lijfspreuk luidt: Vorsprung durch Technik", zegt hoofdredacteur van Autogids, Tony Verhellen. "Het moet die belofte ook nakomen. Het is logisch dat Audi, na Jaguar, met een nieuw speerpunt een antwoord probeert te bieden op Tesla's Model S en Model X."

In 2016 was er voor het eerst officieel sprake van de e-tron. Die zou volledig opgeladen meer dan 500 kilometer kunnen rijden en in 4,6 seconden optrekken van 0 naar 100 kilometer per uur. Uiteindelijk strandt de wagen op een bereik van meer dan 400 kilometer en overschrijdt hij ook de 5 seconden in het optrekken naar 100 kilometer per uur.

Doorbraak in de stad

Verhellen denkt niet dat die mindere prestaties de pret zullen bederven voor Audi. "Natuurlijk is er een Tesla-community die hun Tesla niet zullen laten staan voor een Audi. Maar er zijn voldoende zelfstandigen en vrije beroepen die voldoende geld op de bank hebben staan om een Audi e-tron aan te schaffen. Met een merknaam als Audi moet dat ook wel loslopen."

Voor de werknemers van de Audifabriek in Vorst wordt de e-tron maar beter een succes. Audi investeerde de voorbije jaren 600 miljoen euro in het aanpassen van de fabriek. De werknemers hebben 200.000 trainingsuren achter de kiezen. Naast de e-tron Quattro zal ook de e-tron Sportback in Brussel worden geproduceerd.

Maar waarom kiest Volkswagen Group ervoor om in de eerste plaats een wagen in het luxesegment te lanceren en geen auto voor de grote massa op de markt te brengen?

"Er wordt al sinds de jaren 70 onderzoek gedaan naar de elektrische wagen", zegt professor Joeri Van Mierlo, directeur van MOBI, het onderzoekscentrum naar mobiliteit, logistiek en autotechnologie. "Men ging er lang van uit dat elektrische wagens zouden doorbreken in de stad. De uitstoot is daar een groter issue en het beperkte bereik van de batterij speelt in een stedelijke context minder."

Het probleem: de markt van stadswagens is heel prijsgedreven. Ook al daalde de prijs van batterijen sinds 2010 met 80 procent, toch is het nog steeds onmogelijk om een stadswagen te produceren die qua prijs kan concurreren met een wagen op diesel of benzine.

Dat blijkt ook uit de aankondiging van Volkswagen, dat volgend jaar een elektrische Golf wil lanceren. "Maar die zal wel tot 15.000 euro meer kosten dan een gewone Golf", zegt Jochen De Smet, voorzitter van Avere Belgium, de federatie van elektromobiliteit in ons land. Zo blijft de elektrische wagen vooral een oplossing voor rijke mensen in de stadsrand en niet in de steden zelf.

Voorbeeld Noorwegen

Volgens De Smet had de innovatie een stuk sneller kunnen gaan. "Zero emissie is de toekomst. Waarom zetten we daar dan niet meer op in?"

De Smet verwijst naar Noorwegen, waar tot 50 procent van de verkochte wagens een elektrisch model is, dankzij enorme fiscale voordelen voor particulieren en bedrijven die een elektrisch alternatief kopen.

Van Mierlo bevestigt die verzuchting. Uit een recente studie blijkt dat het actieradius, de prijs en laadinfrastructuur de belangrijkste remmen zijn voor mensen om een e-wagen te kopen. 

"De angst voor die actieradius is bijna opgelost met een bereik van 400 kilometer. Nu Audi en andere merken meer modellen op de markt brengen, zal er niet alleen meer keuze ontstaan, dat zal ook gevolgen hebben voor de prijzen." Bij MOBI gaan ze ervan uit dat elektrische wagen tegen 2022 op prijsvlak kunnen concurreren met diesel- en benzinemodellen.