Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdRenovatie

‘Bij een sprong van label F naar A overschatten we de energiebesparing met 399 procent’: waarom we anders moeten isoleren

Renovatie van een woning in Brussel. ‘We moeten voorrang geven aan woningen waar het echt een verschil maakt’, zegt Van Den Bossche.Beeld Tim Dirven

Isoleren, isoleren, isoleren: het is ook in Vlaanderen hét devies voor verbouwers. Maar dat zou doelgerichter moeten, zegt professor bouwtechniek Nathan Van Den Bossche (UGent). ‘Isoleren om van een EPC-label F naar D te gaan heeft weinig zin.’

“We rekenen te veel op energetische renovatie.” Met een post op LinkedIn deed Van Den Bosche bouwexperts én burgers die in de weer zijn met prijzige isolatiewerken zich mogelijk in hun koffie verslikken. Want is al die oude huizen in ons land maximaal isoleren niet het alfa en omega van de verduurzaming?

Om de opwarming van de aarde te helpen afremmen en energiefacturen te milderen legt de Vlaamse overheid bijvoorbeeld een ‘energieprestatielabel’ (EPC) A op voor alle woningen tegen 2050. Wie vandaag een woning koopt met label E of F moet die binnen de vijf jaar renoveren tot een label D.

“Meer isoleren is absoluut nodig”, zegt Van Den Bossche aan de telefoon. “Het heeft een zeer positief effect op het milieu en we moeten het maximaal doen. Idealiter isoleren we alle woningen tot een label A. Maar de middelen zijn beperkt en het gaat maar zeer traag. We zitten nu aan 0,2 à 0,6 procent van het patrimonium per jaar. Volgens mij moeten we daarom voorrang geven aan woningen waar het echt een verschil maakt. Iedereen vragen om ‘iets’ te doen, bijvoorbeeld renoveren naar label D, is mogelijk de minst efficiënte en effectieve manier om het patrimonium te verduurzamen.”

Gedrag

Van Den Bossche verwijst naar een studie van collega’s aan de UGent uit 2021. Daaruit blijkt dat oudere woningen in werkelijkheid minder verbruiken dan je op basis van het EPC-label zou verwachten. “Bij een sprong van label F naar A overschatten we de energiebesparing met 399 procent”, zo citeert hij dat onderzoek.

Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste houdt een EPC-label geen rekening met gedrag. Zo toont het onderzoek dat mensen in een slecht geïsoleerde woning die zeer vaak niet de hele tijd overal verwarmen. Wie in een compleet geïsoleerde nieuwbouw woont, is dan weer vaker geneigd om permanent het hele huis te verwarmen. “Ook reageert vloerverwarming in zo’n huis bijzonder traag, waardoor eveneens de neiging ontstaat de verwarming de hele tijd aan te zetten”, zegt Van Den Bossche.

Ten tweede houden EPC-labels geen rekening met de milieu-impact van isoleren. “Er is vaak veel materiaal nodig om weinig energie te besparen. Daardoor is het sop de kool niet altijd waard, zo toont onderzoek van mijn doctoraatsstudenten”, zegt Van Den Bossche. “Want al dat materiaal heeft ook een milieukost en een CO2-uitstoot. Gemiddeld duurt het tien tot dertig jaar vooraleer je dat eruit gehaald hebt. Laten we dus vooral materialen maximaal gebruiken en hergebruiken en niet vroegtijdig afvoeren, gebouwen onderhouden en zuinig omspringen met energie.”

‘Iedereen vragen om ‘iets’ te doen, is mogelijk de minst efficiënte en effectieve manier om te verduurzamen’
Nathan Van Den BosscheProfessor bouwtechniek UGent

Collega’s vinden dat Van Den Bossche terechte punten aanhaalt, maar formuleren ook bedenkingen. “Het zogenaamde ‘prebound- en rebound-effect’ is inderdaad een realiteit die niet in een EPC-label vervat zit”, zegt expert Maarten De Groote van VITO/EnergyVille. “In een slecht geïsoleerde woning verwarm je zuinig, in een passiefhuis verwarm je overal de hele tijd. Maar kun je die woningen zomaar vergelijken? Want het gaat ook over comfort en gezondheid. In woningen met label F is er bijvoorbeeld een hoger risico op schimmel of CO-vergiftiging.”

Dat zegt ook Dirk Saelens, hoogleraar Duurzaam bouwen (KU Leuven/EnergyVille). “Je kan mensen in zo’n heel slecht geïsoleerde woningen toch niet laten zitten omdat ze voldoende moeite doen om weinig energie te verbruiken?”

EPC vs. werkelijkheid:

een verschil van 399% in besparing

Verbruik in kWh/m2 per jaar

De theoretische besparing van

F- naar A-label is 399% groter dan het werkelijk verbruik

1.000

800

Theoretisch verbruik

Theoretisch verbruik

F

600

400

Werkelijk verbruik

Werkelijk verbruik

200

A

0

A

B

C

D

E

F

A

BRON VLAAMS ENERGIE- & KLIMAATAGENTSCHAP

EPC vs. werkelijkheid: een verschil van 399% in besparing

Verbruik in kWh/m2 per jaar

1.000

De theoretische besparing van

F- naar A-label is 399% groter dan het werkelijk verbruik

800

F

Theoretisch verbruik

Theoretisch verbruik

600

400

Werkelijk verbruik

Werkelijk verbruik

200

A

0

A

B

C

D

E

F

A

BRON VLAAMS ENERGIE- & KLIMAATAGENTSCHAP

Meer aandacht voor de milieu-impact van nieuw isolatiemateriaal is volgens De Groote en Saelens inderdaad nodig. “Heeft het zin om van 8 naar 18 cm te gaan of resulteert dat vooral in een grote milieu- en een kleine energiebesparing? Het klopt dat we ons dat soort vragen vaker moeten stellen voor we aan renovaties beginnen”, zegt De Groote. “Je moet zo ook vermijden dat je bric-à-brac gaat renoveren, waarbij je eerst naar label D gaat omdat het moet en dan enkele jaren later opnieuw werken doet omdat je je nu een warmtepomp kan veroorloven.”

Saelens vult aan: “We moeten meer inzetten op hergebruik van materialen en in het oog houden wanneer de materiaalimpact te groot is in vergelijking met de energiewinst.”

Net als Van Den Bossche benadrukken De Groote en Saelens dat de bedenkingen over het EPC-label niet mogen leiden tot het idee dat isoleren vaak nutteloos is. “Dat is te kort door de bocht”, zegt Van Den Bossche. “We moeten vooral slimmer isoleren en de beperkte middelen inzetten waar ze het meest verschil maken.”

Omslag

Energieverlies tegengaan is niet de enige reden om goed en meer te isoleren. Dat is eveneens nodig omdat het ook in Vlaanderen de bedoeling is dat we onze huizen in de toekomst fossielvrij verwarmen. Dat kan met warmtepompen op elektriciteit. Maar omdat die niet zoveel warmte kunnen genereren als de klassieke verwarming op gas moet je huis dan goed geïsoleerd zijn. Zo kun je de warmte zoveel mogelijk ‘bijhouden’.

Die omslag is nog lang niet gemaakt. Dankzij nieuwe technologie zijn er wel steeds meer warmtepompen op de markt die wel een hoog rendement hebben. Daarom voorspellen de experts dat er de komende jaren steeds meer warmtepompen in bestaande en niet compleet geïsoleerde woningen komen. Maar er is nog een belangrijk struikelblok dat niets met isolatie te maken heeft, namelijk dat gas in ons land erg goedkoop is in vergelijking met elektriciteit. “Daarin zijn wij koploper”, zegt Van Den Bossche. “Dus ook een slimmere aanpak van die energietaksen is nodig.”