© Robbie Depuydt

Internationale mannendag op een Antwerpse bouwwerf: “Fluiten naar vrouwen durven we niet meer!”

Sinds een jaar of twintig vieren verschillende landen op 19 november de internationale dag van de man. Uw krant zette zijn bouwvakkershelm op en ging naar de meest mannelijke plaats op aarde: de bouwwerf.

grvr

“Internationale mannendag? Het is niet waar! We zouden een dag verlof moeten krijgen!” Op de werf van Van Laere, die bedrijventerrein Campus West op de Antwerpse Linkeroever optrekt, verslikken ze zich bijna in hun koffie. Het is 9 uur en de bouwvakkers hebben pauze om iets te eten, te drinken en op te warmen. Niet onterecht ook. Ze staan hier al van 7 uur in temperaturen die maar net boven het vriespunt uitkomen.

Mannenjob

© Robbie Depuydt

“Het is koud, ja”, zegt Marc De Cauwer uit Haasdonk, 48, meestergast, en al 29 jaar in het vak. “Maar hier valt het nog mee. Ik heb al gevoelstemperaturen van 18 graden onder nul gehad. En om de een of andere reden is dat steevast op een werf in Brussel. Het lijkt wel alsof het daar altijd veel kouder is dan in de rest van België.”

“Schrijf maar op dat we vaak in weer en wind staan. En dat de job van bouwvakker een echte mannenjob is”, pikt bekister Bjorn Capoen uit Burcht in. Bjorn is 37 jaar en zit al zestien jaar in de bouw. “Het is niet meer zoals vroeger, dat een werf stilgelegd wordt als de temperaturen te extreem zijn. Maar we moeten ons wapenen: extra vesten, veel soep en warme dranken doen veel. En met een snikhete zomer zoals de vorige drinken we liters water.”

Fluiten naar vrouwen

Ook niet meer zoals vroeger: het fluiten naar de vrouwen. Zelfs niet op internationale mannendag. “Zwijg stil”, zegt Marc. “Dat mag niet meer, hé. Daar is een paar jaar geleden wat rond te doen geweest. Dat durven we dus niet meer. En misschien maar goed ook. Ik heb het meegemaakt in Molenbeek; een chauffeur van onze werf floot naar een meisje dat voorbijkwam en vijf minuten later stond haar vriend met een mes te zwaaien. Die chauffeur is moeten gaan lopen!”

Hilariteit op de bouwwerf. Zeker wanneer twee tellen later collega Jurgen Van Haveren (47) voorbijkomt. “Hem moet je zeker niet interviewen op internationale mannendag”, zegt eentje. “Jurgen is homo.”

Voor wie er nog aan twijfelt: op de werf van Van Laere, die sinds februari dit jaar in de steigers staat, werken een twintigtal echte venten. En er zit geen enkele vrouw tussen. Als vrouwen al in de bouw zitten, doen ze vooral bureauwerk, verduidelijken de jongens. “In mijn 28-jarige carrière heb ik er maar eentje geweten op de werf zelf: ze was metser”, zegt Jurgen.

© Robbie Depuydt

Durfal

Jurgen zelf is helemaal geen homo, preciseert hij. Hij noemt zich zelfs de durfal van de werf. “Ik doe alles veilig”, zegt hij er meteen bij. “Maar ik durf wel altijd net iets meer dan de rest.” Of hij ooit iets meegemaakt heeft? “Zelf nog niet. Maar vijftien jaar geleden heb ik een dodelijk ongeval zien gebeuren. Een collega in onderaanneming stond op een stellingplank om aan een dak te werken. De plank kantelde en hij viel zeker dertig meter naar beneden. Ze hebben hem nog weggevoerd, maar dan is hij overleden.”

Het wordt even stil in de ruimte waar de jongens hun boterhammen eten. “Maar of ik voor de rest iets speciaal meegemaakt heb?”, trekt Jurgen het gesprek weer op gang. “Op stap geweest met hem daar, zie. Daar ben ik lang niet goed van geweest.” Opnieuw hilariteit tijdens de ochtendpauze.

Bijnamen

“Hem daar” is Steven Cant, een 45-jarige bouwvakker uit Beveren die zichzelf allroundman noemt. Maar niemand noemt Cant eigenlijk bij zijn naam. Cant is Jackson. “Omdat ik weleens muziek van Michael Jackson playback”, zegt hij. “Mannen op een werf geven elkaar allemaal bijnamen. Dat is overal zo. Al jaren. Jurgen bijvoorbeeld is de jap. Omdat hij jappen eet, van die zwarte snoep. Die kale daar is de gabber. En die ginder is de platte. Omdat hij als een paling overal doorgeraakt.”

“Vroeger zaten we zelfs met een Zwitser”, zegt durfal Jurgen weer. “Omdat hij altijd zo zat was als een Zwitser.” De bouwvakkers zeggen er wel meteen bij dat samen pinten pakken zoals vroeger er niet meer in zit. “We zitten met trackingsoftware in onze camionettes”, zegt Marc. “Dat zou meteen opvallen. Bovendien is het gevaarlijk. Nee, dat drinken houden we wel voor andere momenten.”